Bestedingen ontwikkelingshulp bereiken recordhoogte

De economische crisis heeft in 2013 de rijkste landen er niet van weerhouden meer geld aan ontwikkelingshulp te besteden dan ooit tevoren. Het totale bedrag aan ontwikkelingsgelden steeg met 6,1 procent ten opzichte van 2012 en kwam uit op 97,9 miljard euro.

Dat maakt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) dinsdag bekend. De secretaris-generaal van de OESO, José Ángel Gurría, noemt het ‘hartverwarmend dat landen hun ontwikkelingsbudgetten verhogen, ondanks de financiële problemen waar ze mee te kampen hebben’.

Stijgers en dalers

Van de 35 onderzochte landen verhoogden 22 naties hun jaarlijkse ontwikkelingsbestedingen.  De Verenigde Staten blijven met 22,9 miljard euro de gulste gever. Het Amerikaanse budget steeg met 1,3 procent.

De Verenigde Arabische Emiraten (VAE) verhoogden hun ontwikkelingsbegroting met 376 procent naar 3,7 miljard euro, en zijn daarmee de grootste stijger. De exceptionele stijging komt vooral door de hulp die de Golfstaat aan Egypte gaf, dat met een enorme financiële crisis had te kampen.

Ons land behoort tot een van de dertien dalers. Het Nederlandse ontwikkelingsbudget daalde met 6,2 procent naar 3,95 miljard euro voor 2013.

Doelstelling

Nederland zit met dit bedrag 0,03 procent onder de doelstelling van de Verenigde Naties om 0,7 procent van het bruto nationaal inkomen (bni) aan ontwikkelingssamenwerking te besteden. Het is voor het eerst sinds 1974 dat Nederland onder deze grens komt.

De VAE besteden 1,25 procent van hun bni aan ontwikkelingshulp en hebben hiermee het hoogste percentage wereldwijd. In totaal haalden slechts vijf landen de VN-doelstelling.

Tremd

De OESO voorspelt dat de algemene groei doorzet in 2014. Vooral ‘middel-rijke’ landen als Brazilië, Chili of Mexico profiteren van deze trend. Na 2014 verwacht de organisatie een stabilisatie van ontwikkelingsgelden.

Gurría waarschuwt dat er niet alleen reden tot juichen is. Het totaal aan ontwikkelingshulp aan het Afrikaanse continent nam af met 5,6 procent. De secretaris-generaal noemt dit reden tot ‘ernstige zorg’.