Met deze vier maatregelen kan politiek het vestigingsklimaat verbeteren

Peter Berdowski (Boskalis) via videoverbinding bij hoorzitting in Tweede Kamer. Foto: ANP - Hollandse Hoogte - Dijkstra bv

De Tweede Kamer discussieert vandaag over het afbrokkelende vestigingsklimaat. Maar de voorstellen om dat te herstellen, gaan lang niet ver genoeg, schrijft Joris Heijn.

Aan mooie woorden geen gebrek. Natúurlijk is het vestigingsklimaat belangrijk, zeggen politici. Bewindslieden lopen daarin voor de troepen uit. ‘Ik vind dat we nu echt op een kantelpunt staan,’ zei staatssecretaris van Financiën Marnix van Rij (CDA) vorig jaar tegen EW. Zijn collega Micky Adriaansens (VVD) van Economische Zaken heeft al een stapeltje voorstellen klaarliggen die het bedrijfsleven tegemoetkomen. Vandaag worden die – naast andere zaken – in de Tweede Kamer besproken.

Voorstellen politiek gaan niet ver genoeg

Maar echt veel meer ruimte krijgen bedrijven niet om te ondernemen in Nederland. Adriaansens trekt het been bij, bijvoorbeeld door überhaupt zicht te willen krijgen op hoe goed of slecht het vestigingsklimaat is. Nu is daar geen ‘meetlat’ voor, dus kan iedereen vrolijk verwijzen naar de feiten die in zijn of haar straatje passen. Ook komt er een Raad die elke keer moet controleren of het wel verstandig is dat de nationale politiek een plan lanceert om nog een extra schepje boven op de Europese regels te doen – de zogeheten ‘nationale koppen’. Een recent voorbeeld daarvan is het wetsvoorstel voor maatschappelijk verantwoord ondernemen dat bij Boskalis leidde tot de overweging om uit Nederland te vertrekken.

Maar geen woord in de brieven van Adriaansens, of van politici, in de aanloop naar het debat om het bedrijfsleven écht wat te bieden. Het stikstofdossier blijft fysieke investeringen in Nederland belemmeren. De afgelopen zeven jaar zijn grofweg twintig fiscale regelingen voor bedrijven versoberd en belastingen verhoogd. Totale lastenverhoging voor bedrijven: zo’n 6,5 miljard euro. En het einde is nog niet in zicht.

Vier voorstellen om het vestigingsklimaat te verbeteren

Om het vestigingsklimaat écht een opkikker te geven, zou de politiek vier grote gebaren moeten maken. Er moet fiscale rust komen. Geen belastingverhogingen en fiscale versoberingen meer, tenzij bepaalde belastingregels overduidelijk moeten worden aangepast of er van iedereen in Nederland een extra fiscaal offer moet worden gevraagd. Er moet daarnaast zo snel mogelijk licht komen aan het einde van de  stikstoftunnel, zodat bedrijven weer perspectief krijgen.

En een Raad die ‘nationale koppen’ gaat toetsen, gaat niet ver genoeg. Kom met een ‘nee, tenzij’-beleid voor die nationale koppen. Alleen in uitzonderlijke gevallen moet Nederland afwijken van de norm en het gelijke speelveld in de rest van de Europese Unie. Tot slot moeten vergunningsprocedures radicaal worden verkort. Het is niet te verkopen dat bedrijven die Nederland onafhankelijker willen maken van buitenlandse energie, veel langer bezig zijn met het invullen van formulieren en het verkrijgen van handtekeningen van ambtenaren, dan met het daadwerkelijk bouwen van windmolens en gasboorputten.

De politiek moet deze gebaren niet maken als tegemoetkoming aan de bedrijvenlobby, maar omdat het deze bedrijvigheid is die zorgt voor banen, voor nieuwe technologie die schoner en gebruiksvriendelijker is, en voor de belastinginkomsten die de voorzieningen financieren die  Nederland tot zo’n prettig land maken om in te wonen.