Bij goed bestuur horen soms pijnlijke, ondankbare beslissingen. Maar politici lijken steeds vaker hun populariteit boven het landsbelang te verkiezen – en dat heeft onder meer geleid tot een stikstofcrisis, aldus Teun Toonen op EW Podium.
Teun Toonen (1999) is masterstudent Politieke Economie en Filosofie van Cultuur en Bestuur. Tijdens zijn bachelor politicologie volgde hij een minor Oost-Europa studies in Praag. Teun liep eerder stage bij EW en schrijft geregeld over politiek-filosofische onderwerpen en over de ontwikkelingen in de voormalige Sovjet-Unie.
EW Podium publiceert opinies van (vooral jonge) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.
Zou Wopke Hoekstra zijn verkiezingsslogan vergeten zijn? Het morrelen aan de stikstofdeadline in het regeerakkoord strookt nou niet bepaald met het Nu doorpakken! waarmee het CDA campagne voerde voor de Tweede Kamerverkiezingen. En heldhaftig en daadkrachtig politiek optreden en de stikstofproblematiek gingen al niet goed samen.
Stikstofcrisis: zachte heelmeesters maken stinkende wonden
Zoals duidelijk wordt uit het verhelderende stuk 111 vragen over de stikstofcrisis in EW probeerden afgelopen decennium meerdere bewindslieden de stikstofproblematiek aan te pakken zonder ‘verantwoorde economische ontwikkeling’ van boeren in de weg te staan. Met handigheidjes moesten linkse natuurbelangen en rechtse economische belangen worden verenigd in het Programma Aanpak Stikstof (PAS), onder meer door in te zetten op – naar achteraf bleek – onhaalbare of tegenvallende innovaties.
Lees hier het omslagverhaal over stikstof terug: 111 vragen over de stikstofcrisis
Stuk voor stuk gingen verantwoordelijke bewindslieden een echte aanpak van de stikstofcrisis uit de weg, uit angst voor een electorale afstraffing. Zij keken weg van de harde waarheid dat minder stikstofuitstoot beter is voor natuur en gezondheid en noodzakelijk om ruimte te creëren voor onder meer de energietransitie en woningbouw. Zo bleef de export van de landbouwsector, als sector voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de stikstofdepositie, de laatste jaren stijgen. En dat terwijl Nederland de afgelopen jaren al in absolute zin, dus zonder te corrigeren voor oppervlakte, de tweede landbouwexporteur van de wereld was, zo blijkt uit gegevens van de de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties.
Het PAS bleek eerder een Problematische Aanpak Stikstof en werd ongeldig verklaard door de Raad van State. En zo kreeg iedere nieuwe bewindspersoon een nog groter probleem op zijn bordje.
Verfrissende Van der Wal
Het huidige kabinet leek eindelijk grote stappen te willen zetten om uit de stikstofcrisis te geraken en volgde de adviescommissie Remkes: in 2030 mag de binnenlandse stikstofemissie nog maar de helft zijn van wat zij was in 2019. Minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal (VVD) werd belast met de uitwerking en leek het harde nieuws, met name voor de boeren, zo snel en direct mogelijk te willen brengen.
Goed, in de communicatie bleek nog veel verbetering mogelijk en de veelbesproken stikstofkaart was erg onduidelijk – waar uiteindelijk zelfs premier Rutte zijn excuses voor aanbood – maar de eerlijke en directe werkwijze van Van der Wal was verfrissend. Eindelijk een verantwoordelijk bewindspersoon die niet om de hete brij heen draaide.
Lees ook deze blog van Constanteyn Roelofs: Stikstofdossier legt existentiële crisis CDA bloot
Maar van der Wal had buiten haar collega Hoekstra gerekend, die de dramatische neergang van zijn CDA in de peilingen, en de daaraan verbonden consequenties voor hem als partijleider, probeert te keren met een ultiem charmeoffensief richting de boeren. In het AD-interview, waarin hij bekendmaakte dat 2030 voor zijn partij ‘niet heilig is’ stelt Hoekstra dat hij twee dingen wil combineren: ‘natuurherstel en een vitaal platteland met een eerlijke boterham voor onze boeren’. De aanpak van het stikstofprobleem door het creëren van een win-winsituatie: waar zagen we dit eerder? Juist, bij de voorgangers van Van der Wal, die ook geen pijnlijke beslissingen durfden te nemen om de crisis op te lossen.
Palliatieve politiek
De Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han heeft hier in zijn essay De palliatieve maatschappij een mooie term voor: palliatieve politiek, oftewel een politiek die pijnlijke beslissingen uit de weg gaat en niet in staat is tot ingrijpende hervormingen. Hedendaagse politici grijpen volgens Han liever naar kortwerkende pijnstillers, die systemische fouten en tekortkomingen alleen maar verdoezelen.
Deze palliatieve politiek gaat helaas verder dan de stikstofcrisis. Ook in coronacrisis werd ingezet op kortetermijnoplossingen om het virus in te dammen. Vaccins boden uiteindelijk een uitweg uit deze pandemie, maar een echte discussie over een gezondere leefstijl van de moderne mens – met het oog op een bewapening tegen een eventueel volgend virus – kwam nooit van de grond. En ook in de asiel- en woningcrisis proberen politici met pragmatische oplossingen voor de korte termijn de systeemfouten te bedekken.
Lange termijndenken vraagt om durf
Lange termijndenken vraagt om durf om tot oplossingen te komen en daarbij behorende transities in werking te zetten. Daarbij horen beslissingen die pijn doen. Vraag dat maar aan de voormalige mijnwerkers in Limburg. Het is logisch dat de inkrimping van de landbouwsector pijn doet bij boeren, maar het wijdverbreide personeelstekort maakt dat dit misschien wel het beste moment is voor een transitie. Bovendien is het vaak goed om een pleister er in één keer af te trekken. In de stikstofcrisis is dit nagelaten en dat heeft alles te maken met een van de valkuilen van de democratie.
Lees ook dit opiniestuk van Teun Toonen terug: Op naar een nieuwe, hopelijk wetgevende Tweede Kamer
Voor veel politici lijkt het behalen van veel zetels een doel op zich geworden, in plaats van een middel om goed te besturen. Met elke vier jaar landelijke verkiezingen – om nog maar te zwijgen van de overige verkiezingen, die veel landelijke politici als tussentijdse graadmeters beschouwen – moeten volksvertegenwoordigers in korte tijd aan de kiezer laten zien wat ze waard zijn. Terecht, ze hebben immers een mandaat van diezelfde kiezer gekregen, maar het werpt ook een drempel op om een pijnlijke beslissing te nemen. Die kan zomaar leiden tot een enorme afstraffing bij de eerstvolgende verkiezingen.
Politici dienen verder te kijken dan hun eigen populariteit
Is dit probleem makkelijk op te lossen? Nee, niet zonder te sleutelen aan de democratie en de democratische waarden. De oplossing ligt bij politici zelf. Het is te hopen dat zij verder kijken dan de eerstvolgende verkiezingen en hun eigen populariteit. Een politiek die pijnlijke discussies en beslissingen niet schuwt, is daarbij nodig.
De zet van Hoekstra is in dat licht zwak. Net zoals het feit dat de andere coalitiepartijen zich, uit angst voor een kabinetscrisis en slechte resultaten bij nieuwe verkiezingen, verschuilen achter een 71-jarige, die al zo vaak als probleemoplosser heeft moeten optreden. Dezelfde Johan Remkes die het advies gaf voor een halvering van de stikstofdepositie in 2030 en dezelfde Johan Remkes die een belangrijke rol speelde in de totstandkoming van dit kabinet.
Het kabinet zou verantwoordelijkheid moeten pakken en volwassen deze crisis te lijf moeten gaan. Betrokkenen hebben niks aan electoraal gemotiveerde uitstelbeloftes. De waarheid moet worden verteld, ook als die pijn doet.
Uiteindelijk zal ook de kiezer dit kunnen waarderen.