Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) moet Nederland meer moeite doen om werknemers op leeftijd langer door te laten werken. De recente verhoging van de pensioenleeftijd bestempelt de organisatie als onvoldoende.
Dat meldt De Telegraaf op basis van een rapport dat de OESO woensdagmiddag in Den Haag aan minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (PvdA) overhandigt.
Vergrijzing
‘Door nog meer mensen langer aan het werk te houden kan Nederland de nadelige gevolgen van de vergrijzing onder controle krijgen en lopen de uitgaven niet uit de hand’ schrijft de OESO. De economische denktank onderkent dat ‘de hervorming van het afgelopen decennium zoals de verhoging van de pensioenleeftijd, een effect hebben gehad’.
De gemiddelde pensioenleeftijd loopt de laatste jaren op door de afschaf van de vervroegde uittredingsregeling (vut) in 2006 en het verhogen van de AOW-leeftijd. De doorsnee Nederlanders ging tussen 2000 en 2006 op zijn 61ste met pensioen. Inmiddels is deze gemiddelde leeftijd gestegen naar 63,9 jaar.
Toch zal het Nederlandse kabinet er een flinke schep bovenop moeten doen ‘om de vergrijzingsproblematiek te tackelen’ vindt de OESO. Door de snelle stijging van de gemiddelde levensverwachting zijn de Nederlandse maatregelen onvoldoende volgens de organisatie.