Waarom een nieuw kabinet ‘groepsbelediging’ moet schrappen

Pegida-protest in Dresden, met vlag van de extreem-rechtse hipsters van de Identitaire Beweging. Alexander Becher/ANP

Op 23 november 2023 veroordeelde de rechtbank in Den Haag Pegida-voorman Edwin Wagensveld voor groepsbelediging. Die uitspraak toont dat groepsbelediging uit het Wetboek van Strafrecht moet verdwijnen, schrijft criminoloog Bart Collard op EW Podium.

Op 22 januari 2023 demonstreerde Wagensveld bij het tijdelijke Tweede Kamergebouw. Hij verscheurde een Koran, die hij vertrapte met zijn voeten. Daarna zei hij:

Wanneer ik de Koran aan flarden wil scheuren, dan moet dat gewoon kunnen. (…) Fascistisch boek. Het is net zo erg als Mein Kampf. Aanhangers volgen dezelfde ideologie als Hitler. En iedereen weet waar dat toe geleid heeft in ons land.

Wagensveld ging op de verscheurde pagina’s staan en zei: ‘Nu gaan we hier nog even op dansen ook.’

De rechtbank vroeg zich af: ‘Is de uitlating naar haar bewoordingen en/of gelet op de context beledigend voor een groep?’ Volgens de rechtbank kan het verscheuren van een Koran ‘door velen als kwetsend, choquerend of verontrustend worden ervaren’, maar is deze handeling niet strafbaar.

Maar over de uitspraak van Wagensveld stelt de rechtbank:

Door moslims te vereenzelvigen met nationaal-socialisten, nazi’s, en te suggereren dat moslims mogelijk soortgelijke gruweldaden zullen plegen als nazi’s, heeft de verdachte naar het oordeel van de rechtbank een groep mensen, namelijk moslims, bij het publiek in een kwaad daglicht gesteld en hun eer en goede naam aangetast, enkel en alleen op basis van hun geloof.

Rechtbank lijkt zich er gemakkelijk vanaf te maken

De rechtbank lijkt te stellen dat Wagensveld ‘alle’ aanhangers bedoelt. Maar is het niet mogelijk dat hij ‘sommige’ aanhangers bedoelde? Wagensveld had het niet over het aantal aanhangers.

De rechtbank hanteert dezelfde schrijfstijl als Wagensveld wanneer zij stelt: ‘door moslims te vereenzelvigen.’ Alle moslims? Of sommige moslims? Als Wagensveld een gebrek aan precisie wordt verweten, moet dat ook gelden voor de rechtbank.

Het laatste nieuws en opinie direct naar uw telefoon, volg EW Magazine op Whatsapp     VOLGT U EW MAGAZINE AL OP WHATSAPP?

Volg EW en schep orde in de informatiechaos. Vertrouw op heldere analyses, diepgravende achtergronden en scherpzinnige columns.

Bovendien rijst de vraag in hoeverre Wagensveld met zijn uitspraak moslims in een kwaad daglicht stelde. Wellicht zijn sommige moslims of ex-moslims het zelfs met hem eens. Stel dat Wagensveld een punt heeft, dan kan die uiting natuurlijk nog steeds als beledigend worden ervaren. Maar mag de waarheid dan niet worden uitgesproken?

De rechtbank deed geen onderzoek naar het waarheidsgehalte van de uitspraak, maar stelt slechts terloops: ‘Nog los van het feit dat voor een dergelijke vrees geen grond lijkt te bestaan.’ Nergens blijkt hoe de rechtbank daarbij komt. De rechters lijken zich er gemakkelijk vanaf te hebben gemaakt.

Voelde Wagensveld zich misschien beledigd?

Waarom deed de Pegida-voorman dat dansje op het verscheurde boek en de betreffende uitspraak? De rechtbank gaat eraan voorbij dat de actie van Wagensveld weleens reactief kan zijn geweest.

Kan Wagensveld aanstoot hebben genomen aan wat hij in de Koran las? Kan hij zich beledigd hebben gevoeld door dat boek? Vindt hij dat het boek joden, christenen en ongelovigen beledigt, of aanzet tot haat of discriminatie tegen hen?

Rechter behandelt belangrijke vragen niet

Volgens de rechtbank kunnen de uitlatingen, in de context waarin zij zijn gedaan, een bijdrage leveren aan het publiek debat, omdat ‘de islamisering van Europa’ een ‘regelmatig terugkerend onderwerp in het publieke debat’ is. Toch vindt de rechtbank de uitlatingen van de verdachte onnodig grievend. De rechtbank motiveert dit betrekkelijk kort:

De rechtbank ziet niet in waarom het in het kader van dat debat nodig was om naast het verscheuren van de Koran en het staan op de verscheurde pagina’s – hetgeen op zichzelf nog als toegestane geloofskritiek zou kunnen worden gezien – vervolgens ook nog eens, in die context, alle moslims over één kam te scheren door hen gelijk te stellen aan nazi’s en daarbij te suggereren dat zij de gruweldaden van de nazi’s in Nederland weleens zouden kunnen gaan herhalen.

Pas hier heeft de rechtbank het over ‘alle’ moslims. De rechtbank zocht naar de noodzaak om ‘naast het verscheuren van de Koran’ zijn uitspraak te doen, en vond die niet. Maar zonder een inhoudelijke behandeling kan de rechtbank zoiets niet stellen. Waarom sprak Wagensveld dan zijn woorden? En waarom verscheurde hij die Koran? De rechtelijke uitspraak behandelt deze vragen niet, terwijl die bepalend zijn om te kunnen oordelen over de noodzaak.

Terreurorganisaties als Al-Qa’ida en IS beroepen zich immers op de Koran. Of misschien wilde Wagensveld wel waarschuwen voor het antisemitisme onder moslims. Daarvoor is ‘simpelweg’ een Koranverscheuring onvoldoende: er zouden aanvullende uitspraken voor nodig zijn geweest. Het is nu speculeren naar zijn motieven.

Rechter lijkt moreel oordeel te vellen

Over het verscheuren van een Koran, en het staan op de gevallen pagina’s, stelt de rechtbank dat dit ‘op zichzelf nog als toegestane geloofskritiek zou kunnen worden gezien’.

De rechtbank had hier moeten stellen: ‘hetgeen als toegestane geloofskritiek wordt gezien.’ De rechtbank lijkt hier niet slechts een juridisch, maar ook een moreel oordeel te geven over het verscheuren van Korans.

Rechter oordeelde zonder onderbouwing

Tot slot het tweede deel van de motivatie van de rechtbank:

Nog los van het feit dat voor een dergelijke vrees geen grond lijkt te bestaan, bestonden er voor de verdachte talloze andere manieren om het door hem gewenste debat over de invloed van de islam in Europa of in Nederland te voeren, zonder daarbij een grote groep mensen op dusdanige wijze te kwetsen.

Maar het verscheuren van een Koran hoeft niet de bedoeling te hebben om de invloed van de islam in Europa of Nederland aan te tonen. De verscheurder kan zich ook ernstig zorgen maken over de inhoud en invloed van dat boek.

Ook hieruit blijkt dat de rechtbank, zonder in te gaan op de inhoud van de problematiek – Wat behelst die islamisering? Waarvoor staat de islam? In hoeverre is zij verenigbaar met liberale waarden? – zo’n oordeel niet onderbouwd kan vellen.

‘Groepsbelediging’ is subjectief

De rechtbank verwijt Wagensveld dat gelijkheid behoort ‘tot de belangrijkste kernwaarden’ van de Nederlandse samenleving. Dat klopt, maar juist in de islam is gelijkheid zoals westerlingen dat begrip opvatten uiterst controversieel.

‘Groepsbelediging’ is een subjectief delict. Hoe meet je naar enigszins objectieve maatstaven of een groep is beledigd? Maakt het uit dat de ene groep langere tenen heeft dan de andere? Waar ligt dan de drempel voor een veroordeling? Maakt de intentie van de belediger nog uit? En wat als hij de waarheid spreekt, maar deze beledigend wordt opgevat?

Een nieuw kabinet moet overwegen groepsbelediging te schrappen uit het Wetboek van Strafrecht.