Met de voortdurende escalaties van Poetin, moet het Westen het hoofd koel houden. De geschiedenis van het totalitarisme levert ons enkele belangrijke inzichten en lessen op, schrijft filosoof Gerben Bakker op EW Podium.
Gerben Bakker (1982) studeerde wijsbegeerte en werkt als hogeschooldocent Integrale veiligheidskunde aan de Haagse Hogeschool. Hij is auteur van onder meer Dansen met de hydra (2022) en, samen met Gert Jan Geling, Over politieke correctheid (2018).
EW Podium publiceert opinies van (vooral jonge) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.
Hoewel we ons onbezorgde gezicht in de plooi proberen te houden, werpt de oorlog zijn schaduw verder en verder. Nu de Russische president Vladimir Poetin mobiliseert, zien velen dat als een teken van zwakte en wagen zich zelfs aan ridiculisering. We hopen op een opstand, maar dat zal niet snel gebeuren.
Hoewel ik niet pretendeer Ruslandkenner te zijn, denk ik dat we met de denkgeschiedenis over het totalitarisme wel een aantal scenario’s en valkuilen kunnen voorzien. Als deze geschiedenis iets vertelt, is het dat we niet naïef mogen zijn en denken dat dit vanzelf wel de goede kant op rolt. Dit betekent ook dat we nucleaire escalatie als een reëel scenario moeten meewegen.
Tekenen van totalitarisme
Verontrustend zijn de geluiden van Oekraïners die zelf slachtoffer zijn van geweld, maar die het zelfs niet lukte om hun directe familieleden in Rusland van de bloedige realiteit te overtuigen. Deze oogkleppenmentaliteit is een ernstig symptoom van een ‘uit de realiteit getreden’ bevolking. Omdat iedere Rus bang moet zijn om als verrader te worden gezien van het volksbelang waarmee de leider zich heeft vereenzelvigd, en naar de ander kijkt met de blik van verdenking, helpt iedereen van laag tot laag een handje mee aan de morele rot van het systeem. Een krachtige lijm van angst, onverschilligheid en nationalistische trots houdt de poppenkast van staat overeind. Het punt is: we mogen niet veronderstellen dat het poetinisme snel instort, zelfs niet bij een exit van Poetin.
Het quasi-historisch en etno-Russisch narratief is bedoeld om de leefwereld van de Rus te splitsen in een geborgen, bedreigd thuisland en een vijandige buitenwereld: ‘het Westen’. Het poetinisme houdt voor dat de Russische lebensraum niet verbreid hoeft te worden, maar juist stelselmatig onder vuur ligt. Wie deze leugen betwijfelt loopt gevaar en wordt een outcast. Het is beangstigend hoezeer het poetinisme zulke leugens in de hoofden heeft weten te nestelen, ondanks de relatieve openheid van de Russische samenleving in de jaren hiervoor.
Lees deze column van Zihni Özdil: Waarom we doodsbang moeten zijn voor een atoomoorlog
Nog een indicator van de ernst van het totalitaire verval is de vitaliteit van het politionele apparaat. We moeten in een totalitair regime niet (alleen) kijken naar het moreel van de gewone soldaat, maar naar dat van de interne paramilitaire organisaties en inlichtingendiensten. De symbolische ordetroepen lijken springlevend en prima gemotiveerd, omdat het één dag na de afkondiging van de mobilisatie al lukte om bij honderdduizenden brieven af te leveren en bussen voor te rijden. Een monsteroperatie die, alle spotfilmpjes van dronken rekruten ten spijt, uitgebreid is gepland en alleen kan worden uitgevoerd met gemotiveerde types die en masse bereid zijn voor Poetin in de bres te springen.
Keuzes van Poetin rationeel?
De keuzes van Poetin kunnen niet worden bekeken vanuit het westerse idee van een rationeel keuzemodel waarin de overheid probeert besluiten te baseren op basis van het berekend algemeen belang. Het Kremlin handelt weliswaar rationeel, op basis van plussen en minnen, maar vanuit een totalitair denkkader waarbij de emotionele rekbaarheid van de bevolking een belangrijke factor is.
Daarom zijn de mantra’s zo belangrijk waarmee mensen doodgegooid worden via de staatstelevisie door de monden van iemand als Olga Skabajeva, Kremlins loyale presentatrice: ‘Het Westen is een existentiële dreiging en Poetin beschermt zijn mensen’ – dat is de kern van een martelaarsboodschap. Hoe leugenachtig dit ook voor ons moge klinken, Poetins actieradius wordt bepaald door de mate van ontvankelijkheid hiervoor. En het lijkt er voorlopig op dat dat een heel eind is.
Het zwartste scenario: de verschroeide aarde
Om te begrijpen waartoe het Kremlin in staat is, moeten we het narratief ook inhoudelijk serieus nemen. Het beeld van het Westen als ‘existentiële dreiging’ lijkt zo diep wortel te schieten dat Poetin het thuis zelfs als een ‘geslaagde missie’ zou kunnen verkopen om West-Oekraïne in de nucleaire as te leggen. Vanuit de gedachte dat hij het daarmee in elk geval uit de handen van de westerlingen heeft gehouden en een verdere vernedering van Rusland afwendde.
Lees ook dit commentaar: Buig niet voor de bluf van Poetin
Zo’n verschroeide-aarde–scenario kan bovendien reëel blijken – zoals Poetin zonder te ‘bluffen’, heeft aangegeven – omdat winst helemaal geen primair oogmerk hoeft te zijn voor Poetin. Zijn doel is navolgbaar en herhaaldelijk voor ons uitgespeld, namelijk om Oekraïne koste wat het kost uit de westerse invloedsfeer te houden en de ‘russosfeer’ te annexeren en te verdedigen. En passant zal hij kunnen ‘aantonen’ na de annexaties dat de westerse agressie inderdaad een feit is, waarmee zijn rechtvaardigingscirkel in wezen al rond is.
Dat Oekraïne kán winnen, is misschien even hoopgevend als misleidend. Wat valt er precies te winnen, als Poetin duidelijk inzet op een zero sum game? Niets. Dat is cru want de enorme strijdbaarheid strekt de Oekraïners tot eer. We hebben het aan hun moed te danken dat zij Poetins intimidatie aan de Oostgrens stoppen. Maar het Europese belang, en ik vermoed uiteindelijk ook het Oekraïense belang, is – hoe pijnlijk ook – niet om deze oorlog te wínnen, maar om het conflict te de-escaleren. Het verschroeide-aarde–scenario kan niet alleen fataal zijn voor Oekraïne, maar een werkelijke existentiële dreiging voor de hele wereld. Het is moeilijk te zeggen wat wijsheid is. Toegeven aan intimidatie is verwerpelijk en strategisch niet slim, maar behoedzaamheid is ook geboden. Want we leven in gevaarlijke tijden nu, onwerkelijk, honderdduizenden burgerrekruten in spoedtraining zijn voor het front en een nucleaire aanval als optie op tafel is gelegd.
Voorzichtige wijsheid over hoe de situatie in de hand te houden
Ik waag me voorzichtig aan enkele gedachten die wat richting kunnen geven aan hoe we de situatie enigszins in de hand houden. Ten eerste, we moeten alles doen om te begrijpen welk monsterbeeld er van het Westen wordt geschapen, en ons actiever inspannen om dit beeld te destabiliseren. Het haatnarratief is de kerosine voor Poetins politieke machine. Maar wat in tijden van een volstrekt gesloten propagandasysteem niet kon, kan nu wel. We kunnen een deel van de Russen digitaal bereiken en een contranarratief verspreiden. Een stevig offensieve cyberstrategie zou onderdeel moeten zijn van de Europese inzet. Daarnaast moeten we bereid zijn mensen die het regime de rug toe keren, te ontvangen. Het is, met een vreemde speling van het lot, nu aan ons om tegen wil en dank glasnost te betrachten en de vervreemde Rus een waarachtig beeld te schenken van het Westen.
Meer over dit onderwerp: Gaat Oekraïne toch winnen? Vergeet Poetins vernietiging van Grozny niet
Poetin is geen Sauron (het ultieme kwaad in het epos The Lord of the Rings, red.), het Westen moet zich niet inbeelden dat er een heroïsche strijd gaande is tegen het kwaad, ook al zijn de gevolgen kwaadaardig. Dat maakt ons op de verkeerde manier overmoedig waardoor we makkelijk verkeerde stappen zetten. Realisme gebiedt te zeggen dat Poetin het Westen met een arm op de rug heeft, omdat wij onder aan de streep in elk scenario meer te verliezen hebben – het humanitaire offer, de stabiliteit van de internationale rechtsorde, onze comfortabele levens.
Europa moet zelf in control komen
Bovendien zijn we zelf ook geen lieverdjes geweest in de geschiedenis. Het is juist het spel om ons daarmee te chanteren dat Poetin tot in de puntjes beheerst. Het is in zijn belang om elke gemeenschappelijke grond met de westerse identiteit te verbreken. Russofobie is daarom geen oplossing. We moeten onze vijand aan de borst drukken. En dit, zo benadruk ik, is zeer zeker niet hetzelfde als appeasement maar zo oud als de oorlogswijsheid van Sun Tzu.
Ook moeten we oppassen met een te assertieve rol van de Verenigde Staten die met te drieste stappen het eindspel definitief op de wagen zouden kunnen laden in onze achtertuin. Europa moet zelf in control komen wat betreft de zenuwslopende evenwichtsoefening tussen het onverhoopt uitlokken van het zwartste scenario en het geven van gewapende support. Want we moeten de Oekraïners bewapenen, maar wel vanuit een zekere regie over hoe ver de pushback kan gaan. Er is meer Europese coördinatie nodig, stevig diplomatiek leiderschap en open back channels tussen Poetin en de NAVO of Europese Unie. We hebben daarnaast baat bij een zo breed mogelijke internationale coalitie die het conflict veroordeelt om het beeld te verijdelen dat het hier alleen om een westerse agenda gaat.
Tijd zal mogelijk bondgenoot blijken
Hoe cynisch ook: de tijd zal mogelijk een bondgenoot blijken. De machtsbasis van het Poetinregime zal niet direct worden aangetast door westerse interventies. Maar dit betekent niet dat het regime onkwetsbaar is. De geschiedenis leert dat totalitaire regimes van binnenuit vermolmen. De kosten van deze oorlog, in geld en mensenlevens, zullen de steun in Rusland doen afbrokkelen. Maar dit kost tijd. En het kopen ervan kost mensenlevens.
Tot dat moment zullen de doorgaans zachtmoedige Europese leiders stevig op de proef gesteld worden. Zij zullen bovendien moeten bouwen op de redelijkheid en het incasseringsvermogen van Europese burgers die het al niet verdragen als de gasrekening te hoog is (alle leed is relatief). Het is te hopen dat we onze kop erbij houden. Het belooft een koude en bloedige winter te worden. Het zou het beste zijn als ondergetekende het zich allemaal veel te pessimistisch voorstelt.