Creditcards zijn in Nederland niet populair, maar vergeleken met bankpassen hebben ze toch een aantal voordelen. Dit zijn de belangrijkste.
Nederland is een pin-land: vorig jaar werd ruim 2,6 miljard keer met de bankpas betaald. De creditcard werd met 40 miljoen betalingen aanzienlijk minder gebruikt. Toch heeft betalen met een creditcard diverse voordelen.
Het belangrijkste verschil met pinnen is dat creditcardbetalingen pas aan het eind van de maand worden afgeschreven; het geld wordt voorgeschoten. Zonder rente, mits u de creditcardrekening aan het eind van de maand voldoet.
Daarna wordt rente berekend, die met zo’n 15 procent per jaar een stuk hoger ligt dan de circa 11 procent die rood staan doorgaans bij een bank kost. Urgente aankopen voordat het salaris binnenkomt, kunnen met een creditcard worden gedaan zonder de spaarrekening aan te spreken.
Daarin schuilt ook een gevaar: creditcards maken het wel heel makkelijk om te veel geld uit te geven – en zo kan een voordelig krediet omslaan in een prijzig krediet.
Dit risico is wellicht een van de redenen waarom pinnen populairder is in Nederland. Vooral buiten Europa is de bankpas minder breed geaccepteerd. Het aantal plaatsen waar u met creditcard kunt betalen, is dubbel zo groot als het aantal bankpas-betaalplekken. Tijdens een vakantie naar een ver land is de creditcard goed om bij de hand te hebben.
In Nederland wordt de creditcard vooral gebruikt bij online-aankopen. Vergeleken met betaalvorm iDEAL is de creditcard fraudegevoeliger: wie op straat uw creditcard vindt, kan er bijvoorbeeld mee betalen in hotels en restaurants die niet naar de pincode vragen.
Voordeel van de creditcard is dat u het geld kunt terugvorderen als fraude wordt vermoed of als uw aankoop nooit is aangekomen. Komt het product wel aan, dan is het vaak verzekerd tegen verlies, diefstal of schade. Vrijwel alle creditcards bieden een aankoopverzekering van 180 tot, bij de duurdere kaarten, 365 dagen.
Naast webwinkels accepteren steeds meer gewone Nederlandse winkels creditcards: in 2009 was dit nog 61 procent van de winkeliers, drie jaar later 66 procent.
Binnenkort kan op dertien treinstations in Nederland een treinkaartje met een creditcard worden betaald. Daar komt wel 50 cent aan transactiekosten bovenop, wat een belangrijk nadeel van creditcards blootlegt.
Naast de jaarlijkse bijdrage van 12 tot 50 euro moet vaak worden betaald voor het gebruik ervan. Winkeliers moeten, vergeleken met pinnen, meer transactiekosten betalen aan banken. Voor pinnen is dit zo’n 5 cent, voor een creditcard 2 tot 3 procent van het transactiebedrag. Een jurkje afrekenen brengt dan al gauw enkele euro’s aan kosten mee.
MasterCard en Visa hebben aangekondigd hun tarieven te verlagen. Het is te hopen dat dit leidt tot lagere kosten voor winkeliers, en uiteindelijk ook tot goedkoper gebruik van de creditcard voor consumenten, bijvoorbeeld bij NS.
Dit artikel stond op 22 maart in weekblad Elsevier.