Nu Nederland naar rechts zwaait, is het belangrijk te beseffen dat het land niet kan zonder een vrije geest. Indien woorden als ‘tolerantie’, ‘emancipatie’ en ‘innovatie’ alleen maar een collectieve allergie oproepen, ondermijnt dat de open samenleving, schrijft freelance-auteur Daan H. Teer op EW Podium.
De verkiezingsuitslag legt bloot dat er voor een progressieve toekomstvisie weinig draagvlak bestaat. Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) kon zijn linkse reddersrol niet waarmaken. In plaats van op hem, stemde ruwweg een kwart van de Nederlanders op de PVV: een nagenoeg reactionaire partij, die zich afzet tegen ‘gender-maatregelen, klimaatwaanzin en diversiteitsgeneuzel’. De brede sympathie voor deze standpunten heeft niet alleen politieke, maar ook culturele implicaties.
Frontsoldaten in de cultuuroorlog
Volgens de PVV is ‘Nederland (…) Nederland niet meer’, en moet het dat wel weer worden. Een aanzienlijk deel van de Nederlanders beaamde die visie. Dat betekent dat onder het volk een conservatieve inborst prevaleert. En dat de ‘cultuuroorlog’ beslecht lijkt. Het ‘woke-spook’ is vrijwel vergaan. Het speelt niet langer in de samenleving, maar zweeft erboven: slechts nog als speelgoed van radicale activisten, academici en politici. Na jarenlange discussie over sociale rechtvaardigheid zwiert de politieke slinger terug.
Wat wordt Nederlands nieuwe koers? Hopelijk wordt die niet gesymboliseerd door Wilders’ blonde haar. Het gevaar van progressivisme is roekeloze verandering vanuit culturele zelfhaat, maar het gevaar van conservatisme is visieloze stagnatie vanuit cultureel narcisme. ‘De Nederlander’ die Wilders idealiseert is, ironisch genoeg, een bijna racistische karikatuur. Indien hij wordt gereduceerd tot haring happen, rommelmarkten en Zwarte Piet, doet dat hem pijnlijk tekort.
Want hoewel polders, dijken en waterwerken onze gemeenschappelijke bedding vormen, is Nederland een ‘divers’ land. Dat woord is, helaas, gepolitiseerd vanuit extreem-linkse hoek. Diversiteit is niet per definitie altijd een deugd is – een jihadist, een fascist en een communist zijn met zijn drietjes ook hartstikke divers. Toch leidt pluriformiteit wel degelijk tot creativiteit: hoe meer invalshoeken, hoe meer potentiële innovatie en dus vooruitgang.
Balans tussen vernieuwing en behoud
Vooruitgang is het kerndoel van gezond progressivisme. Stabiliteit is het kerndoel van gezond conservatisme. Na de maatschappelijke onzekerheid door corona, overheidsschandalen en inflatie, is het begrijpelijk dat Nederland naar het tweede verlangt. Toch heeft dat ook nadelen. Onbegrensd conservatisme verhindert de vernieuwing die noodzakelijk is om samenlevingen vitaal te houden.
Het kerndoel van de politieke frictie tussen progressivisme en conservatisme is het vinden van een juiste balans tussen vernieuwing en behoud. Hoe polariserend de verkiezingen ook waren, links en rechts hebben elkaar nodig. Hun wederzijdse wantrouwen mag niet leiden tot wederzijdse marginalisering. Conservatieven moeten zich opstellen als sportieve winnaars.
Elke Nederlander is volwaardig burger
‘De Nederlander’ is niet enkel een nuchtere, blonde patatvreter. Ons land telt bijna 18 miljoen inwoners, onder wie westerlingen, Aziaten, Arabieren, christenen, joden, moslims, hetero’s, homo’s en lesbiennes. Allen identificeren zich als Nederlands en verdienen dus onder die paraplu te vallen. De collectieve identiteit laat zich daarom niet zo makkelijk duiden als Wilders’ stereotypering insinueert.
De Nederlandse cultuur kun je terecht aanhalen als de vruchtbare grond waarin de vrije samenleving is geworteld. Maar het behoud van die vrijheid vereist wel de erkenning van elke Nederlander als volwaardig staatsburger, inclusief diegenen die minder deelnemen aan van oudsher Nederlandse tradities. Een kunstmatig onderscheid tussen eerste- en tweederangsburgers ondermijnt de vrijheid die de PVV pretendeert te waarborgen.
Noem mensen niet zomaar ‘wokies’
Rechtse kritiek op (extreem-)linkse standpunten moet zich manifesteren in een maatschappelijk debat, niet in maatschappelijke uitsluiting. De afgelopen jaren ondervonden conservatieven onterechte framing door progressieven, en werden zij niet zelden gratuit weggezet als ‘wappies’. Het is nu aan hen om niet dezelfde fout te maken. Indien zij progressieven categorisch framen als ‘wokies’, zullen zij Nederlanders alleen maar verder uiteendrijven. Dat voorkomt de matiging die het land nodig heeft om te herstellen van de meerdere crises die het doorstond.
Om te overleven, moest het kleine Nederland altijd slimmer zijn dan andere landen. Daarom is de Nederlandse cultuur relatief ruimdenkend, vindingrijk en adaptief. Of die vrije geest is doorgeschoten, is terecht een discussiepunt. Maar tegelijk kan het land kan niet zonder die kerneigenschap. Indien woorden als ‘tolerantie’, ‘emancipatie’ en ‘innovatie’ alleen maar een collectieve allergie oproepen, ondermijnt dat de open samenleving.
Links en rechts moeten blijven praten
Nederland kan niet zonder zijn conservatisme, maar evenmin zonder zijn progressivisme. Nu het land naar rechts zwaait, is het belangrijk die nuance te behouden. Het extremisme dat aan beide kanten de politieke status quo bedreigt, moet worden uitgesloten. Tegelijk moeten links en rechts met elkaar blijven praten.
Reële vraagstukken zoals koopkracht, woningnood en migratie vragen om zowel een luisterend oor als creatief oplossingsvermogen. Het oplossen van deze oude problemen vergt een vernieuwende blik. Alleen wie dit principe omarmt, kan de wonden helen en van ‘Nederland weer Nederland’ maken.