We zijn het verleerd om elkaar te vergeven. Iedere zondaar staat voor eeuwig op het digitale schavot. Dat moet niemand willen, schrijft theoloog Joost Röselaers op EW Podium.
De kerk heeft de afgelopen jaren flink aan invloed moeten inboeten. Langzaam maar zeker was het gedaan met zijn vanzelfsprekende plaats in families, verenigingen en politieke partijen. En hoe opmerkelijk deze conclusie ook mag klinken uit de mond van een predikant: deze ontwikkeling heeft ook veel goeds met zich meegebracht.
Onnoemelijk veel mensen konden zich bevrijden van wat zij als een keurslijf hebben ervaren. Zij kregen de ruimte zich te ontwikkelen tot de mens die zij van oorsprong zijn. Een vrouw hoefde niet meer achter het aanrecht, de homo niet meer in de kast. Wie om welke reden dan ook niet eraan te pas kwam, kreeg eindelijk de kans zich te emanciperen. Er kwam een einde aan een cultuur van dikwijls benauwend paternalisme.
Hoewel de seculariseringsgolf dus beslist niet in elk opzicht te betreuren valt, verdwijnen er ook heel betekenisvolle aspecten van het christendom. Een aantal Bijbelse noties klinkt niet of nauwelijks meer.
Vergeving is hard nodig in tijd van keiharde oordelen
Het hart van die verhalen bestaat voor mij uit de liefde. ‘Geloof, hoop, liefde, maar de grootste van deze drie is de liefde,’ leerde Paulus ons. Wat wordt er verstaan onder liefde?
Deze liefde valt niet samen met romantische of erotische liefde. De liefde waar hier sprake van is, is universeel van karakter. Ze kleurt de wijze waarop wij naar de ander kijken. Wij hebben door deze liefde meer begrip en empathie. En doordat we de ander liefhebben, gunnen wij die altijd een nieuw begin. Wij pinnen elkaar niet vast op wat er mis ging in ons leven. Hoe erg of schaamtevol de begane actie ook moge zijn, een nieuw begin is altijd mogelijk.
Vergeving is voor mij het hart van het verhaal van Jezus. Het is de hoogste tijd dat kerken weer spreken over dit hart van ons geloof. Want we zijn het verleerd om elkaar te vergeven. We zijn heel goed in het veroordelen van elkaar. De sociale media hebben dat alleen maar versterkt. Iedereen wordt schaamteloos de maat genomen. Bij elke misstap moet een minister opstappen.
Je ziet het ook in andere sectoren. Een paar jaar geleden moest Daniele Gatti opstappen als chef-dirigent van het Concertgebouworkest. Nog steeds is niet duidelijk waarom. Hij keerde nooit meer terug naar Amsterdam. Er blijft een open wond. En geldt dat niet ook voor Tom Egbers, Matthijs van Nieuwkerk en Khadija Arib?
Steeds minder ruimte voor een nieuwe kans
Het centrale verhaal van het Evangelie kan ons de weg wijzen. Het verhaal van de lijdensweg. Met Goede Vrijdag schreeuwt het volk (zoals het nu nog steeds doet): laat hem (of haar) kruisigen! Er was een vage aanklacht, amper gegrond. Maar voor het volk was dat voldoende.
Dat geldt overigens ook voor ons privéleven. In hoeverre zijn wij nog tot vergeving in staat, en gunnen wij de ander (en elkaar) een nieuw begin? Ik denk aan vriendschappen waar de een de ander heeft teleurgesteld. Aan familiebanden: na een teleurstellende gebeurtenis zijn familieleden in staat elkaar decennialang niet meer te spreken. Aan relaties, als er een scheve schaats is gereden. Er wordt ons steeds vaker opgelegd dat dat het einde moet zijn. Dat er vooral bij ontrouw ferm moet worden gehandeld, dat wij op onze strepen moeten staan. Geen sprake van dat wij hem of haar nog een tweede (of derde) kans geven. De ander moet hangen.
Op Goede Vrijdag volgt Stille Zaterdag. De rust is wedergekeerd. Het volk keert terug naar huis, tevreden met het resultaat. De schurk is dood, of in elk geval monddood gemaakt. Het volk heeft zijn zin gekregen. De veroordeelden blijven achter zonder perspectief op een nieuw begin. De samenleving heeft hen dood verklaard. Google zal er altijd zijn om de pijnlijke herinneringen levend te houden.
Een eindeloze kringloop van straf en wraak
‘Goede Vrijdag moet voorgaan, Pasen zal volgen,’ betoogde Johannes Uytenbogaert (1557-1644), een van de eerste remonstrantse predikanten. Deze woorden vatten het paasgebeuren kernachtig samen. Het hart hiervan speelt zich af op paasochtend. Het graf is leeg. De veroordeling heeft niet het laatste woord. Het leven gaat door. Er is een perspectief.
Deze laatste, cruciale stap mis ik in de samenleving. Goede Vrijdag en Stille Zaterdag moeten voorgaan, maar daarop volgt niets meer. De ongemakkelijke stilte heeft het laatste woord.
Kunnen wij de beschuldigden aan hun lot overlaten, in deze volstrekte stilte? Daarvan wordt niemand beter. Zij niet, maar de samenleving ook niet. En wij in onze privérelaties ook niet. We blijven vastzitten in een eindeloze kringloop van straf en wraak, van zelfbehoud en veroordeling.
Er is maar één manier om uit deze kringloop te stappen: aanvaarden dat wij geen haar beter zijn dan de beschuldigde. Ook ons leven zit vol missers en misvattingen. Alleen hebben wij het geluk dat deze niet constant onder een vergrootglas worden gelegd, of dat wij eenvoudigweg de dans zijn ontsprongen. Wie eerlijk in de spiegel kijkt, zal barmhartiger naar anderen kijken. Die zal beseffen: iedereen moet nieuwe kansen krijgen. Daarvan worden we allemaal beter.