Onlangs verscheen een nieuw boek van historicus Coen de Jong: Wokeland. Hoe een radicale voorhoede vat kreeg op de samenleving. Criminoloog Bart Collard bespreekt het boek op EW Podium.
Bart Collard (1988) heeft een master opsporingscriminologie (NL) en een master contraterrorisme (Israël) afgerond. Momenteel schrijft hij een boek over desinformatie. Tevens werkt hij aan een proefschrift over islamitisch terrorisme aan de Universiteit Leiden.
EW Podium publiceert opinies van (vooral jonge) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.
In zijn boek stelt Coen de Jong dat het publieke debat afgelopen jaren ‘op scherp [is] gezet door actievoerders die van huidskleur, etnische achtergrond, vermeende slachtofferschap en vermeend “wit” daderschap politiek gingen maken’. De ideologie van het ‘wokisme’ speelt daarin een sleutelrol. Definities van ‘woke’ zijn doorgaans niet adequaat; veel te breed of veel te smal.
De Jong: ‘Centraal staat het idee dat al onze gedachten en communicatie macht en patronen van onderdrukking herbergen, die samenhangen met huidskleur, ras en “geleerde ervaringen”.’
Nederland in zijn geheel dekoloniseren
De Jong benoemt dat ‘de kern van de beweging bestaat uit [een] kleine harde kern, de woke voorhoede’. Die zou bestaan uit groepen als Kick Out Zwarte Piet, The Black Archives / New Urban Collective en Decolonize the Museum, met als epicentrum de politieke partij Bij1 van Sylvana Simons. Deze groepen willen Nederland in zijn geheel dekoloniseren, omdat zij Nederland zien als ‘de facto een koloniale staat’. Volgens De Jong is dit ‘de essentie van het woke-denken’.
Deze groepen hebben een invloed op de samenleving die veel verder reikt dan hun marginale omvang. ‘Wie invloed kan uitoefenen in sectoren als universiteiten, wetenschap, kunst, cultuur, musea, onderwijs en media (…) én bij instellingen als vakbonden en de politie, kan daarmee beïnvloeden hoe mensen denken en doen,’ schrijft De Jong – die in zijn boek al deze sectoren en instellingen behandelt.
Woke discrimineert
Het ideologische vertrekpunt voor de Nederlandse woke-beweging ligt in twee boeken: Witte onschuld van Gloria Wekker en Hallo witte mensen van Anousha Nzume. Beide auteurs stellen dat mensen met een blanke huidskleur zich anders moeten gedragen dan mensen met een getinte of donkere huidskleur.
Lees hier de voorpublicatie van het boek Wokeland
Kleurblindheid, het niet willen stilstaan bij verschillen in huidskleuren, zien zij niet als vooruitgang, maar als een kwalijke zaak. Zij willen dat juist naar kleur wordt gekeken, zodat blanke mensen een stap terug doen voor iemand die niet-blank is. ‘Een “witte” Nederlander mag zich niet verdedigen als hem schuld wordt aangewreven, maar mag zich ook niet onschuldig voelen,’ schrijft Coen de Jong. Ook constateert hij dat voor de wokisten de joodse gemeenschap [regelmatig] onder de ‘witte’ dadergroep’ valt – en dat antisemitisme niet vreemd is aan het wokisme.
Universiteiten zijn het epicentrum van het wokisme. Zeker aangezien ‘het [universitaire] curriculum moet worden ontdaan van “witte” ideeën en wetenschappers,’ aldus De Jong. Het alomtegenwoordige diversiteitsbeleid op universiteiten acht hij bepaald niet neutraal, omdat het zich ‘juist expliciet [bemoeit] met de beoefening van wetenschap’. Intussen heerst op universiteiten angst om zich daartegen uit te spreken.
Telkens wanneer De Jongs boek niet-progressief oogt, brengt hij nuances aan en toont hij zich liberaal. Naar mijn indruk stelt Coen de Jong zich, in tegenstelling tot Nzume, Wekker en Simons, op als een echte antiracist. ‘Het uitgangspunt om bij personeelsbeleid niet te discrimineren op uiterlijk, geslacht of etniciteit is terecht (equality of opportunity). Maar sturen op gelijke uitkomsten (equality of outcome) gaat veel verder dan gelijke kansen.’
Heilige status van de islam
Extra gevoelig ligt de islam. De Jong vergelijkt het uiten van kritische meningen over die religie met koorddansen. Omdat de dochter van televisiebekendheid Erica Meiland niet binnen een paar uur afstand nam van kritische uitspraken van haar moeder over de islam, verbrak een matrassenmerk het sponsorcontract met haar. Het is tegenwoordig zelfs voor veel cabaretiers te spannend om te grappen over islam.
Lees ook deze column van Geerten Waling: Rupsje woke genoeg, of toch niet?
Vooral de hoofddoek ligt gevoelig. ‘BN’ers, journalisten en vele “weldenkenden” redeneren,’ aldus Coen de Jong, ‘vanuit de aanname dat kritiek op de hoofddoek gelijk staat aan racisme.’ Als iemand er in vrijheid voor kiest om een stuk stof over het hoofd te dragen, is daar in een liberale samenleving natuurlijk niets op tegen. Het wordt echter problematisch als kinderen op jonge leeftijd worden geïndoctrineerd met de gedachte aan een boze Allah die vindt dat vrouwen zich moeten bedekken zodat ze mannen niet uitlokken tot seksuele vergrijpen. Op islamitische basisscholen in Nederland is er vaak ‘een ‘aanbeveling’ of zelfs een verplichtingen tot het dragen van een hoofddoek voor meisjes, schrijft De Jong.
Het leidt er zelfs toe dat hooggeplaatste leidinggevenden bij de politie al jaren pleiten voor de hoofddoek op het politie-uniform. Dat is nu niet toegestaan, omdat een politieke meerderheid in dit land nog steeds vindt dat de politie niet slechts neutraal moet zijn, maar ook neutraliteit moet uitstralen.
De rol van taal
Taal speelt een belangrijke rol in de cultuuroorlog van het wokisme. Steeds meer woorden worden verbannen uit ons vocabulaire. Maar zoals De Jong stelt is de Nederlandse taal, als de ‘taal van de kolonisator’, eigenlijk in zijn geheel verdacht.
Daarnaast ontstaan er nieuwe toverwoorden. De Jong wijst op beleidsnota’s vol met de termen diversiteit, inclusiviteit en verbinding. Wat daarbij past, wordt ‘bijna per definitie [als] positief’ gezien. Diversity officers worden aangesteld als de waakhonden van het wokisme. Dit alles is nog opmerkelijker als wordt gerealiseerd dat niet is aangetoond dat culturele diversiteit en inclusiviteit de arbeidsprestaties of de kwaliteit van literatuur of wetenschap, verbeteren.’
De Jong wijst ook op selectieve verontwaardiging over beledigingen en bedreigingen onder de bevolking. En waarom nemen de politie en het Openbaar Ministerie het initiatief om Geert Wilders te vervolgen, maar wordt rapper Akwasi ‘de hand boven het hoofd gehouden’?
Woke in de toekomst
Hoewel Wokeland een boek voor het brede publiek is, zou het mede gelet op de hoeveelheid gebruikt casusmateriaal, wenselijker zijn als er vaker gerefereerd zou worden. Gaat het in de beschrijvingen van die casussen primair om de mening van De Jong of weerspiegelt hij een meer objectief beeld? Dat gezegd hebbende legt hij in Wokeland vast hoe het wokisme in een paar jaar tijd een disproportionele overmacht heeft gekregen in allerlei domeinen en sectoren van de samenleving.
Hoewel dat wokisme steeds meer weerstand oproept, is het einde aan die overmacht nog niet in zicht – en evenmin weten we hoeveel de beweging tegen die tijd heeft kunnen veranderen. Daarom is het belangrijk dat er boeken zoals Wokeland verschijnen. Zo’n discriminerende beweging moet actief bestreden worden.