Spanje heeft onlangs na een volksinitiatief de status van ‘rechtspersoon’ verleend aan het natuurgebied Mar Menor. Dit is een opvallende en betekenisvolle ontwikkeling in de juridische strijd om natuurbescherming, schrijft filosoof Gerben Bakker op EW Podium.
Gerben Bakker (1982) studeerde wijsbegeerte en werkt als hogeschooldocent Integrale veiligheidskunde aan de Haagse Hogeschool. Hij is auteur van onder meer Dansen met de hydra (2022) en, samen met Gert Jan Geling, Over politieke correctheid (2018).
EW Podium publiceert opinies van (vooral jonge) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.
In het weelderige art-nouveau-kuuroord in Los Alcazares stond de Britse jetset ooit in de rij voor een modderbad. Nu staren de toeristen beteuterd naar de groene soep rond hun melkwitte enkels. ‘Niet zwemmen,’ luidt het devies, bekrachtigd door de dooie-vissenlucht die af en toe voorbijdrijft. Want de Mar Menor, de unieke binnenzee aan de Spaanse Costa Calida, waaraan het kuuroord ooit zijn therapeutische water onttrok, verkeert in een deplorabele staat. Maar na decennia van vervuiling en mismanagement lijkt er nu echt een keerpunt bereikt.
Een juridisch novum
Begin dit najaar kon men in Madrid getuige zijn van een juridisch novum. Het betekent mogelijk een aardverschuiving op het gebied van natuurbescherming. Voor het eerst in de Europese geschiedenis heeft een natuurgebied de status van rechtspersoon gekregen. Dit gebeurde dankzij de inspanningen van burgers, wetenschappers en milieuorganisaties die op basis van meer dan 600.000 ingezamelde handtekeningen zelf een wetsvoorstel mochten indienen.
De nieuwe wet kon worden aangenomen dankzij het Spaanse initiatief tot volkswetgeving. Bij meer dan een half miljoen opgehaalde handtekeningen mogen burgers zelf een wettekst ter stemming voorleggen. Met succes, want de ook door de senaat aangenomen wet regelt dat de Mar Menor moet worden behandeld als een zelfstandige juridische entiteit.
Lees ook deze spraakmakende column van Simon Rozendaal: Het gaat met heel veel natuur hier juist goed
Een natuurgebied als rechtspersoon?
Klinkt imposant, maar wat betekent dat? Tamelijk veel, volgens milieurechtsgeleerde Dries Verhaeghe. Hij legt uit dat een natuurorganisatie ‘normaal’ een zaak aanspant tegen een vervuiler uit hoofde van zichzelf. Zulke rechtszaken zijn kostbaar en de kosten vaak niet verhaalbaar. Bovendien verschuift de aandacht van het ecologisch belang naar de belangenstrijd tussen bedrijf en ngo. Vaak is er allerlei versnipperde milieuwetgeving van toepassing. De kern valt dan uiteen in deelkwesties waarover lang en breed gesteggeld wordt.
Een veel dwingender zorgplicht
Voor de Mar Menor schoot dat allemaal niet op. Door de stevige lobby en de onbetrouwbare regiopolitiek gebeurde er jarenlang niets. De lagune raakte steeds ernstiger vervuild met meststoffen uit het omliggende afvloeigebied waardoor een ecologische ramp nog altijd dreigt. Gebieden als deze hebben bij ernstige verontreiniging te maken met een tipping point, een kantelpunt. De algengroei kan door de hoge nitraatgehaltes zo uit de hand lopen dat al het andere leven verstikt. De lagune zou dan hetzelfde onomkeerbare lot kunnen wachten als bijvoorbeeld de Salton Sea in de Verenigde Staten, een van de weinige vergelijkbare ecosystemen in de wereld. Daar hebben waterstank en toxische stofstormen op sommige plekken ook het menselijk leven volledig onmogelijk gemaakt.
Met deze wet kan in principe iedere burger namens het gebied een zaak aanspannen. ‘De nieuwe wet kent het recht op bescherming, behoud, beheer en herstel ten laste van de overheden en hun oeverbewoners toe,’ aldus Verhaeghe. Een veel dwingender zorgplicht dus. Maar ook een veel lagere drempel om juridisch op de barricaden te gaan. Projectontwikkelaars moeten donders nerveus zijn. Want het is niet ondenkbaar dat zelfs aanpalende toeristencomplexen gesloopt kunnen worden als er schadelijk verband is aangetoond.
Lees het volledige omslagartikel met alle 111 vragen en antwoorden over de stikstofcrisis
De natuurrechtenbeweging
Het toekennen van rechten aan natuurlijke entiteiten, van een enkel dier tot een hele bergketen, wortelt in de rights of nature-, of natuurrechtenbeweging. Als aartsvader geldt Christopher D. Stone met zijn standaardwerk Should Trees Have Standing? (1972). De kerngedachte is dat we eerst ons normperspectief moeten kantelen om juridisch te veranderen: we kunnen best bereid zijn natuurlijke dingen, net zoals bedrijven, als rechtsentiteiten te zien. Maar we zijn er nu eenmaal aan gewend om natuur vooral als bezit te beschouwen. Deze verhouding werkt uitbuiting in de hand, en veroorzaakt slecht rentmeesterschap.
In het verleden zijn er eerder rechten toegekend aan natuurlijke entiteiten. Maar het ging dan vaak ook om de status die een rivier of woud had voor oorspronkelijke volkeren. Zij ervaren doorgaans sterke verbondenheid met hun omgeving en kennen vanzelfsprekender bestaansrecht toe aan dieren, bergen en rivieren. Zo heeft Ecuador de plicht tot bescherming van het volledige natuurpatrimonium in zijn grondwet opgenomen. In Nieuw-Zeeland heeft de regering drie rivieren plus stroomgebieden met een heilige status volledige rechtspersoonlijkheid toegekend.
Maar bij de Mar Menor speelde zo’n inheems perspectief niet. De status is toegekend vanuit eigenstandig ecologisch belang. Maar kan de mens op die manier wel op de plek van het natuurlijk belang gaan staan? Tegenstanders van de beweging wijzen erop dat de rechtspersoonlijkheid van niet-menselijke entiteiten tornt aan het principe van wederkerigheid. Een rechtspersoon zou naast rechten ook altijd plichten moeten bezitten. Maar dit kan voor een natuurgebied nooit het geval zijn.
Waddenzee in de rechtszaal?
Natuurorganisaties zullen met grote ogen naar dit succes hebben gekeken. Vooralsnog hebben partijen als Urgenda en Milieudefensie in de rechtbank ingezet op hoe milieuschade in strijd is met mensenrechten, zoals het recht op gezonde lucht. Of zij benutten de juridische mogelijkheden die ontstaan, omdat de overheid zich niet houdt aan de milieuregels die zij zelf afdwingt.
Lees ook dit EW Podium-stuk terug: Kritiek op de rechtsstaat is niet altijd onrechtsstatelijk
Nemen de Waddenzee en de Hoge Veluwe dan binnenkort ook de gang naar de rechtszaal? Zo’n vaart zal het niet lopen. Het toekennen van recht aan natuur is niet verankerd in de Nederlandse wet. Maar het is prima voor te stellen dat ook hier vergelijkbare voorstellen komen. Voorlopig zullen deze initiatieven dan van politieke partijen moeten komen. Want een vergelijkbaar initiatief tot volkswetgeving bestaat in Nederland (nog) niet. Toch gaat het allemaal veel sneller dan gedacht. Verhaeghe: ‘Zonder dit precedent had het zomaar twintig jaar kunnen duren voordat de geesten rijp zijn voor dit soort verandering.’ Als het gaat om rechtstoekenning aan natuur lijkt de geest definitief uit de fles.