Grote ophef onder academici, zodra kritiek klinkt op ‘woke’. Toch rukt die ideologie aantoonbaar op in de wetenschap. Koepelorganisatie KNAW heeft haar zelfs openlijk omarmd en wil er geen kritiek op horen. Dat zet de academische vrijheid onder druk, schrijven historici Steije Hofhuis en Niek Pas op EW Podium.
Steije Hofhuis (1983) is docent cultuurgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht en rondt momenteel een proefschrift af over de evolutie van Europese heksenvervolgingen.
Dit is een artikel voor EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week meerdere artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.
Bedreigt de woke-ideologie de academische vrijheid? Ja, zo stelden wij eind oktober in NRC. Onder collega-wetenschappers deed dat veel stof opwaaien. Op Twitter omschreef Nadia Bouras ons stuk als een kwaadaardige, lafhartige ‘aanval van binnenuit’. Casper Albers vroeg zich af wanneer NRC de ‘bange witte man’ gaat vertellen dit soort stukken niet meer te plaatsen.
De door ons bekritiseerde hoogleraar Judi Mesman en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) reageerden in de krant: Mesman sprak over ‘zeer selectieve en veelal onjuiste anekdotiek’, terwijl KNAW-president Ineke Sluiter en voorzitter van de KNAW Commissie Vrijheid van Wetenschapsbeoefening Peter-Paul Verbeek, onze kritiek op woke zélf een bedreiging voor de academische vrijheid vonden. Tegelijkertijd kwamen van collega’s en studenten ook veel instemmende reacties binnen.
Allereerst het gebruik van dat begrip ‘woke’, want dat stuit vaak op weerstand. Neem Peter-Paul Verbeek, die onlangs nog zei dat hij het ‘jammer’ vond als die term valt, ‘want dan is het gesprek voorbij’. Maar na een wonderbaarlijke draai omarmt Verbeek het begrip in zijn reactie met Sluiter nu ook zélf. Mesman doet dat eveneens, dus onze stelling is hiermee bevestigd: het wokisme rukt vanuit het academische establishment op. De vraag is vervolgens: in hoeverre is dit een probleem?
Woke-wenselijkheid overtroeft wetenschappelijke zorgvuldigheid
Over Judi Mesman – ze kreeg de Simon Stevinpremie van 2,5 miljoen euro – schreven wij dat ze onverantwoord generaliseert. Dit kritische punt laat ze links liggen. Extra reden dus om erop door te gaan. Mesman spreekt in een artikel over ‘interetnische vooroordelen tegen moslims onder witte Nederlandse kinderen’ en in de Volkskrant zegt ze: ‘Veel jonge witte kinderen willen in de klas niet naast kinderen van kleur zitten.’ Maar de onderliggende studie berust op een vertekende, selectieve steekproef met blanke gezinnen zonder veel ervaring met gezinnen uit andere achtergronden.
Lees ook deze column van Geerten Waling: Waarom woke gevaarlijker is dan jaren zestig
Verder is het gemeten effect zwak, en eigenlijk werd er ook iets anders getest. Het experiment vroeg blanke kinderen niet of ze naast moslim- of zwarte kinderen wilden zitten, maar forceerde hen op basis van foto’s tot een keuze. Kinderen werden aangezet tot harde uitspraken over leeftijdsgenoten waar ze weinig tot geen ervaring mee hebben. De uitkomst suggereert niet per se een vooroordeel, als wel identificatie met kinderen die het best bekend zijn. Verder linkt Mesman haar bevinding met impliciete vooroordelen onder de ouders, maar ook hier is het gepresenteerde bewijs wel erg mager, terwijl er meer factoren kunnen spelen.
We waren benieuwd of Mesman ook kans had gemaakt op subsidie als ze had onderzocht of moslimkinderen naast niet-moslimkinderen willen zitten. In haar reactie geeft Mesman aan dat ze inderdaad subsidie heeft verworven om dit te onderzoeken. Maar vervolgens gaat het meteen weer te kort door de bocht: Mesmans studies op dat punt zijn nog niet de peer review door en daarmee oncontroleerbaar. Zonder dat te vermelden, presenteert ze haar ‘uitkomst’ in de krant: kinderen met wortels in een islamitisch land zijn in hun keuzes minder gericht op etnische kenmerken dan witte kinderen. Nu lijkt het bestaan van interetnische vooroordelen onder kinderen in Nederland ons niet ondenkbaar, maar je hoeft geen vakgenoot te zijn om te zien dat hier dingen misgaan: woke-wenselijkheid overtroeft wetenschappelijke zorgvuldigheid.
Opeens is ‘woke’ KNAW-beleid geworden
Verder bekritiseerden wij de KNAW, die beproefde wetenschappelijke kwaliteitsstandaarden zou vervangen voor vage, ideologisch geladen begrippen. Op NPO Radio 1 vroeg president Ineke Sluiter zich af waar wij ons op baseerden. Vreemd, want we verwezen expliciet naar een recent KNAW-richtsnoer over academische vrijheid.
Meer over dit onderwerp: Ken uw wokabulaire
In een briefadvies uit 2018 over hetzelfde thema verwees de KNAW nog elf keer naar waarheid, eenmaal naar objectiviteit en tientallen keren naar diversiteit aan ideeën en perspectieven. In het recente richtsnoer laat de KNAW waarheid en objectiviteit zelf onbenoemd, maar duikt wel zeven keer ‘inclusie’ en elf keer ‘veiligheid’ op. De tekst bevat weer veel verwijzingen naar diversiteit, maar deels in een vagere betekenis. Waarom heeft de KNAW criteria als waarheid en objectiviteit laten vallen? Ook Sluiter en Verbeek ontwijken hier de inhoudelijke discussie.
Sterker nog, zij willen het debat het liefst smoren. Eerst was bij gebruik van de term ‘woke’ ‘het gesprek voorbij’, nu is woke opeens officieel beleid, maar een nieuw voorschrift volgt onmiddellijk: ‘Een veroordelend gebruik van de term “woke” blokkeert discussie en bedreigt (academische) vrijheid,’ zo schrijven ze. Maar is het niet aan wetenschappers zélf om te bepalen wanneer een gesprek voorbij is?
Geen open idealisme, maar gesloten activisme
De academici en studenten die instemmend op ons stuk reageren, voegen wel vaak toe dit liever niet publiekelijk te doen. Gelet op ontwikkelingen in de Angelsaksische wereld – ons academische voorland, zoals we eerder schreven – is deze angstige houding ergens ook begrijpelijk. Onlangs nog gaf de Britse hoogleraar Kathleen Stock, erkend specialist in analytische wijsbegeerte, na een reeks woke-bedreigingen haar functie op. Woke toont hier geen open idealisme maar gesloten activisme. De precieze situatie in Nederland is nu moeilijk te beoordelen, maar dat is mede omdat de KNAW volhardt in de onwil tot onderzoek.
Ondertussen woekert woke gewoon door. Volgens een huidige schatting zullen vrouwen over 24 jaar representatief onder hoogleraren vertegenwoordigd zijn, maar op NPO Radio 1 stelde Ineke Sluiter dat niet snel genoeg te vinden. Het moet tutto e subito. Daarnaast wil ze aandacht voor méér ondergerepresenteerde groepen. Maar betekent dit ook precieze vertegenwoordiging van non-binairen? Of Antilliaanse Nederlanders, Zeeuwen, linkshandigen, en kinderen van praktisch geschoolde ouders?
Het gevaar van ‘woke’ begint door te dringen, schreef Geerten Waling in juli
Het aantal categorieën is potentieel eindeloos, dus dit opent de deur naar steeds ingrijpender monitoring, hokjesdenken en institutionele dwang. Of het de samenleving verder helpt, is de vraag. Zulk identiteitsdenken kan kansarme groepen ook tegen elkaar ophitsen, zo betoogde filosoof Joris Roelofs onlangs nog.
Geen kunstmatige maar échte emancipatie
Intussen zijn er betere manieren om ondervertegenwoordigde groepen te helpen. Kunnen de huidige investeringen in de almaar uitdijende diversiteitsbureaucratie niet beter worden besteed aan kwalitatief goed onderwijs op achterstandsscholen? Krijgen we dan in plaats van kunstmatige emancipatie niet gewoon échte emancipatie?
We betwijfelen of het academische establishment voor zulke discussies nog openstaat. Terecht wijzen Sluiter en Verbeek op wetenschappers die na publieke optredens worden bedreigd. Dit is uiterst zorgwekkend en ook wij willen de vrijheid van deze academici onvoorwaardelijk verdedigen. Tegelijkertijd vinden we het geen alibi om gevoelige discussies te blokkeren. Onze wetenschap verdient juist dat het debat over woke in alle openheid wordt gevoerd.