De feiten: Hogere investeringen in Nederlandse techsector, maar minder deals en start-ups
In 2024 haalden Nederlandse techbedrijven 3,1 miljard euro aan investeringen op, 47 procent meer dan het jaar daarvoor. Dat blijkt uit State of Dutch Tech, een jaarlijks rapport van Techleap, een organisatie die techbedrijven helpt.
Op het eerste gezicht heeft de techsector dus de wind mee. ‘Wereldwijd worden techbedrijven steeds vaker gezien als belangrijk voor de toekomst van de economie,’ zegt Myrthe Hooijman, director Ecosystem Change bij Techleap.
Tegelijk daalde het aantal investeringsrondes in Nederland. Dat betekent dat slechts enkele bedrijven grote investeringen binnensleepten.
Denk aan Nebius, dat AI-infrastructuur bouwt en 667 miljoen euro ophaalde. En Nearfield Instruments, dat meetinstrumenten maakt voor chipmachines en 135 miljoen euro kreeg.
‘Sommige bedrijven worden groot en dat is goed, maar ze vertekenen wel het beeld,’ zegt Hooijman.
Dalende cijfers
Het geld kwam in 2024 vooral van Europese investeerders, die steeds vaker meedoen met grote rondes van 50 tot 100 miljoen euro. Het aandeel binnenlandse investeringen in deze categorie daalde van 61 naar 15 procent.
Hooijman: ‘De meeste Nederlandse fondsen zijn niet zo kapitaalkrachtig. Toch is het belangrijk om mee te blijven doen. Anders vloeit het geld weg naar het buitenland, bijvoorbeeld als het bedrijf wordt verkocht of naar de beurs gaat.’
Net als in voorgaande jaren, lukte het veel techbedrijven niet om door te groeien: 21,5 procent haalde 10 miljoen euro of meer op. In Europa ging het om gemiddeld 23 procent, in de Verenigde Staten om 54 procent.
Bovendien daalde het aantal tech-start-ups van 197 in 2023 naar 128 in 2024. Hooijman noemt dit verrassend, zorgwekkend en uniek voor een ondernemend land als Nederland. Al zwakte de groei afgelopen jaren al wat af.
Verdieping: Waardoor minder start-ups in de Nederlandse techsector?
Een duidelijke verklaring is er niet, en het is onzeker of de dalende trend doorzet.
Hoewel het moeilijk is om hard te maken, denkt Hooijman dat het dalende aantal start-ups een optelsom is van diverse factoren:
‘De financiering in de vroege fase is in Nederland bijvoorbeeld niet goed geregeld. In andere landen hoeven ondernemers die investeren in start-ups, zogeheten business angels, bijvoorbeeld geen winstbelasting te betalen als ze de winst doorinvesteren.’
Bovendien is het in Nederland fiscaal onaantrekkelijk voor medewerkers om aandelenopties van het bedrijf te kopen. Terwijl start-ups die nog geen hoge salarissen kunnen betalen, die wel graag zouden aanbieden.
‘Daarbovenop komt het hele sentiment rondom het inhuren van internationaal talent. Expats vragen zich af of ze hier wel welkom zijn. Al die factoren bij elkaar kunnen ervoor zorgen dat ondernemers hun bedrijf in het buitenland oprichten, in plaats van in Nederland.’
EW’s visie: Blijven investeren in de Nederlandse techsector
Door: Lotte Elbrink, redacteur OndernemenHet gaat best goed met de techsector in Nederland. Een aantal bedrijven lijkt uit te groeien tot internationale spelers, die onmisbaar zijn voor het verdienvermogen van Nederland.
Maar we moeten niet vergeten om aan een gunstiger ondernemingsklimaat te blijven werken. De cijfers van Techleap laten zien: bedrijven die geen geld vinden in Nederland, zoeken investeringen over de grens.
Ook ongunstige en onduidelijke regels zorgen ervoor dat bedrijven zich liever in het buitenland vestigen. Blijft de aanwas van bedrijven tegenvallen, dan kan dat grote gevolgen hebben voor de economie.
Fiscale prikkels zijn nodig
Het kabinet kan met een aantal fiscale maatregelen het ondernemingsklimaat voor start-ups verbeteren. EW maakte eerder een lijstje met ideeën.
Nederlandse investeerders moeten op hun beurt blijven meedoen met de grote investeringsrondes.
Het is zaak dat Nederland een aantrekkelijk land blijft voor techondernemers. Zodat ook hier straks genoeg bedrijven zich bezighouden met kunstmatige intelligentie, datacenters en chips. En we niet afhankelijk zijn van grote Amerikaanse of Franse techbedrijven.