Veel van de sociale en psychische problemen hangen samen met het verval van de mentale conditie van de moderne mens. Die is maar al te gevoelig voor de zeven hoofdzonden, zo schrijft psychiater Esther van Fenema op EW Podium.
Laatst was ik in Wenen vanwege een congres. Toen ik door de herfstige stad slenterde, zag ik een half bewusteloze zwerver onderuitgezakt tegen de pui hangen van een dure Cartierwinkel. Terwijl hij kreunend zijn hand ophield, liep het winkelende publiek hem voorbij zonder hem een blik waardig te gunnen. De verlatenheid en de leegte van nu in één oogopslag.
Esther van Fenema (1970) is psychiater, columnist en schrijver. Dit artikel is een bewerkte voorpublicatie uit het boek Het verlaten individu, dat op 27 oktober 2022 verschijnt bij uitgeverij Prometheus.
EW Podium publiceert opinies van (vooral jonge) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.
Mentale conditie in verval
We gaan gebukt onder een gevoel van onthechting en ervaren massaal eenzaamheid, chaos, verwarring, onzekerheid, somberheid en vertwijfeling. Onze mentale conditie raakt steeds verder in verval waardoor we de weerbaarheid missen om de uitdagingen van nu het hoofd te bieden. Continue alert moeten zijn, omdat niemand anders het voor je doet. Geen tijd om op adem te komen. We moeten opvallen en excelleren, anders verliezen we. De ratrace die vanzelfsprekend lijkt, maar slechts door enkelen wordt nagestreefd. Verleiding is er altijd en overal, en er is niemand die ons beschermt tegen vraatzucht, overdaad, lust en verslaving.
Sterker nog, de alom aanwezige prikkels stimuleren ons beloningssysteem 24/7 om ‘alles eruit te halen’ wat erin zit. Onze nare gevoelens proberen we te dempen door excessief te consumeren en te ‘genieten’, waardoor we ons steeds leger gaan voelen en in een negatieve, vicieuze cirkel terechtkomen.
De mens hoopte zelf God te worden
Toen we de baleinen uit de samenleving trokken en het individu bevrijdden uit allerlei groepsverbanden, hoopten we zelf God te worden. Als ‘God’ hebben we overal recht op en bepalen we zelf de grenzen. De paradox is dat we deze verantwoordelijkheid helemaal niet aankunnen en kwetsbaar zijn geworden. We verwachten de beloning en de verlossing van buiten en zijn overgeleverd aan onze driften zonder begrenzing door de oorspronkelijke groepsstructuren.
De groep of het collectief is in feite een magisch fenomeen dat de som der individuen overstijgt dankzij een gemeenschappelijke verhaal dat verbindt. Een levend organisme dat grenzen en bescherming biedt, zoals de celwand de cel begrenst waardoor die levensvatbaar is. Het losgezongen individu van nu mist deze bescherming en heeft zich laten overmeesteren door de zeven hoofdzonden, verpakt en verkocht als vrijheid, voorspoed en vooruitgang.
Lees ook het interview met hoogleraar Floortje Scheepers: ‘Psychische problemen los je niet, pats-boem, heroïsch op’
In de ban van de zeven hoofdzonden
Superbia of hoogmoed gaat over buitensporig individualisme en daardoor rebellie tegen God zelf. De mens van nu heeft de positie van God ingenomen en heeft daardoor de illusie gekregen dat hij alles kan bepalen en dat het leven maakbaar is. Wij hebben de val voor eens en voor altijd weggemanaged, want wat goed en kwaad is, dat bepalen we zelf.
Acedia of onverschilligheid wordt zichtbaar door het wegvallen van het engagement voor de ander, maar ook voor jezelf. Het gevolg is dat we vereenzamen en vervreemden van elkaar en de wereld als geheel. Ons bestaansrecht vervaagt en de wereld verliest haar zin en aantrekkingskracht als niks er meer toe doet en er geen gedeelde betekenis meer is.
Avaritia of hebzucht heeft principieel nooit genoeg en heeft ons allemaal gevangen in haar kleverige web. Haar strategieën zijn zo geperfectioneerd dat we geen weerstand meer kunnen bieden en haar collectief moeten aanbidden om mee te blijven doen. De verslaafde mens van nu die zichzelf en de aarde opoffert, zoals een junk zijn leven zou verkopen voor een lijntje coke.
Gula of onmatigheid draait om de impulsen van buiten die het winnen van onze autonomie. De continue strijd tegen de overdaad om het evenwicht niet te verliezen. Onmatigheid anno nu is grimmig, omdat ze hand in hand gaat met onverschilligheid waardoor we elkaar voor dood langs de weg laten liggen.
Luxuria of lust brengt ons in verwarring. Gemeenschappelijk grenzen zijn sinds het verval van de groep vervaagd, want als God willen we onze driften onbegrensd kunnen uitleven. Terwijl onze driften zich nooit hebben aangepast, verwachten we wel bescherming vanuit de groep die al lang niet meer bestaat. Voor lust is de verhouding met de ander nodig, anders vervliegt de lust en verliezen we elkaar.
Ira of woede gaat over het gebrek aan erkenning voor wie we zijn. Zonder de verbinding van de groep moeten we elke dag opnieuw knokken om gezien en gehoord te worden. Net als afgunst is woede een verboden emotie die we vrezen. Ze verteert het individu of wordt een woedende massa met bloeddoorlopen ogen. Onze woede laat zich niet kalmeren, want we voelen haarfijn aan dat niemand zich meer verantwoordelijk voelt om ons bestaan te erkennen. Als we niet meer gezien worden, is ons bestaan principieel zinloos en dat maakt ons razend.
Invidia of afgunst heeft ons, net als hebzucht, massaal in haar greep. Iedereen is gelijk geworden waardoor we ons fixeren op wat ‘onze buurman’ bezit en wij dus niet. We ontkennen de afgunst, omdat we ons voor haar schamen. Daardoor heeft zij de kans gekregen om de samenleving te vergiftigen en is de ander steeds meer tot onze concurrent verworden. De pijn van de afgunst is alleen te bestrijden als de ander niet meer bestaat. En voor dat doel is alles geoorloofd.
Slachtoffers of zondaren?
Hoofdzonden zonder grenzen zijn desastreus voor ons en leiden uiteindelijk tot leegte of vacuüm. Een ruimte zonder deeltjes die volgens de kwantumtheorie geen bestaansrecht heeft. De leegte als laatste stadium van ontbinding, chaos en destructie.
De vraag die rijst, is: zijn we slachtoffers of zondaren? De keuze om onszelf als God te zien en te denken dat we overal recht op hebben zonder de bijbehorende verantwoordelijkheid te nemen, maakt ons zondig. We hebben als mensen namelijk de notie van keuzevrijheid en dat maakt ons per definitie verantwoordelijk.
In onze cultuurgeschiedenis bestaat vacuüm niet als hoofdzonde. Wel zijn er aanwijzingen die je kan associëren met leegte, zoals het nihilisme dat Friedrich Nietzsche voorspelde met het verdwijnen van het gezag van God en, in het verlengde daarvan, het verdwijnen van elk gezag. Nietzsche was kritisch op het christendom, maar zag ook dat de onbeheerste en mateloze natuur van de mens die grenzen slecht verdraagt, institutionele druk nodig heeft voor gewetensvorming, zelfbeperking en innerlijke discipline.
De Franse schrijver Michel Houellebecq schrijft in zijn meesterwerk Elementaire deeltjes: ‘Onze cultuur probeert ons wijs te maken dat we een fascinerende, hoogstpersoonlijke lotsbestemming hebben. Maar op een dag komen we er achter dat al die individualistische levens identiek zijn, als appartementen in de banlieue.’
‘Ieder voor zich’ leidt tot rauwe machtsstrijd
Het is misschien geen toeval dat de realiteit tegenwoordig steeds makkelijker wordt losgelaten en dat psychotische overtuigingen het nieuwe normaal lijken te worden. Een wanhopige manier om houvast, controle en iets van autonomie en morele superioriteit te ervaren in onzekere tijden.
Als er geen samenhang, structuur en ordening bestaan, dan lopen we het risico op desintegratie of ontbinding. Een psychotisch toestandsbeeld dreigt, waarbij we niet meer in staat zijn om te markeren wat van waarde is. We worden apathisch en stranden massaal in de leegte. Makkelijk om aan te verdienen en ideaal om onder de duim te houden.
De massa van nu als een verzameling autonome individuen, zonder de eigenschappen die de oorspronkelijke groepsverbanden karakteriseerden, met nieuwe wetmatigheden en een andere dynamiek.
Het ieder-voor-zich-principe, dat de hoofdzonden van nu zo sterk kenmerkt, genereert nieuwe patronen die op deze schaal ongekend zijn. Uiterst primitieve overlevingsstrategieën lijken weer de kop op te steken. Het zijn de sterksten van nu die in staat zijn om een ongekend rauwe machtsstrijd aan te gaan. Morele kaders zijn ondergeschikt geraakt aan winstoptimalisatie waarbij de zwakkeren tussen de wielen belanden.
Als verbinding en betekenis zijn vervlogen, lijkt vacuüm de onafwendbare eindtoestand.