Kledingbedrijf CoolCat vindt het ‘triest’ dat minister Lilianne Ploumen (PvdA, Buitenlandse Handel) het bedrijf te kijk zet omdat het een akkoord over de veiligheid van kledingfabrieken in Bangladesh niet heeft ondertekend. Ploumen heeft gezegd dat CoolCat, Wibra en Prénatal geen verantwoordelijkheid nemen.
CoolCat, Wibra en Prénatal weigeren een akkoord te tekenen, waarin bedrijven beloven textielarbeiders een hoger salaris te betalen. Ploumen zei over die bedrijven in het Algemeen Dagblad dat ze geen enkel excuus hebben om niet te tekenen.
‘Deze bedrijven staan voor de keus. Of ze tekenen alsnog of ze verliezen hun geloofwaardigheid bij de klanten. Nu staan ze aan de verkeerde kant van de lijn. Dat moeten ze niet willen,’ aldus Ploumen.
Te verwaarlozen
CoolCat-directeur Roland Kahn is niet te spreken over de actie van Ploumen, die drie ‘foute’ kledingbedrijven zo aan de schandpaal nagelt. Hij vindt het schandalig dat Ploumen niet de bedrijven, maar de media benadert met haar kritiek. Wat het bedrijf in Bangladesh bestelt, is bovendien ‘te verwaarlozen’, betoogt hij bij NOS op 3.
Ook vindt Kahn dat hij te weinig tijd krijgt om precies uit te zoeken waar hij voor tekent, als hij zijn handtekening onder het akkoord zet. ‘We zijn dat aan het bestuderen.’
Kahn zegt dat hij voor het blok is gezet om ‘binnen drie dagen’ te tekenen. Daar valt wel wat op af te dingen: de originele deadline van 15 mei is al geruime tijd verstreken.
Minimumloon
Onder meer H&M, C&A, Zeeman, HEMA en V&D hebben wel hun handtekening gezet onder het akkoord, waarin ze beloven dat de resultaten van fabrieksinspecties worden gepubliceerd, dat de gebouwen worden verbeterd en dat ze zullen meewerken aan betere veiligheidsregels. Voor arbeiders uit Bangladesh is bovendien afgesproken dat er een minimumloon van 50 euro per maand komt.
Aanleiding voor de afspraken is de ramp met een ingestorte kledingfabriek in een voorstad van Dhaka die begin dit jaar aan meer dan 1.100 textielarbeiders het leven kostte.