De inkomensverschillen in Nederland zijn de afgelopen jaren stabiel gebleven. Door daling van de huizenprijzen zag de middenklasse wel een groot deel van het vermogen verdampen.
Dat concludeert het Centraal Bureau voor de Statistiek maandag in een rapport.
Crisis
De economische crisis die in 2008 begon, heeft nauwelijks tot ontwikkelingen in de inkomensongelijkheid geleid. Die verschillen blijven in Nederland klein in vergelijking met andere landen.
Nederland staat, samen met Slovenië, Zweden, Tsjechië en Slowakije in de top-5 van de meest egalitaire landen. In Letland, Bulgarije, Portugal, Spanje en Griekenland zijn de verschillen in inkomen relatief het grootst binnen Europa.
Huizenmarkt
De crisis op de huizenmarkt heeft voor een flinke vermogensdaling gezorgd. Voor de middenklasse bestaat het vermogen hoofdzakelijk uit het bezitten van een huis. Doordat de huizenprijs daalde en de hypotheekschuld toenam, zagen veel huiseigenaren het vermogen in rook opgaan.
Een middenklasse-huishouden bezat op 1 januari vorig jaar gemiddeld 27 duizend euro. Begin 2008 was dat nog 51.000 euro. Grote boosdoener is hier de huizenprijs die zakte van 256.000 naar 231.000 euro en de hypotheekschuld die steeg van 143.000 naar 163.000 euro.
Vermogensongelijkheid
Omdat bij welgestelden het vermogen niet alleen bestaat uit huizenbezit, valt de vermogensdaling in die groep mee. Toch nam het aantal miljonairs af van 164.000 naar 154.000.
Als de huizenprijzen en de hypotheekschuld buiten beschouwing worden gelaten, is er in Nederland nauwelijks sprake van een toename van de vermogensongelijkheid. De vermogensongelijkheid is vooral leeftijdsgebonden. Ouderen hebben veel, jongeren nagenoeg niets. De totale verdeling van de vermogens wordt komende week helder in kaart gebracht in weekblad Elsevier.