Het klonk dramatisch, de 1,4 procent economische krimp die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag meldde. Maar door enkele storende factoren is de werkelijkheid misschien wel minder somber dan gesuggereerd.
Een tegenvallende verkoop van hybride auto’s en een milde winter, waardoor minder gas werd verkocht, zouden voor een vertekend beeld zorgen. Dat schrijft Het Financieele Dagblad vrijdag.
Hybrides
Omdat het belastingvoordeel voor hybride-auto’s op 1 januari 2014 verminderde, stegen in het laatste kwartaal van vorig jaar de investeringen in vervoersmiddelen met 36,5 procent. In de eerste drie maanden van dit jaar kromp dit cijfer weer met 32,5 procent.
CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen zegt dat de gestegen autoverkoop in het vierde kwartaal zo’n 0,8 procentpunt van de totale economische groei van 1 procent in dat kwartaal verklaart. In het eerste kwartaal is het effect net zo groot, maar dan in negatieve zin. Hiermee rekening houdend, blijft er van de krimp van 1,4 procent nog 0,6 procent over.
Milde winter
In veel landen zorgt een zachte winter juist voor een opleving van economische groei omdat de import afneemt. In het Nederlandse geval zorgt een milde winter enkel tot minder gasverkoop en niet tot minder import. Hierdoor gaf de afgelopen zachte winter de Duitse economie een duwtje in de rug en kreeg Nederland een harde tik.
In het eerste kwartaal daalde de Nederlandse particuliere consumptie met 0,9 procent. Van Mulligen zegt dat het lastig is om het precieze deel te bepalen dat wordt verklaard door het verminderde gasverbruik. Volgens Het Financieele Dagblad is het niet ondenkbaar dat dit percentage zo’n 0,4 zou zijn.
Stilstand
Indien deze auto- en winter-effecten buiten beschouwing worden gelaten, blijft er van de krimp nog 0,2 procent over, vergeleken met 0,2 procent groei vorig jaar.
Het saldo over twee kwartalen is dus nul, waarmee eerder sprake is van stilstand dan van krimp. De bijstelling door het CBS van de economische groeicijfers van het tweede en derde kwartaal van 2013 – respectievelijk naar 0 procent en 0,1 procent – bevestigt deze trend.