Nederlanders hebben een hoger inkomen per hoofd van de bevolking dankzij de mondialisering. In de periode van 1990 tot 2011 verdiende de Nederlander jaarlijks gemiddeld 890 euro meer.
Dat blijkt uit een onderzoek van de Bertelsmann Stiftung, een Duitse economische denktank.
Twaalfde plek
Het reële bruto binnenlands product (bbp, alles wat burgers en bedrijven in een jaar verdienen) per Nederlander is gestegen van 20.500 euro in 1990 naar 28.920 euro in 2011, gecorrigeerd voor inflatie. De mondialisering heeft voor een stijging van 14,7 procent gezorgd; het bbp zou anders zijn uitgekomen op 27.680 euro.
Opgeteld over de hele periode hebben Nederlanders 18.700 euro meer verdiend dankzij de invloed van mondialisering. Daarmee staat Nederland op de twaalfde plek van de 42 onderzochte landen.
Kleine landen
Op de index van Bertelsmann zijn onder meer de effecten van internationale handelsstromen, het kapitaalverkeer, het toerisme, het aantal allochtonen en het lidmaatschap van internationale organisaties opgenomen.
Het onderzoek toont aan dat vooral kleine landen zoals Nederland, België en Ierland profiteren van de mondialisering. Finland profiteerde van alle 42 landen het meest: de Finnen verdienden gemiddeld 1.500 euro extra per jaar.
Stijgers
China en India groeiden van de landen het meest gedurende de periode 1990-2011. Dit komt volgens de onderzoekers doordat de landen steeds opener zijn geworden.
Het is voor het eerst dat de inkomenseffecten van mondialisering in concrete bedragen zijn uitgedrukt.