Komieken zijn grappig, maar kunnen ook een grote maatschappelijke impact hebben, schrijft Amerikadeskundige Abel Thijssen op EW Podium. Dat bewijst Jon Stewart, die er onlangs voor zorgde dat een wet om zieke veteranen te steunen door Amerikaanse Senaat werd aangenomen.
Abel Thijssen (1992) studeerde geschiedenis en volgde een master American Studies. Als schrijver richt hij zich op de interactie tussen media, politiek en popcultuur.
EW Podium publiceert opinies van (vooral jonge) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.
Bijna al mijn helden komen uit Amerika, zoals de komiek Jon Stewart (59). Waarom deze grappenmaker een held is, werd begin augustus weer eens duidelijk. De Amerikaanse Senaat dreigde de invoering van de PACT Act – wetgeving bedoeld om oorlogsveteranen te helpen – te blokkeren. Jon Stewart wist dit hoogstpersoonlijk te voorkomen door op scherpe wijze de aandacht van het publiek te vestigen op de kloof tussen het culturele ideaal en de realiteit van het dagelijks leven in Amerika.
Giftige gassen van ‘burn-pits’
Sinds de oorlogen in Irak en Afghanistan kampen meer dan tweehonderdduizend Amerikaanse militairen met aandoeningen variërend van kortademigheid tot zeldzame vormen van kanker. Deze permanente gezondheidsproblemen zouden zijn veroorzaakt door zogeheten burn pits – enorme kuilen waarin het leger al zijn afval deponeert en verbrandt. Jarenlang hebben deze veteranen een bittere strijd moeten voeren tegen het ministerie van Veteranenzaken om toegang te krijgen tot de zorg die ze nodig hebben.
Dit leidde tot de PACT Act. Deze wet regelt onder meer dat veteranen niet meer hoeven te bewijzen dat hun ziekte het gevolg is van giftige rook en dampen uit de burn pits, zodat ze eerder kunnen worden geholpen.
‘If this is America first, then America is fucked’
Een hartverwarmend wetsvoorstel zou je zeggen. Daarom vond het ook brede steun bij zowel Democraten als Republikeinen. Toch blokkeerden diverse Republikeinse Senatoren op het laatste moment de wet in de Senaat. Onder hen Senator Ted Cruz uit Texas.
Lees ook dit profiel: Wie is Ted Cruz, de meedogenloze Prince of Darkness?
Cruz kon rekenen op de toorn van Jon Stewart. Die werpt zich, na het immense succes van zijn Daily Show – nieuwssatire à la Arjen Lubach (of eigenlijk doet Lubach nieuwssatire à la Jon Stewart) – wel vaker op als voorvechter van benadeelde veteranen. Met succes. Zo wist Jon Stewart in 2019 het Congres zo ver te krijgen om eindelijk permanente financiering voor de medische kosten van de First Responders (hulpdiensten) van 11 september 2001 goed te keuren. Zijn tactiek: politici publiekelijk aan de schandpaal nagelen.
Kloof tussen het culturele ideaal en de realiteit van het dagelijks leven
In het geval van de PACT Act moest Ted Cruz het ontgelden in een serie tirades en interviews, zoals een persconferentie op de traptreden van het Capitool in Washington, waar Stewart te midden van activisten en veteranen leuzen scandeerde. Zoals altijd werd Stewarts inspanning breed opgepikt door de Amerikaanse media. Zelfs Fox News gaf Jon Stewart een podium, terwijl deze rechtse zender door Stewart in zijn jaren bij The Daily Show vaak belachelijk werd gemaakt. Dat Stewart niet alleen grappig is, maar ook invloed heeft, werd duidelijk toen de wet alsnog werd aangenomen.
Dat zieke en stervende oud-militairen moeten lobbyen voor gezondheidszorg in een land waar het nationale volkslied tijdens elke sportwedstrijd ter ere van hen wordt gespeeld – zoals Ted Cruz benadrukt in een van zijn verkiezingvideo’s – is toch ietwat eigenaardig. Ook als je nagaat dat het defensiebudget voor 2022 neerkomt op 768,2 miljard dollar, het hoogste in de geschiedenis van het land – een land bovendien dat zich tot nationale plicht heeft gesteld om voor zijn veteranen te zorgen.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Het voornoemde ministerie van Veteranenzaken is met datzelfde doel ingesteld, maar de schadeclaims van burn pit-slachtoffers waren jaren aan dovemansoren gericht. In The New York Times Magazine stelt opiniejournalist Megan Stack na uitvoerig onderzoek dat het ministerie zich zelfs bewust sceptisch opstelde tegenover deze veteranen.
Komieken verdienen brood met hekelen eigenaardige
Lees ook dit stuk op EW Podium: Het maatschappelijk belang van de nobele dwaas
Dat een komiek de overheid moet wijzen op haar nationale plicht is niet eigenaardig. Komieken verdienen immers hun brood met het hekelen van het eigenaardige. En vooral met het benoemen van de kloof tussen het ideaal en de werkelijkheid. Dat is waar humor vandaan komt, stelt de Amerikaanse literatuurwetenschapper en criticus Louis D. Rubin, Jr. in zijn essay The Great American Joke.
In de Verenigde Staten is deze kloof beter waarneembaar dan waar ook ter wereld, zegt Rubin. Althans, het culturele ideaal kent een veel hogere standaard. Hij heeft gelijk. De American Dream, die pretendeert dat geen enkele burger hinder mag ondervinden in zijn zoektocht naar welvaart en succes, is verankerd in de geboorteakte van het land, de Onafhankelijkheidsverklaring uit 1776. Dat blijft het heersende ideaal, ook al wordt in de praktijk lang niet iedereen als gelijke beschouwd of behandeld.
Amerikaanse traditie: met humor tekortkomingen aankaarten
Voor Stewart is deze kloof een bron van humor en politiek engagement. Op basis daarvan kun je stellen dat hij deel is van een Amerikaanse traditie die met humor de tekortkomingen van de maatschappij aankaart. Een traditie die terug te leiden is naar humoristen als Mark Twain, vader van de Amerikaanse literatuur. In een van zijn eerste werken, The Gilded Age, schetst Twain op satirische wijze een onthullend beeld van de Amerikaanse handelsgeest: ‘Laten we rijk worden, oneerlijk waar het kan, eerlijk als het moet.’ Het is ook geen toeval dat Stewart dit jaar de prestigieuze Mark Twain Prize for American Humor in ontvangst mocht nemen.
Nu kan worden gezegd dat Stewarts kritiek op Ted Cruz niets met komedie te maken had of op zijn minst minder snedig was dan zijn werk bij The Daily Show. Daarnaast is het vrij lastig om aan komedie de juiste betekenis te ontlenen. Deze gaat altijd gebukt onder de grap.
Feit is dat Stewarts humoristische oeuvre hem wel genoeg gravitas heeft opgeleverd om zijn medeburgers te hulp te schieten. Hij geeft écht om ze. Van politici kan dat niet altijd worden gezegd.