Het faillissement van levensverzekeraar Conservatrix is in de eerste plaats een enorme domper voor de 80.000 polishouders. Maar het is ook een zwarte bladzijde in de geschiedenis van toezichthouder De Nederlandsche Bank, schrijft Marijn Jongsma.
Gelukkig gaat er in Nederland zelden een levensverzekeraar onderuit. De laatste keer was Vie d’Or, dat 25 jaar geleden failliet werd verklaard. Gezien de maatschappelijke impact van zo’n bankroet – polishouders zijn hun oudedagsvoorziening grotendeels kwijt – is het toezicht streng.
Marijn Jongsma (1969) is economisch redacteur bij EW. Hij blogt wekelijks over financieel- en macro-economische onderwerpen.
Lage rente slecht voor verzekeraars
De geschiedenis van Conservatrix gaat terug tot 1872. De verzekeraar was tot voor kort in handen van de familie Henny. In het vorige decennium ontstonden er problemen door de sterk dalende rente, waarmee ook uitvaartverzekeraar Yarden kampt.
In het kort komt het erop neer dat er producten met gegarandeerde uitkeringen waren verkocht, terwijl het rendement op de ingelegde premies door de glijvlucht van de rente steeds lager uitviel. Duurt zo’n situatie te lang, dan kan een verzekeraar de gedane beloftes niet nakomen. Yarden lijkt voorlopig uit de brand nadat het Gerechtshof Arnhem bepaalde dat de polissen mogen worden versoberd. Eerder zette de rechter juist een streep door die plannen, waardoor branchegenoot Dela afhaakte als koper.
Bij Conservatrix had een zogenoemde ‘en bloc’-clausule, waarbij de voorwaarden voor alle polishouders worden gewijzigd, ook gekund. Heel fraai is het natuurlijk niet, want een deel van het risico komt weer bij de polishouder te liggen. Maar het kan wel voorkomen dat een verzekeraar omvalt. Volgens actuarieel specialist Laurens Roodbol maakten de voorwaarden van Conservatrix zo’n ingreep zelfs mogelijk, als de buffers te veel terugliepen. ‘Het zou slechts een aanpassing van de garantie betreffen. Naar verwachting zou de winstdeling daar verder niet op achteruit gegaan zijn.’
Eli Global: de ‘veilige haven’
Het liep anders. De Nederlandsche Bank (DNB) was van mening dat een wijziging van de polisvoorwaarden te ingrijpend zou zijn en besloot de verzekeraar in 2017 te onteigenen. De familie Henny voert sindsdien rechtszaken om een schadevergoeding af te dwingen.
Dat er problemen waren bij Conservatrix, is evident. Maar onder de vleugels van DNB werd het er niet veel beter op. De toezichthouder verkocht de verzekeraar in 2017 voor 1 euro aan het Amerikaanse Eli Global (inmiddels Global Growth geheten), opgericht door Greg Lindberg. Deze zakenman werd afgelopen zomer veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf wegens poging tot omkopen van de toezichthouder.
Van Utrecht naar Barbados
Natuurlijk verkocht DNB het in Utrecht gevestigde Conservatrix niet zomaar: Eli Global werd onder meer verplicht het vermogen weer op peil te brengen. Van de kapitaalinjectie van 88 miljoen euro bleek echter maar 18 miljoen ‘hard’ geld: de rest was in de vorm van een herverzekering.
Simpel gezegd: Eli Global had een deel van verplichtingen op zijn beurt elders verzekerd. Dat is niet geheel ongebruikelijk, ware het niet dat deze deal werd gesloten met een verzekeraar die ook tot Eli Global hoort. Daarmee bleven de risico’s binnen hetzelfde bedrijf. Niet bepaald veilig, zeker toen bleek dat het zusterbedrijf op zijn beurt de risico’s had ondergebracht bij een ander Eli Global-bedrijf op Barbados, dat niet onder het Europese toezicht valt.
Actuaris Roodbol noemt de gang van zaken rond Conservatrix ‘zeer bedenkelijk’. ‘DNB had de verzekeraar niet aan Eli Global moeten verkopen. En vervolgens hebben ze er onvoldoende op toegezien dat alles goed gaat. Het is een debacle.’
Het gat wordt steeds groter
De bovengenoemde herverzekeringsconstructrie is inmiddels teruggedraaid. Dat loste de problemen bij Conservatrix natuurlijk niet op. Integendeel: door de financiële schade moet er zelfs meer geld bij. Eli Global bleek – op z’n zachtst gezegd – niet de gedroomde stabiele nieuwe eigenaar (DNB sprak destijds van een ‘veilige haven’) en de rente is sinds 2017 alleen maar verder gedaald. DNB achtte een faillissement onvermijdelijk. Voor de polishouders, die zich deels hebben verenigd in de Stichting Polishouders Conservatrix, is de schade sinds de onteigening alleen maar groter geworden.