Doodsbedreigingen zijn aan de orde van de dag, of ze nu afkomstig zijn van islamisten, extreem-rechts of complotdenkers in coronatijd. Sociale media werken als een katalysator van radicalisering. De overheid moet bedreigers vaker vervolgen en zwaarder bestraffen, aldus de bedreigde schrijfster Lale Gül in een artikel op EW Podium.
Onlangs zat ik klaar in de rechtbank van Amsterdam om de 19-jarige jongeman die mij zeven maanden geleden met de dood had bedreigd voor de rechter te horen spreken. Hij was één van de velen die mij hebben bedreigd, maar wel de enige die volgens de politie gevaarlijk genoeg was om te worden gearresteerd en vastgezet. Hij is veroordeeld tot twaalf maanden jeugddetentie, waarvan vijf voorwaardelijk, minus het voorarrest. Dat betekent dat hij binnenkort vrijkomt en ik maar moet bidden dat hij me niet komt opzoeken, want ook een enkelband heeft hij niet gekregen.
Lale Gül (23) is auteur van de autobiografische roman Ik ga leven (Prometheus, 2021) en studeert Nederlands aan de VU in Amsterdam.
Dit is een artikel voor EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week meerdere artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.
Bedreigingen zijn niet meer weg te denken
Ik was overigens niet de enige die te maken had met een bedreigingszaak. Zo was er een 38-jarige man uit Den Helder die werd verdacht van het voorbereiden van een aanslag op een vaccinatielocatie. Verder waren er bedreigingen aan het adres van Sigrid Kaag, Mark Rutte en Hugo de Jonge. Geert Wilders en NRC-cartoonist Ruben Oppenheimer weten al lange tijd niet beter, maar net zo goed hebben de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema, politica Sylvana Simons en NRC-columnist Clarice Gargard ermee te maken gehad. Ernst Kuipers, Jaap van Dissel en andere deskundigen die geregeld op tv verschijnen over het coronavirus, zijn er intussen ook al aan gewend en moeten telkens de politie verwittigen als ze ergens in het openbaar optreden.
Doodsbedreigingen zijn, door de opkomst van sociale media, helaas niet meer weg te denken – onder ‘bekende Nederlanders’, maar ook onbekende burgers. Immers, elke gek ‘met z’n gebrek’ heeft een smartphone en kan iets intimiderends de wereld insturen.
Nieuwe media vereisen nieuwe maatregelen
De bedreigingen en intimidaties hebben een enorme vlucht genomen door de dynamiek van de sociale media. Die nieuwe situatie vereist nieuwe maatregelen, om te voorkomen dat we elke dag wel een doodsbedreiger voor de rechter kunnen slepen – die in de meeste gevallen toch slechts een teleurstellend lage strafeis krijgt, omdat iets als preventief opsluiten natuurlijk niet kan. Hieruit volgt dat opiniemakers, schrijvers, journalisten en politici nauwelijks hun werk nog kunnen uitvoeren zonder doodskisten, vuurwapens, doodshoofden en in sommige gevallen zelfs foto’s van het woonadres in hun inbox te krijgen.
De ene gek is de andere niet
Ik weet nog dat Op1-presentator Jort Kelder na een uitzending tegen me zei: ‘Laat je niet gek maken, iedereen met een mening heeft te maken met gekkies en bedreigingen, bij mij werden ook een keer de ramen ingegooid’. Hoewel hij zeker een punt had, kon ik niet anders dan denken: ja, maar de ene gek is de andere niet. Of wel?
Religiefanatisme en radicalisering zijn bestaande problemen die al tot veel slachtoffers hebben geleid; het was vorige week één jaar geleden dat de Franse docent Samuel Paty in koelen bloede is afgeslacht, omdat hij in de klas een Mohammed-cartoon had laten zien. Wat garandeert mij dat datzelfde gedachtegoed dat de verder niet-invloedrijke Paty heeft omgelegd, genade zal kennen als het gaat om schrijfster en columniste Lale Gül? Juist ja; niets. Het is allemaal erg onberekenbaar, willekeurig en riskant.
Zwaardere straffen zijn nodig
Ik zou daarom willen pleiten voor zwaardere straffen voor bedreigingen; want het is toch te zot voor woorden als iemand me vanaf zijn veilige zolderkamer zo heftig kan intimideren? Mij in mijn werk en dagelijks functioneren kan verlammen, waardoor ik over m’n schouder moet kijken, niet meer alleen over straat kan, of alleen in vermomming? Zodat ik me alleen nog kan verplaatsen met de taxi?
Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.
En als ik misschien wel optredens moet afzeggen als er geen beveiliging is, terwijl mijn bedreigers daarvan totaal geen consequenties ervaren en frivool in de rondte mogen fladderen? Het is de omgekeerde wereld: het slachtoffer wordt dubbel gestraft, de dader komt ermee weg.
Vatbaar voor desinformatie
Onlangs lazen we in The New York Times dat er op Facebook werd opgeroepen tot een genocide in Myanmar, waarbij miljoenen mensen werden aangemoedigd om over te gaan tot actie. In ons geval wordt er misschien niet opgeroepen tot etnische zuivering, maar groepen die tot voor kort in de marge aanmodderden, worden steeds groter en invloedrijker, omdat ze zonder enige barrière nieuwe aanwas kunnen rekruteren voor hun belachelijke en niet zelden gevaarlijke ideeën.
Zo doen de meeste wilde theorieën de ronde over The Great Reset, het coronacomplot, een platte aarde, een islamitische staat, het martelaarschap of de omvolking van Europa door niet-westerse volkeren. Helaas zijn er veel mensen die hiervoor vatbaar zijn, die bescherming nodig hebben van een overheid tegen dit soort desinformatie.
Het proces tegen mijn bedreiger
Eén van mijn bedreigers is nu veroordeeld – en ik was erbij. De rechter somde alle feiten op; de verdachte werd verhoord wegens het sturen van foto’s van geweren vanuit meerdere accounts, het bewerken van mijn foto’s met bakstenen, het sturen van IS-filmpjes en het bedreigen van twee andere mensen met een onwelgevallige, soortgelijke mening die ‘zijn geloof beledigen’.
Lees ook dit interview met Lale Gül: ‘Ik hoop dat de storm gaat liggen’
De verdachte zat de hele zitting lang achterovergeleund, met de armen over elkaar heen en keek vooral verveeld. Zijn onverschillige houding haalde na drie uur het bloed onder mijn nagels vandaan. Zelden zag ik zo’n brutaliteit; niet één keer sprak mijn bedreiger verstaanbaar of met een volzin tijdens de zitting. Niet één keer hoorde ik een ‘sorry’. Geen teken van spijt, of zelfs maar van medemenselijkheid.
Mijn bedreiger is veroordeeld, maar ik voel me vogelvrij
Wat als hij me opzoekt? Of wat als er nog zo’n jongen buiten loopt die wel de daad bij het woord voegt? Is het mijn vrijheid die stopt waar zijn vrijheid begint of is het mijn veiligheid die stopt waar zijn bedreiging begint?
Beide zijn waar, hoewel ik liever over vrijheid droom dan van veiligheid wakker lig. Dat zal voor hem denk ik niet anders zijn.