Nieuw leiderschap en een open politieke cultuur. Het zijn mooie woorden, maar het komt niet van de grond. Om de politieke realiteit écht te veranderen, zijn institutionele hervormingen nodig, schrijft politicoloog en gemeenteraadslid Max van Duijn op EW Podium.
Max van Duijn (1999) is politicoloog, politiek filosoof en historicus. Daarnaast is hij actief in de gemeenteraad van Katwijk en als fractiemedewerker in de Provinciale Staten van Zuid-Holland.
Dit is een artikel voor EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week meerdere artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.
Eind 2018 presenteerde de Staatscommissie Parlementair Stelsel haar eindrapport waarin forse hervormingen werden bepleit zoals het bindend referendum en de gekozen formateur. De leden van de Staatscommissie vertegenwoordigden diverse politieke stromingen – van SP tot VVD – gecombineerd met brede wetenschappelijke expertise. Het eindrapport bood een mooi startpunt om over democratische vernieuwing te spreken. Zoals voorzitter Johan Remkes in het voorwoord schreef: de aanbevelingen zijn ‘niet vrijblijvend (…) De urgentie ervan staat dat niet toe.’ In andere woorden: er is onderhoud nodig om de democratische rechtsstaat sterk en weerbaar te houden.
Drie jaar na de Staatscommissie is er weinig gebeurd
Na drie jaar moeten we toch constateren dat er bitter weinig is gebeurd. Misschien wel het tegendeel: de rechtsstaat is onder druk komen te staan, met het toeslagenschandaal als recent dieptepunt. ‘Macht en tegenmacht’, zo hoorden we. Maar welk voorbeeld biedt Den Haag? We zien een politieke oligarchie van partijen die elkaar niet vertrouwen en onderling in het schemerduister van de formatie een machtsstrijd uitvechten. Een nieuwe, verwaande politieke klasse die de finesse en het morele standsbesef mist dat de feodale adel tenminste nog bezat.
Lees ook dit ingezonden stuk van Max van Duijn terug: Ons politieke stelsel is niet democratisch maar aristocratisch
We zien het gebeuren, we staren er verwonderd en moedeloos naar. Het is weinig verrassend dat het politieke wantrouwen bijna is verdubbeld. De problemen van ons land zijn immers niet demissionair en vragen om politieke daadkracht. Door onverantwoord klimaatbeleid wordt de middenklasse naar de armoede geduwd, zonder te weten of ze straks nog hun energie kunnen betalen, of hun huur. We zien jonge mensen die naarstig op zoek zijn naar een woning. We zien onzekere arbeidscontracten, een verwaarloosd leger en een overheid waar ministers gewoon kunnen worden weggekocht. De politieke waarachtigheid is door onttovering en sinistere machtspolitiek overwonnen.
Mensen die de overheid het hardst nodig hebben, zijn de dupe
Maar niet iedereen betaalt daar een prijs voor. Juist de mensen die het al lastig hebben, aan de onderkant van de samenleving, worden het hardst geraakt. Juist deze mensen hebben de bescherming van de overheid het meest nodig. Waar vinden zij houvast?
Een nieuwe politieke cultuur vereist een nieuwe mentaliteit. Maar hoe doe je dat? Met zalvende woorden en persoonlijke bekentenissen gaan we het niet redden. Wat kunnen we immers ook verwachten van mensen die niets anders kennen dan een politieke cultuur van compromissen en achterkamertjes? Waarom zouden we ‘nieuw leiderschap’ verwachten van mensen die al jaren meedraaien in de politieke molen? Waarom zouden zij nu opeens het licht hebben gezien?
Referendum invoeren, Eerste Kamer afschaffen
De enige manier om echt een nieuwe bestuursstijl van de grond te tillen, is door het af te dwingen via institutionele hervormingen. Ik kan zo een aantal zaken opnoemen die we institutioneel zouden kunnen verbeteren. Als we het bindend referendum invoeren, kunnen burgers meteen hun invloed doen gelden op de politieke besluitvorming, en niet slechts eens per vier jaar. We zouden bij wet kunnen bepalen dat de grootste partijen ministers leveren, een soort zakenkabinet, naar het voorbeeld van Zwitserland. Zo wordt het dualisme tussen regering (uitvoerende macht, waar expertise centraal staat) en parlement (het ideologische hart van de politiek) in ere hersteld.
Lees ook dit spraakmakende opiniestuk voor EW Podium: Oorzaken bestuurscrisis gaan dieper dan we beseffen
De Eerste Kamer, ooit bedoeld als huis van reflectie en bezinning, is nu nog maar een trieste schaduw van dat ideaal, die we het beste kunnen afschaffen. We zouden de provincies, met hun grenzen die in de Middeleeuwen zijn gevormd, moeten vervangen door een regionale bestuurslaag met een democratisch mandaat en toegerust op decentralisaties die nu bij gemeentes terechtkomen (en die dat vaak niet aankunnen).
Terug naar de menselijke maat
We moeten stoppen met het herindelen van gemeentes: terug naar de politiek van de menselijke maat, in steden en dorpen dicht bij de gemeenschap. En om partijen te stimuleren om te fuseren kunnen we voor elke bestuurslaag vaststellen dat de grootste partij standaard alle restzetels krijgt. Zo houd je een open parlementaire cultuur, maar wordt er ook recht gedaan aan de macht van het getal.
Deze voorstellen zijn slechts een aanzet: we zouden weer moeten durven nadenken over democratische vernieuwing. Al een eeuw zit ons politieke stelsel op slot, terwijl de wereld om ons heen drastisch is veranderd. De politiek moet daarin meebewegen. Debatten over een nieuwe bestuursstijl kunnen dat weer naar voren brengen. Immers, hoe kun je bouwen aan een andere politieke mentaliteit als je de spelregels niet wil veranderen? Wie echt werk wil maken van een open bestuursstijl, moet ook de hamer en beitel durven te hanteren om de politieke structuur bij te schaven. Als politiek Den Haag dat nalaat, dan blijven die mooie vergezichten van ‘nieuw leiderschap’ niets meer dan zalvende woorden voor eigen parochie.