Hans van Tellingen: de retail groeit en bloeit als bijna nooit tevoren

Winkelen, shoppen in het centrum van Rotterdam. foto: ANP

Webshops zouden stenen winkels vervangen. Binnensteden zouden leegstromen, net als complete winkelcentra. Niet is minder waar, schrijft Hans van Tellingen in een ingezonden opiniestuk.

Stenen winkels zijn in opmars. En ik ben niet de enige die dat zegt. Het CBS bijvoorbeeld meldt dit ook. De omzet van de stenen winkels steeg fors in 2021 en 2022. Ook ten opzichte van 2019, toen we nog nooit van ‘maatregelen’ hadden gehoord. Daarbij daalde de online omzet in 2022 juist.

Het gevolg: minder leegstand. Velen denken dat de verminderde leegstand te verklaren is door de omvorming van winkelruimte naar bijvoorbeeld woningen. Dat is slechts zeer ten dele waar. Ook zonder transformatie daalde de leegstand flink.

Al het voorspelde onheil kwam niet uit

Al een dikke tien jaar proberen medeauteurs en ikzelf het vigerende negativisme over de stenen retail te bestrijden. Met succes.

Al sinds 2011 voorspellen onheilspredikers kommer en kwel. Webshops zouden de stenen winkels vervangen. Binnensteden zouden leegstromen, net als complete winkelcentra. Kreten als ‘place to be’ in plaats van ‘place to buy’ raakten in zwang, net als ‘attractie in plaats van transactie’. Winkels zouden meer een showroom worden, en niet meer een plek van enkel een transactie. Omdat we alles toch ‘online’ gingen doen. Ook zouden de binnensteden autovrij of autoluw moeten worden. Want ja, we zouden er toch niet meer naartoe gaan om spulletjes te kopen. Niets is minder waar.

Want parkeergelegenheid en winkelomzet zijn nauw met elkaar verweven. En zonder omzet in die ‘place to buy’ ís er helemaal geen ‘place to be’. Zonder veel transacties in (bijvoorbeeld) de binnenstad is de ‘attractie’ niet levensvatbaar.

Stenen winkels, in een innige symbiose met goede horeca en leuke evenementen, zullen nooit uit het straatbeeld verdwijnen. Na drie jaar van vervelende ‘maatregelen’ blijkt dat meer dan ooit. Zoals trouwens door (onder meer) ondergetekende werd voorspeld, al in mei 2020.

Steen kost minder dan online verzendingen

Alleen echte winkelhaters vinden online shoppen een verademing. De meeste mensen zien ‘fysiek’ winkelen als een heerlijk dagje uit. Tevens ondervinden webwinkels, en dat geldt voor de hele platformeconomie, bijzonder veel moeite om überhaupt winstgevend te zijn. Dat geldt zelfs voor de afgelopen drie jaren, toen webwinkels door de ‘maatregelen’ de wind mee hadden.

De rekensom is simpel. Een kledingretailer betaalt doorgaans niet meer dan 10 procent van de omzet aan huur, een supermarktretailer 3 à 4 procent. Dát is wat de webwinkel aan kosten kan besparen. Maar de kosten aan verzending en retourzendingen zijn gigantisch, en dus vaak veel groter.

Webwinkels kunnen heel vaak niet uit, stenen winkels meestal wél. De combinatie met internet is natuurlijk prima. Internet is een nuttig distributiekanaal, maar vaak geen winstmaker op zichzelf.

Hoe wordt de stenen winkel wél een winnaar?

Uiteraard gaat winst maken in de stenen winkel ook niet vanzelf. Daar moet je je stinkende best voor doen. ‘Houd van je klant. Vertel het aan je klant. Zoek verbinding met die klant. En luister naar die klant’. De consument zal je rijkelijk belonen en komt bij je terug. Een retailwinkel runnen is helemaal niet zo moeilijk, zo lang je jouw klant maar verwent en in de watten legt.

Mensen vinden het leuk om naar een leuke plek te gaan. En daar ter plekke te consumeren. Of dat nu een hapje of een drankje is, of de producten zelf: het maakt niet uit. Kopen doen mensen het liefst op die leuke plek. Samen met andere mensen.

De toekomst voor de stenen winkel is een voorspoedige. Al is het maar omdat consumeren het favoriete tijdverblijf is van veel mensen. De ontmoetingsfunctie van winkels beantwoordt aan de menselijke natuur. Goede winkels op goede plekken zullen altijd blijven bestaan.