Het wordt tijd om institutioneel wokisme te erkennen

12 september 2022Leestijd: 4 minuten
Geïnstitutionaliseerd 'wokisme' is onder andere terug te zien op universiteiten. Foto: ANP / Hollandse Hoogte / Kim van Dam

In het debat over ‘woke’ klinkt vaak het verweer dat er geen echt probleem is – dat woke-critici geloven in karikaturen of zelfs spoken. Niets is minder waar, woke is een reëel gevaar voor de liberale democratie, maar werkt ironisch genoeg via zijn eigen instituten, schrijft onderzoeker Tim Goudriaan op EW Podium.

Critici zoals Lisanne Wichgers onlangs hier op EW Podium roepen vaak dat systematisch bewijs voor ‘woke’ ontbreekt, dat het ‘anekdotisch’ is. Dit zegt meer over het kennisniveau van de auteur dan over de werkelijkheid. The Great Awokening – of het Grote Ontwaken – is de snelste culturele verschuiving in de Angelsaksische wereld in de moderne tijd. Het heeft ons social justice, cancelcultuur, diversiteit, inclusie en equity, de dekoloniale beweging, Black Lives Matter, en nog veel meer gebracht. Het tempo en plotse karakter ervan is uitgebreid kwantitatief onderbouwd en uitvoerig beschreven en geanalyseerd.

Tim Goudriaan (1985) is oprichter van kennisplatform de Spinozagroep en onderwijsplatform Teachmehowtodothat. Ook werkt hij als docent aan het University College Utrecht en als Game Based Learning-adviseur bij de Universiteit Utrecht.

EW Podium publiceert opinies van jonge schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.

Verandering van het discours

Dit blijkt bijvoorbeeld uit het veranderende discours in de media. Zowel in Engelstalige als Spaanstalige media zijn termen die vooroordelen over ras, etniciteit, geslacht, gender, seksualiteit en religie aanduiden, substantieel toegenomen sinds de jaren zeventig. Uit deze analyse van miljoenen artikelen in 47 kranten gedurende bijna vijftig jaar, zoals te zien in onderstaande grafieken, is het gebruik van termen als ‘racisme’, ‘patriarchaat’ of ‘transfobie’ exponentieel toegenomen. Volgens deze auteurs hebben media als The New York Times zelfs een voorname rol gespeeld in het ‘normaliseren’ van het geloof dat ‘huidskleur’ iemands belangrijkste kenmerk is – een ontwikkeling die Nederlandse media nou niet bepaald voorbij is gegaan.

Critici maken ook karikaturen van hen die zich uitspreken tegen ‘cancelcultuur’, en verwijten hun zelfs ‘degressief slachtofferschap’. Dit is onjuist en ongepast. Zoals hier wordt uitgelegd door Jonathan Haidt en Greg Lukianoff, auteurs van The Coddling of the American Mind (2018), is het probleem van ‘cancelling’ en censuur al sinds 2018 niet meer anekdotisch. Ook beperkt het zich niet langer tot Amerikaanse campussen.

Toename van de ‘cancelcultuur’

Lees hier de bijdrage van Lisanne Wichgers op EW Podium: Hou toch eens op met die karikaturen over ‘woke’

Woke

 

In de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, en inmiddels op steeds meer plekken in het Westen, ziet men een explosie van (meldingen van) cancelcultuur. Hoewel ‘links’ oververtegenwoordigd is in het ‘cancellen’ van ‘rechts’, gebeurt het ook andersom. ‘Woke’ kenmerkt zich namelijk door institutionele spiegelbeelden vanuit uitdijende politieke flanken.

Volgens Haidt is cancelcultuur ‘erger geworden, op elk vlak, overal waar we kijken, en internationaal’. Lukianoff, tevens directeur van de Foundation for Individual Rights and Expression (FIRE), zegt:

Ik heb de situatie nog nooit zo erg zien worden als in 2020… We waren toen al begonnen met het bijhouden van het aantal academici dat in de problemen komt. We zitten nu bijna op 600 academici die het doelwit zijn van, doorgaans, studenten – die hen op een of andere manier proberen te laten ontslaan of te straffen… 600 Is sinds 2015, maar ongeveer 400 daarvan zijn sinds 2020. (mijn vertaling, TG)

In maart 2022 publiceerde FIRE dit jaarrapport waarin aanvallen op academici in kaart zijn gebracht. Deze bevindingen worden kwalitatief en kwantitatief onderbouwd met deze Campus Disinvitation Database en deze Scholars Under Fire Database. Zoals in onderstaande grafiek te zien is, is het aantal academici dat onder vuur kwam in 2020 verviervoudigd ten opzichte van 2015. Daarbij werden de meeste aanvallen binnen de academie geïnitieerd, en steeg het aantal petities exponentieel (net als in Nederland): van 6 in 2015 naar 84 in 2020.

Aanvallen vanwege persoonlijke opvattingen

Daarbij blijken academici bovenal aangevallen te worden op hun persoonlijke overtuigingen, en dan specifiek – net als in Nederland – wanneer dit ‘ras’ of ‘gender’ betreft. Deze ontwikkelingen werden in Amerika al jaren begeleid door honderden zo niet duizenden ‘demands’ geschreven in woke-jargon zoals we die in Nederland vrijwel identiek terugzien. Hierover uiten ook in Nederland tal van rectoren, hoogleraren en journalisten al jaren hun zorgen.

Lees ook deze column van Geerten Waling: Rupsje woke genoeg, of toch niet?

Dat ‘systematisch onderzoek’ in Nederland ontbreekt, lijkt toch vooral en in de eerste plaats het academische establishment zelf te verwijten. Zo publiceerde de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen – te midden van groeiende zorgen over censuur – vooral geen onderzoek en in plaats daarvan een ‘richtsnoer’ over academische vrijheid. Brand blus je immers het beste met kennis van veiligheidsvoorschriften.

Wie wel ‘wakker’ is voor wat gaande is, kan weten dat etnische registratie voortaan verplicht wordt bij wetenschappelijke publicaties, dat universiteiten en kinderdagverblijven ondanks brede weerstand de etnische samenstelling van hun medewerkers in kaart brengen, dat de Europese Commissie bezig is met het vastleggen van etnische kenmerken van alle Europese burgers, en dat in Nederland plannen worden gemaakt om kinderen op basis van hun huidskleur te scheiden in de klas.

Er is sprake van een ‘institutioneel wokisme’

Voor wie ook bovenstaand systematisch onderzoek reduceert tot ‘anekdotisch bewijs’, wil ik de term ‘institutioneel wokisme’ introduceren. Want voor velen is institutioneel wokisme kennelijk, zoals Stokely Carmichael in 1967 over institutioneel racisme schreef, ‘both overt and covert… far more subtle, less identifiable in terms of individuals committing the acts’. Institutioneel racisme kan, in de woorden van het College voor de Rechten van de Mens, ‘vaak op indirecte, soms lastig herkenbare wijze een nadeel opleveren voor bepaalde groepen mensen op grond van hun afkomst’. Is dit niet gewoon de definitie van institutioneel wokisme? Dit willen we bestrijden, toch?

Dus karikaturen? Een ‘wokespook’? Hou toch op. Eén van de grootste culturele transformaties in onze geschiedenis voltrekt zich voor onze ogen, maar het enige wat men wil zien, is schaduwen. Wellicht wordt het tijd dat de overheid ook institutioneel wokisme gaat erkennen en passende maatregelen gaat treffen.