Na een lange thuiswerkdag een serie kijken kan voor veel mensen een heerlijk moment van rust zijn. Even geen werk, even geen stress. Toch komt het vaak voor dat thuiswerkers tijdens zo’n heerlijk rustmoment worden gestoord door collega’s. Durf je daartegen te verzetten, schrijft student bestuurs- en organisatiewetenschap Mark de Graaf in een artikel voor EW Podium.
Al is het maar een kort vraagje via de mail, een appje met een mededeling of een telefoontje om te informeren – werkgerelateerd contact buiten werktijden om kan stressvol en storend zijn. Voor wie dit herkent en er een hekel aan heeft: je mag jezelf een segmenteerder noemen.
Twee typen werknemers: segmenteerders en integreerders
Segmenteerder zijn is niks om je voor te schamen. Het is namelijk normaal om na je werkdag klaar te zijn met werk . Het kan alleen wel moeilijk zijn om ervoor uit te komen. Samen met andere studenten heb ik enkele thuiswerkers van een bekende Nederlandse bank geïnterviewd. Uit ons onderzoek wordt duidelijk dat er inderdaad grofweg twee soorten thuiswerkers zijn: thuiswerkers die werkgerelateerde storing buiten werktijd geen probleem vinden (‘integreerders’) en collega’s die hier wel moeite mee hebben en hun werk liever afsluiten na 17.00 uur (‘segmenteerders’, dus).
Mark de Graaf (2002) studeert Bestuurs- en organisatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Voor een vak deed hij een onderzoek naar virtueel thuiswerken tijdens de huidige pandemie en interviewde hij tien fulltime thuiswerkers van een bekende Nederlandse bank.
Dit is een artikel voor EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week diverse artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.
Deze tweedeling komt uit het boek van Tanja van der Lippe, hoogleraar sociologie aan de Universiteit Utrecht: Waar blijft mijn tijd? (2021). Ook in een artikel in de Volkskrant wordt de sociologe aangehaald, al gaat het daar vooral over integreerders en hoe zij zich moeten gedragen. Terwijl het juist de segmenteerders zijn die hulp nodig hebben. Hulp op maat welteverstaan, want de tweedeling in soorten thuiswerkers doet geen recht aan de onderlinge verschillen tussen segmenteerders.
Niet zo goed voor de carrière
Zo zijn er segmenteerders die geen enkele moeite hebben met het negeren van collega’s buiten werktijd. Een geïnterviewde segmenteerder kiest ervoor om uiterlijk half vijf te stoppen met thuiswerken. Het lukt hem naar eigen zeggen vrij goed om alles dan af te sluiten. De laptop gaat uit en dicht en zelfs de werk-appmeldingen op de telefoon worden gedempt. Deze bankmedewerker is een goed voorbeeld van een type segmenteerder die geen moeite heeft met het afsluiten van zijn werkdag. Toch?
Hoewel de thuiswerker vol zelfvertrouwen spreekt over zijn werk-privébalans, geeft hij aan dat zijn keuzes carrièretechnisch gezien misschien niet de slimste zijn. Een voorbeeld van zo’n ‘domme’ keuze is het laten schieten van een meeting omdat dat voor zowel het gezin als de thuiswerker fijner is. Zo weet iedereen in huize segmenteerder waar hij of zij aan toe is, want het helpt, aldus de thuiswerker, bij ‘het creëren van een bepaald ritme en het houdt de werk-privébalans scherp’. Het feit dat de segmenteerder aangeeft dat zijn keuzes carrièretechnisch wellicht niet slim zijn, geeft aan dat de thuiswerker voor een dilemma stond of staat.
Toch appjes buiten werktijd
Het is dus niet vanzelfsprekend dat je je als segmenteerder ook gedraagt als een segmenteerder. Laat me dit toelichten: voor sommige segmenteerders is het niet altijd even makkelijk om de werkdag af te sluiten zoals de eerdergenoemde thuiswerker dat deed. Een andere geïnterviewde thuiswerker geeft namelijk aan dat hij, ondanks de voorkeur om niet met werk bezig te zijn buiten werktijd, toch berichten ontvangt van collega’s buiten werktijd. Het grootste verschil met de vorige segmenteerder: het uitzetten van de meldingen van werk-gerelateerde apps, zoals de werkmail. Voor deze segmenteerder, die zich minder gedraagt als ‘model-segmenteerder’ dan de eerder genoemde thuiswerker, geldt dat hij van zo’n bericht buiten werktijd afgeleid raakt . ‘Dat je toch met je gedachten even uit je privésituatie wordt gehaald en weer met werk bezig bent. Dus in die zin beïnvloedt het wel.’
Tegen de laatstgenoemde segmenteerder zou je kunnen zeggen: ‘Stel je niet aan’ of ‘zet je meldingen gewoon uit’, maar dit ligt gecompliceerder. Volgens Tanja van der Lippe is het reageren op werkmail buiten werktijd een onderdeel van de Nederlandse werkcultuur. Nederlanders ervaren, meer dan thuiswerkers in andere Europese landen, de druk om snel te reageren op berichten van het werk. Het probleem ligt dus niet zozeer bij de individuele segmenteerder die voor moeilijke keuzes kan staan, het probleem is onderdeel van onze werkcultuur (!).
Meer over dit onderwerp: Nederland ontdekt ook nadelen thuiswerken. Werken op je werk blijkt zo gek nog niet
Je leeft niet om te werken
In het Volkskrant-artikel waren het vooral de integreerders die advies kregen. Die moesten rekening houden met hun partner en verdere privé-omgeving. Hun werd geadviseerd om voldoende rust te houden. Een relatief lief advies voor mensen die tegelijkertijd degenen zijn die hun segmenteerder-collega’s buiten werktijd onder druk zetten – door berichtjes en telefoontjes, of op zijn minst door een integreercultuur in stand te houden.
In dit artikel, geschreven door een integreerder, zou ik segmenteerders willen adviseren: heb het lef om, net als de ‘model-segmenteerder’ die hierboven werd genoemd, afstand te nemen van het werk buiten werktijd – ook al is dit soms een moeilijke, of carrièretechnisch gezien zelfs slechte keuze. Want zoals de ‘model-segmenteerder’ tijdens het interview zei: ‘Je werkt om te leven, je leeft niet om te werken.’
Wil jij een reactie geven op dit artikel? Discussieer mee! Stuur een reactie van minimaal 200 woorden naar [email protected]. Inhoudelijke reacties die voldoen aan de algemene fatsoensnormen worden geplaatst onder dit bericht. Zie voorwaarden.