Pieter Omtzigt en Folkert Idsinga (NSC): Verkeerde ramingen CPB hebben grote gevolgen

Pieter Omtzigt (links) en Folkert Idsinga. Beeld: AP

De ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) zijn al jaren niet realistisch. Dat tast het begrotingsrecht van de Tweede Kamer aan, schrijven NSC-Kamerleden Pieter Omtzigt en Folkert Idsinga in een ingezonden opinie.

Wat zou u doen als u aan het eind van het jaar als gezin plotseling 6.000 euro minder heeft uitgeven of meer heeft verdiend dan verwacht? U zou zich wellicht afvragen of u misschien toch niet het dak had moeten laten repareren, omdat het geld er toch was. Of dat u een andere noodzakelijke uitgave had moeten doen.

Dit is geen fictief voorbeeld: voor het vierde opeenvolgende jaar is er een verschil van rond de 25 miljard euro tussen het verwachte begrotingstekort van de overheid en het uiteindelijke resultaat na afloop van het jaar. Dat is bijna 1.500 euro per Nederlander, of inderdaad 6.000 euro per gezin. Een enorm bedrag dus.

Aan het begin van het jaar waren er alarmistische berichten over de staatsfinanciën: het tekort zou boven de 3 procent uitkomen, en de staatsschuld zou onhoudbaar worden.

De werkelijkheid is een andere. Het tekort was zelfs in het coronajaar 2021 lager dan 3 procent, en daarna was er sprake van ongeveer een begrotingsevenwicht. De staatsschuldquote was de afgelopen tweehonderd jaar alleen in een korte periode in de jaren zeventig lager dan nu, en nadert in dit tempo snel het laagste niveau in meer dan tweehonderd jaar.

Merkwaardige zaken

Kun je de alarmistische cijfers van het CPB niet negeren, vraagt u zich af. Nee, dat kan niet: in de wet staat dat de regering moet sturen op de ramingen van het CPB. De Tweede Kamer moet die ramingen ook gebruiken. Die CPB-ramingen zijn leidend voor de tekortvoorspellingen. Ze komen wel in grote lijnen overeen met de ramingen van de regering zelf, wat ook opvallend is.

Op zich is het goed dat politici niet hun eigen ramingen mogen maken of mogen shoppen totdat ze een passende raming hebben. Maar dan moeten de ramingen van het CPB wel accuraat zijn. Dat zijn ze dus totaal niet.

We hebben die ramingen van de afgelopen jaren eens onder de loep genomen en kwamen merkwaardige zaken tegen. Laten we een voorbeeld geven.

De regering raamt de afgelopen jaren dat de belastinginkomsten fors minder stijgen dan de nominale groei van de economie. Dat is heel merkwaardig. Als de nominale economie met 5 procent groeit (echte groei plus inflatie), dan stijgen de verkopen met 5 procent en dus de btw-opbrengsten ook met 5 procent. Tot een paar jaar geleden waren die twee groeipercentages ongeveer gelijk.

Maar de afgelopen vier jaar raamt de regering dat de belastingen maar voor een deel meegroeien met de economie, niet ongeveer gelijk. Alleen gebeurt dat natuurlijk wel. Het betekent elke keer meevallers van 15 tot 20 miljard euro bij de belastingopbrengsten.

Begrotingsrecht aangetast

Ramingen moeten realistisch zijn, en dat zijn ze nu niet. Dat beperkt het begrotingsrecht van de Tweede Kamer. De Algemene Rekenkamer constateerde in 2021 al dat de Tweede Kamer haar budgetrecht niet optimaal kon uitoefenen.

Voor 2020 waren de afwijkingen in de ramingen veel minder groot dan na 2022, vonden wij in ons onderzoek. We laten de uitzonderlijke coronajaren 2020 en 2021, en de grote ramingsfouten in die jaren, bewust buiten beschouwing.

De stand van zaken in 2024 is exemplarisch. In de Miljoenennota die in september 2023 uitkwam, raamde de regering een tekort van meer dan 30 miljard. Eind november 2024 dacht de regering nog steeds officieel dat er een tekort zou zijn van meer dan 15 miljard. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekende dat er in de eerste negen maanden van het jaar een tekort van 3 miljard euro was. Om aan dat tekort te komen, deed het CBS alsof de regering de compensatie voor de spaarbelasting al had uitbetaald. Dat is niet het geval, en dus was er in feite een overschot.

Zelfs de Europese Commissie gelooft de Nederlandse regering niet meer, en raamt voor Nederland nu ijskoud een tekort van ongeveer 2 miljard euro voor 2024. En de Europese Commissie is niet het meest optimistische jongetje van de klas over de begrotingen van de lidstaten, hoor.

De ramingen van de andere EU-lidstaten zijn ook stukken nauwkeuriger dan die van Nederland.

Echte gevolgen

Wij doen voorstellen om de ramingen realistischer te maken, zodat de Kamer haar budgetrecht goed kan uitoefenen en optimale keuzes kan maken. Dat kan nu niet. Denk aan regelmatig inzicht in de totale belastinginkomsten van de staat, en een evaluatie van de grote fouten in de ramingen. Wij horen graag van de regering hoe ze dit gaan uitvoeren, zodat we samen optimale keuzes over belastingen en uitgaven kunnen maken.

Als de ramingen anders waren, waren er ook andere keuze gemaakt, vermoeden we. Zo lag er een rapport van de Studiegroep Begrotingsruimte van topambtenaren, die tegen de formerende partijen zeiden: buig 17 miljard euro om, want anders voldoe je niet aan de Europese normen. Ze gebruikten dus ramingen waarin de latere meevallers al ingebakken zaten. Het gevolg is bijvoorbeeld dat bepaalde investeringen voor de lange termijn wel in het Hoofdlijnenakkoord staan (1,5 miljard euro per jaar extra voor woningbouw) maar andere veel minder (onderhoud en investeringen in de infrastructuur bijvoorbeeld).

Verkeerde ramingen hebben geen papieren gevolgen, maar echte gevolgen. Het is tijd voor accurate ramingen.

Schrijf u in voor onze middagnieuwsbrief

Met de gratis nieuwsbrief EW middag wordt u dagelijks bijgepraat met commentaren en achtergronden bij de belangrijkste nieuwsverhalen.