Woensdag 20 april debatteerde de Tweede Kamer over een van de duurste en meest ingewikkelde compensatie-operaties ooit: die van box 3, ook wel de vermogenstaks, waarover de Hoge Raad een dag voor Kerstmis 2021 vernietigend oordeelde. Kamer en kabinet zijn vele malen door de rechter gewaarschuwd en hebben daardoor geen andere keus dan de portemonnee te trekken en de fiscale fout te herstellen, schrijft Jeroen van Wensen.
Daarmee ging een streep door de forfaitaire (fictieve) vermogensrendementsheffing sinds 2017. Spaarders, en sommige beleggers, hebben hierdoor recht op teruggave van door hen betaalde belasting. Dat recht ontstaat als het werkelijke rendement op hun vermogen lager is dan het forfaitaire rendement (oplopend tot 5,5 procent) waarmee de Belastingdienst rekende.
Alleen spaarders compenseren lukt niet
Op het eerste gezicht lijkt de hersteloperatie eenvoudig. Spaarders krijgen sinds 2017 nauwelijks of geen rente meer vergoed door de bank, maar zijn aangeslagen alsof zij hoge beleggingsrendementen behaalden. Geef de 1,3 miljoen spaarders daarom hun belastinggeld terug en het probleem is opgelost.
Maar de meeste spaarders zijn ook beleggers. Zo’n 2 miljoen Nederlanders met box 3-vermogen hebben naast spaargeld ook aandelen, obligaties of bijvoorbeeld vastgoed. Veel van die beleggingen hebben het sinds 2017 uitstekend gedaan, maar ook weer niet altijd. Daardoor kan de overheid niet simpelweg alleen de 1,3 miljoen spaarders compenseren. Want onder de 2 miljoen spaarders die tevens belegger zijn, zijn mensen die belasting hebben betaald over niet behaald rendement.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen