Basisbeurs betekent gratis bier, breng het leenstelsel terug

Studenten van de Rijksuniversiteit Leiden tijdens een gastcollege door minister-resident Rutte, eerder dit jaar. ANP/Hollandse-Hoogte/Nico Garstman

Het leenstelsel moet weer terug, de basisbeurs is onnozel en bevordert ook nog eens de ongelijkheid. Als studenten zo graag een luxeleventje willen leiden, moeten ze daarvoor maar werken of geld bijlenen, schrijft student Richard Brante op EW Podium.

Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in september lachte de Tweede Kamer Caroline van der Plas (BBB) keihard uit om haar ‘gratis bier-motie’. Maar ik lach de hele Kamer nóg harder uit om haar gratis bier-basisbeurs. Sinds het huidige schooljaar (2023-2024) is het  studenten weer mogelijk gemaakt  om de basisbeurs aan te vragen. Velen zien dit als dé manier van studiefinanciering, maar het is eigenlijk een makkelijke oplossing uit sympathie. Natuurlijk is enige sympathie van belang, maar dat houdt niet in dat er minder rationeel naar moet worden omgekeken.

Het gratis geld steken studenten in luxe en vermaak

Als ik om me heen kijk, zie ik dat het overgrote deel van het geld niet eindigt bij onderwijsgerelateerde zaken. Ik ken genoeg mensen die de basisbeurs ontvangen en amper geld uitgeven aan school. Zo worden hun studiespullen en collegegeld gefinancierd door hun ouders en geven ze hoogstens een paar euro uit aan een Turkse pizza op school. Sommigen zien het zelfs als een reden om niet meer te werken.

Het is dus een ontzettend onnozel concept dat het volk van Nederland indirect meebetaalt aan het biertje van een student. En dat allemaal zodat diegene zijn biertje niet hoeft terug te betalen na zijn studie (in de vorm van een schuld).

De basisbeurs lijkt elegant, maar bevordert ongelijkheid

Op het eerste gezicht lijkt de basisbeurs een elegant systeem. Een student krijgt per maand een geldbedrag, dat nog hoger wordt als  iemand uitwonend is. Dit is een gift, tenzij de student zijn of haar diploma niet binnen tien jaar haalt. Dit klinkt heel redelijk, maar toch zijn er enige problematische consequenties.

Waarover niet genoeg wordt gesproken, is de ongelijkheid, die in principe zal toenemen. De basisbeurs zorgt ervoor dat afgestudeerden niets of althans een stuk minder hoeven terug te betalen na hun studie. De nieuwe (hoogopgeleide) alumni zullen nóg meer geld overhouden dan voorheen. Dus terwijl ze al meer verdienen, wordt hun vermogen extra gespekt. En waarom? Dit zijn juist de mensen die het terug kunnen betalen. In feite is het een overbodige subsidie voor de elite. Dit belemmert de economische herverdeling, iets wat met name links juist zou willen bevorderen. Zo ontstaat er met een sociaal rechtvaardig concept meer sociale ongelijkheid. Schijn bedriegt.

Studenten onder leenstelsel zijn niet meteen zielige slachtoffers

De vraag is hoe is dit plan er doorheen is gekomen. Mijn beste gok: niet goed doordacht en zelfcensuur. Het feit alleen al dat internationale studenten (uit bijvoorbeeld Duitsland) recht hebben op de studiefinanciering, mits ze 32 uur per maand werken, laat zien hoe goed erover is nagedacht. Ook is er niet voldoende rekening mee gehouden waar dat geld heen zal gaan: een luxe levensstijl die de studie eerder in de weg staat dan bevordert. Velen zijn zich hier dus niet bewust van.

Het laatste nieuws en opinie direct naar uw telefoon, volg EW Magazine op Whatsapp     VOLGT U EW MAGAZINE AL OP WHATSAPP?

Volg EW en schep orde in de informatiechaos. Vertrouw op heldere analyses, diepgravende achtergronden en scherpzinnige columns.

Intussen is het onpopulair geworden om tegen de basisbeurs te zijn. Er wordt niet meer naar de inhoud gekeken, maar naar hoe zielig de studenten zouden zijn met hun leningen en studieschuld – en dat je simpelweg een klootzak zou zijn als je het concept van de basisbeurs niet toejuicht. Alleen de VVD was tegen de afschaffing van het leenstelsel en zelfs in haar verkiezingsprogramma staat dat ze de basisbeurs wil behouden voor alle studenten.

Laat studenten investeren in zichzelf met leenstelsel

Het leenstelsel moet weer worden ingevoerd, met als doel dat de verantwoordelijkheid weer bij de student komt te liggen en er geen publiek geld meer wordt uitgedeeld alsof het niets is. De studenten zouden dit echt moeten zien als een investering in zichzelf. Het geld dat de overheid hiermee bespaart en verdient, kan worden gebruikt om te investeren in het onderwijs.

Laat die studenten lekker lenen voor hun studie – en als ze meer geld willen voor hun overbodige luxe moeten ze maar werken – of nog meer lenen, ze moeten het tenslotte zelf terugbetalen. Ze moeten het tenslotte zelf terugbetalen. Om dit te verwezenlijken moeten politieke partijen eerst met een minder populistische en daarmee meer verantwoorde blik kijken naar het heikele onderwerp studiefinanciering.