De woke-beweging gelooft in een mooiere wereld via positieve discriminatie, maar rechtvaardigheid is ver te zoeken. Het doet denken aan het sprookje van de kleren van de keizer(in), schrijft bestuurskundige Lars Benthin op EW Podium.
Lars Benthin (1993) is bestuurskundige en eigenaar van tekstbureau ScriBenthin. Hij werkte onder anderen als fractiemedewerker voor de VVD in de Tweede Kamer en was voorlichter van de JOVD, een politieke jongerenorganisatie gelieerd aan de VVD.
Dit is een artikel van EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week diverse artikelen van jonge schrijvers die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het publieke debat.
‘Het #quotum voor een betere man-vrouw verhouding in de top van het bedrijfsleven is een feit. Met deze historische stap zorgen we voor veel meer gelijke kansen voor vrouwen en mannen in de top van het Nederlandse bedrijfsleven.’ Minister Ingrid van Engelshoven kan haar geluk niet op als haar wetsvoorstel voor een vrouwenquotum wordt aangenomen door de Eerste Kamer.
De maatregel splijt al jaren opiniërend Nederland, ook vrouwen. Het is niet de eerste keer dat Van Engelshoven kritiek oogst op haar voorstellen. Hetzelfde gebeurde bij haar Nationale inclusie- en diversiteitsplan, waarin positieve discriminatie ook als dé oplossing voor het ‘diversiteitsprobleem’ wordt gepresenteerd.
Lees verder onder de tweet
Het #quotum voor een betere man-vrouw verhouding in de top van het bedrijfsleven is een feit.Vandaag stemde @EersteKamer in met het wetsvoorstel.Met deze historische stap zorgen we voor veel meer gelijke kansen voor vrouwen en mannen in de top van het Nederlandse bedrijfsleven. pic.twitter.com/dmHBiu4HTl
— Ingrid van Engelshoven (@ivanengelshoven) September 28, 2021
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Al krijgt de elite langzaam door dat goede bedoelingen immorele handelingen niet goedpraten, toch blijft een woke-beweging van voornamelijk activistische academici geloven in de heilzame werking van ‘positieve discriminatie’. Tegelijkertijd beweert de beweging te strijden tégen discriminatie. Waarom wordt deze morele hypocrisie door bestuurlijk Nederland nog serieus genomen?
De overheid discrimineert tegen discriminatie
Dit betoog gaat niet over het type positieve discriminatie zoals de keuze van de politie om, als uitzondering, iemand met een Turkse achtergrond aan te nemen om een betere relatie met specifieke woonwijken te bevorderen. Ik bedoel met positieve discriminatie de voorkeursbehandeling op basis van geslacht, etniciteit of huidskleur als algemeen beleidsmiddel om diversiteit te bevorderen. Denk aan het invoeren van diversiteitsquota en de introductie van inclusie- en diversiteitsbarometers.
We zijn zelfs op het punt beland dat de overheid op haar site heeft staan dat positieve discriminatie is toegestaan: ‘Een werkgever mag bij gelijke geschiktheid de voorkeur geven aan bepaalde sollicitanten. Zoals vrouwen of allochtonen.’ Positieve discriminatie, als middel om discriminatie tegen te gaan, wint aan populariteit.
Machtsrelaties bepalen of discriminatie mag of niet
Het morele fundament van positieve discriminatie is volgens de woke-beweging gebaseerd op het gevolg van de handeling. Positieve discriminatie zorgt volgens activisten voor het stimuleren van (achtergestelde) groepen op posities van macht en invloed. De mensen die deze groepen vervangen (witte cisgender heteromannen, mannen die als man zijn geboren en dat gebleven zijn) hebben volgens de beweging een sterke machtspositie en in dat geval is er van ‘racisme’ en ‘seksisme’ geen sprake.
Machtsrelaties vormen dus het fundament van het oordeel of een handeling moreel is of niet. Wie er aan welke kant staat van deze machtsrelatie, is volledig arbitrair. Het semi-institutionele raamwerk voor de machtsrelatie wordt vormgegeven door de mensen die daar, ironisch genoeg, de meeste invloed op hebben.
Positieve discriminatie is negatieve discriminatie voor anderen
Mensen die kritisch zijn op de nieuwe focus in ons land op huidskleur en geslacht worden in het publieke debat gewezen op hun privileges en positie in de maatschappij. ‘Sterker nog, witte mensen worden doorgaans beter gewaardeerd door hun witheid dan mensen van kleur. Onze samenleving is doordrenkt van deze waardering,’ stelt RADAR, een organisatie die gemeenten adviseert over discriminatie en racisme.
Meer over het vrouwenquotum: De zoektocht naar vrouwelijke toezichthouders
Deze ‘argumenten’ zijn gestoeld op kenmerken waar mensen niets aan kunnen doen. De mening van een (witte) hetero man (en steeds vaker ook witte vrouwen) lijkt volgens woke minder waarde te hebben als het gaat om discriminatie en racisme. Die insinuatie komt duidelijk naar voren in een interview met woke-hoogleraar Gloria Wekker: ‘Zijn het de witte mensen die kunnen beoordelen of racisme zich wel of niet voordoet in de samenleving? Of weegt de stem van degenen die het ondergaan zwaarder?’ Ook deze vorm van discriminatie is volgens de woke-beweging toegestaan om dezelfde redenen die daarnet al zijn genoemd. Deze situatie voelt, terecht, onrechtvaardig en frustrerend.
Morele hypocrisie rondom positieve discriminatie
Deze morele hypocrisie rondom positieve discriminatie legt een fundamenteel verschil bloot tussen twee manieren waarop je naar het morele karakter van een handeling als ‘discriminatie’ kan kijken. Aan de ene kant heb je de benadering waarin gekeken wordt naar de moraliteit van de handeling op zichzelf, los van de context. In dit geval uit zich dat in de conclusie dat discriminatie op zich immoreel is, wat het doel ook mag zijn. Bij deze benadering worden duidelijke morele regels gesteld, waarbij er in de praktijk ruimte is voor nuance, maar het universele karakter overeind blijft. Je mag niet discrimineren. Punt.
Aan de andere kant heb je de benadering die woke hanteert: het doel van de handeling bepaalt of de handeling moreel is of niet. In dit geval uit zich dat in de conclusie van de woke-beweging dat discriminatie is toegestaan als minderheidsgroepen worden bevoordeeld. Het goede doel heiligt de middelen. Wat ‘goed’ is, hangt maar net af van wie je het vraagt. Dit maakt deze benadering zo ongelooflijk arbitrair. Mensen worden gereduceerd tot middel in de verwezenlijking van een ideologisch doel. En een middel kan worden vervangen op het moment dat het doel verandert.
Waarom bestuurders met opzet discrimineren
Nederlandse bestuurders hanteren de tweede benadering als ze naar positieve discriminatie als middel kijken. Daarom registreren hoger-onderwijsinstellingen de etniciteit van hun medewerkers, forceren bestuurders van musea diversiteitsbeleid in hun organisaties en zo zijn er nog veel meer voorbeelden waarin geslacht, huidskleur of etniciteit wordt geregistreerd en onderdeel wordt van het personeelsbeleid. Met huidskleur en geslacht als doorslaggevende factoren negeert men de rol van het onbewust voortrekken van minderheden als gevolg van een bedrijfscultuur waarin ‘diversiteit’ de focus heeft. Dit kan ervoor zorgen dat groepen mensen (onbewust) negatief worden gediscrimineerd.
Het effect van discriminerende maatregelen als quota wordt nog niet door een groot deel van de samenleving gevoeld. Dat gebeurt vanzelf, omdat die ideologie in de Nederlandse instituties doordringt, zoals in publieke ruimtes of op school.
De mensen die er nu al last van hebben, horen vaak tot de groep die als ‘machtshebber’ wordt gekenmerkt. Die moeten en mógen überhaupt niet klagen. Op de website OneWorld wordt niets meer verbloemd in een artikel uit 2020: ‘Het moet toch onbestaanbaar moeilijk zijn om als witte man te weten dat elf van de 150 zetels in de Tweede Kamer door mensen van kleur bezet worden, waarvan welgeteld nul door zwarte mensen. Het kan toch niet dat ons kabinet uit veertien witte mannen en elf witte vrouwen bestaat; dat zijn dramatische cijfers voor de witte man.’
Veel mensen weten en voelen aan dat positieve discriminatie niet rechtvaardig is, ook al wordt het als ‘positief’ gekenmerkt, maar ze lijken elke keer in een discussie onderuit te worden gehaald door gewezen te worden op hun huidskleur, achtergrond, of hun geslacht. De ironie is pijnlijk.
De nieuwe kleren van de woke keizer
Als mensen erover klagen, voelen zij zich als het kind in het sprookje ‘De nieuwe kleren van de keizer’. Het kind roept tijdens een keizerlijke optocht dat de keizer naakt is en de aanwezige burgers beamen dat. Het hof van de keizer ontkent het met kracht, want het is bang om zijn macht (of leven) te verliezen.
Meer over dit onderwerp: Ken uw wokabulaire
De keizer lijkt erg veel op Nederlandse beleidsmakers en bestuurders. Die doen mee met de woke-trend, overtuigd van het feit dat ze gekleed zijn in de Mantel der Liefde met het Zwaard der Gerechtigheid aan hun heup. Beleidsmedewerkers en adviseurs beweren bij hoog en bij laag dat ze de kledij zien, net als het hof in het sprookje. De woke-activisten zijn de oplichters die de beleidsmakers hebben overtuigd dat de mantel ook echt bestaat.
De keizerin staat naakt
Een democratische rechtsstaat valt of staat bij een gelijkwaardige behandeling van haar burgers op basis van universele morele regels. Discriminatie is verwerpelijk en het maakt niet uit wat het doel is om deze handeling te rechtvaardigen. Als je de handeling wél rechtvaardigt op basis van het doel, en in dit geval gaat het om geslacht en huidskleur, is onherroepelijk een strijd tussen groepen het gevolg en vervalt het streven naar een gelijkwaardige behandeling van mensen.
Wie toch neigt naar positieve discriminatie, leze nogmaals dat ene zinnetje: Een werkgever mag bij gelijke geschiktheid de voorkeur geven aan bepaalde sollicitanten. Zoals vrouwen of allochtonen. Stelt u zich eens voor dat in plaats van de woorden ‘vrouwen’ en ‘allochtonen’ er ‘mannen’ en ‘autochtonen’ zouden staan. Het nare gevoel dat u vanuit uw onderbuik bekruipt, is precies de kern van dit betoog. Als het zinnetje goed aanvoelt als het om de ene groep gaat, maar slecht als het om een andere groep gaat, dan kan het geen goed idee zijn. Dan is het immoreel. Positieve discriminatie is onrechtvaardig, de keizerin staat naakt.