Kabinet pleit ondanks struikelblokken voor kerncentrales – komen ze nog?

Een kerncentrale in België. Worden kerncentrales straks ook een vertrouwd beeld in Nederland? (Foto: ANP)

In dit artikel

De feiten: Kamer debatteert over bouw kerncentrales

Het kabinet wil nog steeds vier nieuwe kerncentrales bouwen in Nederland. Maar er zijn grote struikelblokken, zoals het vinden van geschikte locaties, financiering van de bouw en exploitatie, en de complexe procedures die vertragend werken.

Woensdag 12 februari debatteert de Tweede Kamer over de voortgang van de plannen.

De coalitie van PVV, VVD, BBB en NSC is voor de bouw van kerncentrales. D66 en CDA waren voorzichtig positief, maar lijken de laatste weken bedenkingen te krijgen.

Ook vinden private partijen investeringen in de bouw te risicovol, blijkt uit onderzoeken die minister van Klimaat en Groene Groei Sophie Hermans (VVD) liet uitvoeren.

Volgens VVD-Kamerlid Silvio Erkens, een van de actiefste pleitbezorgers van kernenergie, is dat geen verrassing. Het is het logische gevolg van het feit dat er decennialang niets is gebeurd aan de ontwikkeling van kernenergie, zegt hij.

Wie zegt wat over kerncentrales?

  • Minister Hermans schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat een operationele kerncentrale in 2035 niet meer realistisch is.
  • VVD-Kamerlid Erkens vindt dat het Rijk het voortouw moet nemen bij de bouw van kerncentrales, zegt hij tegen EW.
  • D66 vindt dat geld dat was gereserveerd voor kernenergie beter kan worden ingezet om de klimaatdoelen te halen. ‘Gebruik dat geld bijvoorbeeld om de landbouw sneller te verduurzamen,’ zegt Tweede Kamerlid Ilana Rooderkerk in Trouw.
  • Henri Bontenbal (CDA) houdt vast aan twee in plaats van vier kerncentrales en ziet vooral heil in Europese samenwerking. ‘Het idee van dit kabinet: er moet meer kernenergie komen, want dat vinden we fijn,’ aldus Bontenbal in Trouw.

EW’s visie: Debat over kerncentrales vergt langetermijnvisie

Bram Hahn, redacteur Kennis

Het debat over kernenergie was lange tijd sterk emotioneel geladen, door de ongelukken met de kernreactoren van Tsjernobyl (1986) en Fukushima (2011) en de overdreven zorgen over het probleem van kernafval. Het versnelde in Duitsland de afbouw van kernenergie.

Nu spitst de discussie zich in Nederland vooral toe op de financiële haalbaarheid. De bouw van kerncentrales is veel te duur, zeggen tegenstanders. Meestal wijzen wij op de dramatische kostenoverschrijdingen in andere landen.

Daar zijn twee argumenten tegenin te brengen.

Waardevolle ervaringen

Ten eerste heeft VVD-Kamerlid Erkens gelijk wanneer hij betoogt dat de projecten in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Finland niet maatgevend zijn voor toekomstige projecten (zie ‘Verdere verdieping: VVD wil snellere bouw kerncentrales’ hieronder).

Er zijn daar waardevolle ervaringen opgedaan die de bouw van volgende kerncentrales efficiënter, sneller en goedkoper zullen maken.

Ten tweede hangt de vraag of kernenergie duur is ook af van hoe veel waarde je hecht aan de voordelen van stroom uit het atoom. Energie uit zon en wind is prachtig, maar niet altijd beschikbaar, zoals we de afgelopen maanden hebben gemerkt toen zowel de zon als de wind het wekenlang liet afweten.

Kernenergie is daarentegen altijd beschikbaar. Bovendien vergt de opwek van kernenergie relatief weinig ruimte en aanpassingen aan het stroomnetwerk.

Heel anders dan energie uit wind op zee, die gepaard gaat met forse investeringen in kwetsbare infrastructuur om de stroom aan land te brengen, en het tweerichtingsverkeer van stroom die nodig is voor zonnepanelen op huizen.

Kernenergie dwingt tot plannen

Bovenal vergt het debat over kernenergie langetermijnvisie, iets wat zich slecht verhoudt met de politieke waan van de dag.

Kernenergie dwingt tot plannen voor de komende vijftig à zestig jaar, en in dat licht moeten ook de kosten worden bekeken. Het is te hopen dat dat besef in Den Haag doordringt.

Verdere verdieping: VVD wil snellere bouw kerncentrales

Dat de bouw van kerncentrales in het Verenigd Koninkrijk, Finland en Frankrijk gepaard ging met enorme vertraging en kostenoverschrijdingen, wil volgens VVD-Kamerlid Erkens niet zeggen dat het in Nederland ook zo zal gaan.

In die drie landen waren het meestal samenwerkingsverbanden van private bedrijven en bedrijven met de staat als grootaandeelhouder die de risico’s van de bouw voor hun rekening namen. Of overheden boden financiële garanties, zoals een minimale stroomprijs zodra de kerncentrale in bedrijf is.

Hij vindt de brief die minister Hermans aan de Kamer stuurde geen tegenvaller.

‘We wisten al dat private partijen daar in deze omstandigheden niet aan willen. De overheid moet het voortouw nemen. Er is decennia niet geïnvesteerd in kennis en infrastructuur voor kernenergie. Dus om daar opnieuw mee te beginnen, moet je eerst over een flinke drempel heen,’ zegt Erkens (34).

Kostenoverschrijdingen

De kostenoverschrijdingen bij de bouw van Hinkley Point C (Verenigd Koninkrijk), Flammanville-3 (Frankrijk) en Olkiluoto 3 (Finland) waren gigantisch. Alle drie de kerncentrales werden of worden vijf tot veertien jaar later opgeleverd dan gepland en vallen twee tot vijf keer zo duur uit.

Toch moet dat volgens Erkens in perspectief worden gezien. ‘Deze landen waren de eerste die in West-Europa weer nieuwe kerncentrales gingen bouwen. Dat maakt het duur en tijdrovend.’

Technisch gezien hoeft het zo lang niet te duren. In China vergt de bouw van een kerncentrale gemiddeld vijf jaar.

‘Kerncentrales bieden stabiele energie’

Erkens stelt dat de bouw van een nieuwe centrale in Nederland zo’n 10 miljard euro kost. ‘De eerste twee kunnen in 2035 klaar zijn, de volgende twee in 2040. Het is veel geld, 40 miljard euro, maar als ze eenmaal in bedrijf zijn, leveren ze zestig tot tachtig jaar stabiel energie.’

De financiële vergelijking met stroom uit wind is volgen Erkens bovendien niet altijd eerlijk. ‘Meestal wordt daar niet bij gerekend welke investeringen extra nodig zijn in bijvoorbeeld het stroomnet. Doe je dat wel, dan kom je al gauw op 220 miljard euro.’