Waarom Omtzigts pleidooi voor sociale markteconomie doet denken aan Jan Marijnissen

NSC-voorman Pieter Omtzigt tijdens de HJ Schoo-lezing. Beeld: Remko de Waal/ANP

Toont Pieter Omtzigts pleidooi voor een terugkeer naar een sociale markteconomie dat de NSC-leider links is geworden? Zijn HJ Schoo-lezing roept in elk geval herinneringen op aan voormalig SP-leider Jan Marijnissen, schrijft Carla Joosten.

De liberalisering van de economie onder de kabinetten-Lubbers (CDA) in de jaren tachtig, gevolgd door meer marktwerking en deregulering door Paars in de jaren negentig, richtten veel schade aan volgens Pieter Omtzigt. Door onbegrensd geloof in de markt en het ondoordacht aangaan van internationale overeenkomsten, verloor de regering slagkracht en ruimte om beleid te maken, aldus de NSC-leider. De overheid moet de regie terugpakken.

‘De stellige overtuiging dat de vrije markt alle problemen zou oplossen, bleek een verkeerde, misschien wel desastreuze veronderstelling. Het Rijnlands denken en de sociale markteconomie werden volledig opzijgeschoven. Daarmee vernielden we feitelijk delen van de samenleving. Delen die ons verbonden, bij elkaar hielden, geïnteresseerd hielden in elkaar,’ zei Omtzigt maandag 2 september in zijn door EW georganiseerde HJ Schoo-lezing.

Centrum-links pleidooi Pieter Omtzigt

Hij schaart zich daarmee in feite achter Jan Marijnissen, die in 1996 in zijn boek Tegenstemmen het ‘neoliberalisme’ aanklaagde. Het marktdenken in de politiek ging volgens de toenmalige SP-leider ten koste van de publieke sector en de verzorgingsstaat. Marijnissen sprak over ‘de ontucht van de markt’.

Volgens Omtzigt verzuimden overheid, regering en instituties afgelopen decennia hun kerntaken te vervullen. Met als grootste schadeposten de Toeslagenaffaire en ‘Groningen’, maar ook de disfunctionerende huizenmarkt, die volgens Omtzigt geen markt zou moeten zijn. Het op zijn beloop laten van de immigratie en de dalende prestaties in het onderwijs wijt hij evenzeer aan het loslaten van de teugels door de politiek.

In 1996 zei toenmalig VVD-leider Frits Bolkestein nog in Elsevier: ‘Iedereen behalve Jan Marijnissen van de SP denkt tegenwoordig liberaal.’ Marijnissen staat al lang niet meer alleen. Het geschimp op het ‘neoliberalisme’ klinkt uit vele, meestal linkse, kelen. Nu kan daar Pieter Omtzigt aan worden toegevoegd. Hij verliet het CDA, maar is nog altijd een gemeenschapsdenker, zoals velen in zijn oude partij. De oprichter van NSC noemde zijn partij eens links noch rechts. Na zijn jongste pleidooi voor terugkeer van de sociale markteconomie is hij misschien het beste als centrum-links te betitelen.

Pieter Omtzigt noemde adviesorganen niet

Omtzigt verwees in zijn lezing niet naar Jan Marijnissen. Wel somde hij linkse denkers van nu op. Zoals voormalig GroenLinks-senator Mirjam de Rijk, die het boek Gekaapt door het kapitaal schreef, en directeur van de Wiardi Beckman Stichting (PvdA) Tim ’S Jongers. Ook verwees hij naar perspublicaties.

Tegelijk greep Omtzigt, toch geen oppervlakkig politicus, niet terug op rapporten van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, die ook adviseerde over de gevolgen van de ‘marktsamenleving’. En evenmin naar de Sociaal-Economische Raad (SER).

SER-voorzitter Kim Putters schreef onlangs nog in EW dat de overheid de regie moet terugpakken. Putters ziet een sociale markteconomie voor zich ‘gebaseerd op brede welvaart met een sterke sociale dialoog in Nederland en in Brussel. Een Rijnlands model 2.0.’ Dat moet Omtzigt toch als muziek in de oren klinken, maar hij verwees er niet naar.

Het zegt wat over de positie van deze adviesorganen bij regering en parlement. Ze spelen al jaren geen grote rol in het politieke debat. Er wordt amper naar ze geluisterd.

Pieter Omtzigt over immigratie en ‘neoliberalisme’

Ook verontrustend is dat Omtzigt met zijn gebruik van het woord ‘neoliberalisme’ zonder een definitie te geven links jargon overneemt. Bestaat neoliberalisme wel, en zo ja, waarin verschilt het dan van liberalisme?

Verheugend is wel Omtzigts pleidooi om de adviezen van de commissie-Dijsselbloem over onderwijs uit 2007 (!), de commissie-Koopmans uit 2011 en het aanjaagteam van Roemer uit 2020 (beide over arbeidsmigratie) eindelijk eens te gaan uitvoeren. Beter laat dan nooit. En Omtzigt is er zelf bij, als controleur van het mede door hem gedragen kabinet-Schoof dat immigratie eindelijk wil aanpakken. En controleren is wat hij het liefste doet.

Omtzigt noemde zijn HJ Schoo-lezing Denken in oplossingen. Maar leidt pleiten voor terugkeer naar een sociale markteconomie wel tot een oplossing? Een omslag in het politieke denken, en de overheid de regie laten terugpakken in een politiek speelveld waar kortetermijndenken domineert, vergt meer dan een lange, gepassioneerde lezing.