Constanteyn Roelofs: Gaan Europa en de euro nog wel samen?

Contant betalen. Foto: ANP

Een munt is meer dan een betaalmiddel, schrijft Constanteyn Roelofs. Met de monsterinflatie en de groeiende tegenstellingen tussen de eurolanden wordt steeds vaker de vraag gesteld of de euro en Europa nog wel samengaan.

Het werd ons twintig jaar geleden door de boven ons gestelden ingeprent: wat fijn dat de euro er is, want dan hoef je geen geld meer te wisselen als je met vakantie gaat. Ik kan me nog herinneren dat ik als dertienjarige dat eigenlijk helemaal niet fijn vond, eigenlijk. Juist een deel van de lol van de vakantie was juist het uren turen naar exotische munten en bankbiljetten. Ook was de schaal van het geld in het buitenland anders: wat was het leuk om in Italië met honderden lires een kaartje voor het zwembad te kopen!

Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Ik had in de kampeerzomers van de late jaren negentig en het begin van de jaren nul nog niet echt een idee van, maar die vreemde munten gaven ook een soort instinctief idee dat landen, economieën en nationale culturen (voor zover er een onderscheid is te maken tussen die dingen) op een bepaalde manier tot uitdrukking komen in hun geld.

Er zit een soort verband tussen de hoeveelheid nullen op de biljetten en de ontwikkeling van de economie: bij landen waar men nog aan brommertjes klust op straat en mensen met kooien vol kippen in de trein stappen, hoort een andere munt dan bij de geürbaniseerde noordelijke verzorgingsstaten. Zou je denken. De euro plamuurde veel van dit soort verschillen dicht en je betaalt nu met dezelfde euro een hippe barista in een koffiebar in Helsinki én een watermeloenenverkoper langs een droge zandweg in een straatarm stukje Zuid-Europa. Dat voelt raar en dat is raar.

De beloftes worden stelselmatig gebroken

Deel van de vervreemding van de euro komt ook door de schaamteloze leugens en propaganda waarmee de europolitiek is omgeven. Het is historisch zo dat een gedeelde munt nooit wat anders kan zijn dan een claim op de macht van een centrale bureaucratie. Je hebt immers vooral een gedeelde munt nodig voor centrale belastingheffing en herverdeling: de claim van de europrofeten dat een gedeelde munt prima kan bestaan naast nationale soevereiniteit is vals en misleidend.

Een imperiale munt voor een heel continent kan nooit wat anders zijn dan dat – als er geen centrale administratie wordt opgetuigd is een centrale munt helemaal niet nodig. Maar nee, zeggen de eurocraten keer op keer. Er komt geen Europees belastingstelsel, er komt geen Europees leger, de pensioenpotten zijn veilig en we gaan niet met de noordelijke landen stelselmatig de begrotingstekorten van het zuiden financieren. Maar intussen.

Oud-minister van Financiën Hoogervorst: vertrek uit eurozone mag geen taboe zijn

De beloftes worden stelselmatig gebroken en de euro gaat van crisis naar crisis met een steeds uitgebreider instrumentarium van bijzonder riskante reddingsconstructies. Nu de inflatie gigantisch oploopt, wordt de zwakte van de euro blootgelegd: we kunnen eenvoudigweg de inflatie niet afremmen doordat bij hogere rentes de zwakkere landen omvallen. Het vliegtuig zit in een duikvlucht en niemand durft de stuurknuppel te grijpen.

Sigrid Kaag werkt verder aan de opbouw van de Europese superstaat

En onze eigen regering? Na jarenlang strenge rekenmeesters, kiest Rutte er nu voor om een uitgesproken ideoloog op de post te zetten. Financieel geletterd of niet, belangrijker is dat Sigrid Kaag verder werkt aan de opbouw van de Europese superstaat en daar hoort het koste wat het kost verdedigen van de euro bij.

Terwijl de inflatie dus de pan uit giert, horen we niets van Kaag. Ze doen gewoon alsof het probleem niet bestaat, omdat de realiteit van het probleem te veel indruist tegen het ideologische eenrichtingsverkeer in de politiek. De in zichzelf gekeerde bestuurderskaste offert immers graag de spaar- en pensioentegoeden van de middenklasse op voor de Europese droom en accepteert liever de pijn in het huishoudboekje van de gewone Nederlander die zijn brood en benzine niet meer kan betalen dan gezichtsverlies bij de bureaucratie in Brussel.

Debat over vertrek uit de euro: Lang bleef het stil, maar er lijkt iets te kantelen

Inmiddels groeit het verzet. Was vroeger het idee van een Nexit of actie tegen de eenheidsmunt voorbehouden aan krakersholen en donkere keldertjes van het Forum voor Democratie, nu vragen politici uit normale partijen zich ook hardop af of de euro nog wel een toekomst heeft. Gewezen ministers zoals Ronald Plasterk (PvdA), bijvoorbeeld, of Hans Hoogervorst (VVD), die onlangs nog een mooi stuk over de munt schreef voor dit blad. Enfin, de euro gaat nog een paar lastige jaren tegemoet.

Inmiddels vind ik het trouwens wel fijn dat als ik met kampeervakantie ga, gewoon mijn pizza in euro’s kan afrekenen in Italië. Scheelt weer wisselen en rekenen.