Een tweedehandsauto importeren vergt wat papierwerk, maar scheelt door schaarste op de occasionmarkt veel geld.
De naweeën van de economische crisis zijn goed te merken op de markt voor tweedehandsauto’s: doordat er tijdens de malaise minder nieuwe auto’s werden verkocht, staan er minder occasions te koop. Het aanbod dat er wel is, bestaat uit sober uitgeruste lease-auto’s. In Duitsland daarentegen zijn Jahreswagens SEnD jonge occasions – talrijker en goedkoper.
Het is daarom niet gek dat er, volgens cijfers van branchevereniging Bovag, vorig jaar fiks meer tweedehandsauto’s zijn geïmporteerd: het levert duizenden euro’s op. Bovendien geldt de fabrieksgarantie ook bij Nederlandse merkdealers.
Voor enkele honderden euro’s regelen bedrijven als Automotive Import het papierwerk – en als u wilt het transport – maar wie niet opkijkt tegen een rit naar Duitsland regelt de import van een occasion net zo gemakkelijk zelf.
Op websites als autoscout-24.de en mobile.de zijn tweedehandsauto’s in Duitsland eenvoudig te vinden op merk, type en bouwjaar. Door zijn omvangrijke auto-industrie en -cultuur zijn de auto’s in Duitsland vaak voordeligeren beter uitgerust, maar reken u bij het zien van de lage prijzen niet te snel rijk: er moet bij het importeren bpm (belasting van personenauto’s en motorrijwielen) over worden afgedragen.
Hoeveel? Dat hangt af van de leeftijd van de auto: een auto wordt elke maand minder waard, zo ook de bpm. U mag van de fiscus de snelheid waarmee u de auto afschrijft – bijvoorbeeld gebaseerd op koerslijsten van Bovag of ANWB – in mindering brengen op de verschuldigde belasting.
Neem bijvoorbeeld een Mercedes-Benz E-Klasse uit 2013 met 34.000 kilometer op de teller. Die staat in Nederland te koop voor 36.000 euro, maar heeft volgens de koerslijst van ANWB een inkoopwaarde van 33.000 euro.
Nieuw kostte de wagen 54.000 euro: in een jaar tijd is hij dus 39 procent afgeschreven. Van de oorspronkelijke bpm – die sinds 2013 afhankelijk is van de CO2-uitstoot van auto’s – van 7.845 euro mag daarom ook 39 procent worden afgetrokken, waardoor een belasting overblijft van 4.785 euro.
Eenzelfde auto uit Duitsland staat te koop voor 28.000 euro, en kost zo bij invoer inclusief belasting 32.785 euro – ruim 3.100 euro goedkoper dus dan bij Nederlandse dealers. De auto moet nog wel uit Duitsland worden gehaald, dus van het voordeel gaan eventuele auto- en trailerhuur af, net als benzinekosten.
Bovendien moet de nieuwe aanwinst eerst worden gekeurd en geregistreerd bij de Dienst Wegverkeer (RDW) voordat u achter het stuur kruipt. De keuring van RDW en een setje kentekenplaten kosten zo’n 150 euro.
Alles bij elkaar bespaart u door te shoppen bij een Duitse dealer alsnog zo’n 2.500 euro. Voldoende om de wegenbelasting voor de nieuwe tweedehands een paar jaar te overbruggen, of om voor hetzelfde geld in een luxere uitvoering te rijden.
Dit artikel stond op 9 augustus in weekblad Elsevier