Het is de lastige paradox van de democratie: moeten antidemocratische partijen worden verboden om de democratie te beschermen? Als het gaat om de ‘weerbare democratie’ kan Italië zich beroepen op ervaring. De neofascistische protesten tegen de coronapas in Rome doen terugdenken aan de afgelopen eeuw, schrijft historicus en Italiëkenner Sven van Houdt op EW Podium.
Sven van Houdt (1985) is historicus en Italiëkenner. Hij schrijft momenteel een boek over de moderne geschiedenis van Italië aan de hand van biografieën.
Dit is een artikel voor EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week meerdere artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.
Bij protesten tegen de green pass (coronapas) kwam het op 9 oktober in Rome tot gewelddadige ongeregeldheden met de ‘neofascistische’ groepering Forza Nuova. Leden van die groep braken een gebouw van vakbond CGIL binnen en plunderden het kantoor. Een merkwaardige nostalgie, onderstreept door de zwarte hoodies met fascistische slogans.
Afkeuring en afstand van nostalgisch fascisme
De Italiaanse president Sergio Mattarella haastte zich te melden dat het een incident betrof en de reactie van de publieke opinie getuigt van een ferme afkeuring. Premier Mario Draghi toonde zich solidair op de stoep bij de vakbondsleider. De rechtse politici Giorgia Meloni (Fratelli d’Italia) en Matteo Salvini (Lega) distantieerden zich onmiddellijk en zeggen dat er geen plaats is voor nostalgisch fascisme in hun partijen. Bij het isoleren van de gewelddadigheden als een ‘fascistisch incident’ vindt dus zowel links als rechts zich elkaar. Links roept evenwel om een verbod van Forza Nuova. Rechts weigert dat.
De zomer van 1920
Zo’n honderd jaar geleden, in een complexe nasleep van de oorlog, zat de angst voor het bolsjewisme er diep in. Niettemin legden de mislukte stakingen van de zomer van 1920 het onvermogen van de socialistische beweging bloot. In het verstandige geduld van de regering om niet met scherp te schieten op de arbeiders, zag de publieke opinie helaas juist het teken van zwakte.
Niemand beter dan voormalig socialist Benito Mussolini wist het verlies van de socialisten die zomer te lezen. Waarom bolsjewisten in elkaar slaan als je weet dat je van ze gaat verliezen? Pas nu gingen knokploegen gesteund door fabriekseigenaren en grootgrondbezitters over straat om vakbondskantoren te plunderen. De grillige knokploegleiders claimden de orde te handhaven en het land te redden van de bolsjewieken. De politie stond erbij en keek ernaar.
Meer over dit onderwerp
Angst, chaos en geweld bieden een context waar deze ‘ordeherstellende’ groeperingen wel bij varen. Maar als Mussolini die knokploegen om zijn parlementaire ambities eind 1921 wil bundelen in een partij, de PNF, kan hij jaren strijd aan met zijn eigen machtsbasis: de plunderende knokploegleiders in hun provinciale koninkrijkjes vonden dat zij in hun kern antiparlementair zijn. Premier Giovanni Giolitti noemde de fascisten dan ook ‘vuurwerk’, veel spektakel maar snel gedoofd.
Mussolini kwam niet door geweld aan de macht
Een misvatting is dat Mussolini met geweld de macht greep en een dictatuur invoer. Mussolini kreeg het premiersmandaat uit handen van de koning. De PNF bezette niet meer dan een fractie van de zetels in het parlement. De mediagenieke Mussolini voerde het bolsjewistisch spook op en blufte de redding van Italië. De koning bleek onder de indruk. Mussolini hoefde alleen nog maar zijn republikeinse sympathieën op te geven.
De constitutionele zwakte heette Victor Emanuel III. Hij leefde met het trauma van zijn vaders fout. Voor het bloedbad dat generaal Bava Beccaris aanrichtte op een hongerende arbeidersmassa in 1898, kreeg hij publiekelijk de complimenten van koning Umberto I: hij had het land gered. Umberto kwam om het leven door wraakmoord. Bij Victor Emanuel zette angst zich in hem vast.
Een zwakke koning verkoos de dictatuur
Nooit, maar dan ook nooit, zo nam Victor Emanuel zich voor, zou hij zijn formele rol overschrijden en zich publiekelijk over politiek uitlaten. Hij tekende slechts dat wat hem werd voorgelegd, zo luidde zijn constitutionele opvatting. Maar wat als die decreten de constitutie ondermijnen?
Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.
Het duurde welbeschouwd jaren van decreten tekenen voor de dictatuur een feit was. De parlementaire oppositie werd geschopt, geslagen, vernederd, ja vermoord, door rebellerende fascisten die pas tevreden waren met baantjes. De constitutionele koning tekende intussen slechts wat de regering hem voorlegde. De koning vervulde zijn eigen constitutionele opvatting met verve en verloor de monarchie.
Terugkeer van fascisme in Italië
Officieel is de fascistische partij PNF verboden in de Republiek Italië. Maar al voor het einde van de oorlog deed in het bevrijde zuiden het populistische Uomo Qualunque opgang, de ‘allemanspartij’, geleid door een voormalige komiek. De beweging kwam voort uit een krant die cynische artikelen schreef over het moralistische antifascisme dat nu alles anders beloofde te doen. De komiek zwoer onbuigzaamheid, maar de macht absorbeerde hem en dat was dat.
Vele van zijn kiezers stapten over op een apert neofascistische partij met de naam MSI – gekscherend Mussolini Sei Immortale, Mussolini, je bent onsterfelijk. Al in 1960 trad een regering aan met gedoogsteun van de MSI. Dat ging een stap te ver. Na antifascistische protestrellen viel de regering. De politie schoot niettemin met scherp.
Het extremisme getemd door regeringsdeelname
Het aloude probleem van de Italiaanse parlementaire traditie is dat ze oppositionele krachten absorbeert in de hoop die met de macht te neutraliseren. Vervolgens ontstaan compromisloze buitenparlementaire groeperingen om ‘politiek’ te bedrijven met eigen middelen. De terreur van de jaren zeventig is hierop de trieste apotheose. Geen adagium bekender dan dat uit de roman Il Gattopardo: willen wij dat alles hetzelfde blijft, dan zal alles moeten veranderen.
Met de Muur in Berlijn viel het communisme en de MSI vond zich opnieuw uit onder de naam Alleanza Nazionale. Ze kregen zelfs een plek in de eerste regering van Berlusconi. Het extremisme apaiseerde met regeringszetels.
Appèl op de angst voor het communisme
Ook het bolsjewistische spook verandert voortdurend van verschijning. Maar het blijft een spook. Berlusconi voerde in de 21ste eeuw campagne met een appèl op de angst voor het communisme. Het spook bleek vermomd als sociaal-democraten en later als populisten van de M5S, geleid door een – o ironie – voormalige komiek. Bij rellen tijdens de G8-top van 2001 in Genua schoot de politie weer met scherp.
Misschien is het verstandig in deze beschouwing het postmoderne cynisme van Mussolini serieus te blijven nemen: ‘Wij veroorloven onszelf de luxe aristocraten en democraten te zijn, reactionairen en revolutionairen, legalen en illegalen, naar gelang de omstandigheden van de tijd, de plaats en de context waarin wij zijn genoodzaakt te leven en te handelen.’ Wat resteert is het opvoeren van een vreeswekkend bolsjewisme.
Fascisme zoekt nieuwe vijand nu in het coronabeleid
Het spook doemt nu op bij de green pass, de omstreden coronapas in Italië. Het verbieden van Forza Nuova zal de paradox van antidemocratische partijen vermoedelijk niet oplossen. Hooguit krijgt het beestje een andere naam. De Alleanza Nazionale heet inmiddels ook alweer Fratelli d’Italia.
Lees ook dit profiel van Giorgia Meloni: de Italiaanse kroonprinses van rechts
Erfgename Giorgia Meloni riep krachtig dat er binnen haar partij geen plaats is voor fascisme. Niettemin kreeg bij de gemeenteverkiezingen de week voor de rellen de kleindochter van Mussolini het hoogste aantal voorkeursstemmen. De officiële burgemeesterskandidaat kwam met een ludiek idee om de Romeinse groet met opgeheven rechterarm in te voeren. Veel hygiënischer in deze tijden van pandemie.