De Haagse politiek is in de ban van het ‘snelle denken’, het willen scoren op meetbare en zichtbare punten. Door die oppervlakkige obsessie is er geen ruimte voor het ‘langzame denken’ dat echte problemen kan blootleggen en oplossen, aldus de jonge filosoof Koen Bruning op EW Podium.
Onze politiek is te snel geworden. Politici, ambtenaren en bestuurders zien met de ‘bontkraag’ van communicatieadviseurs, spindoctors en verhalenvertellers om hen heen enkel nog wat zichtbaar is: de cijfers in de begroting; de peilingen; het stuk in de krant dat hun imago kan schaden.‘Maar meneer of mevrouw de journalist, zo zit het niet, laat het mij uitleggen,’ hoor je menige woordvoerder in de Haagse gangen zeggen .
Koen Bruning (2000) studeert Politics, Philosophy and Economics aan de Vrije Universiteit. Onlangs verscheen bij uitgeverij Prometheus zijn eerste boek Samen rijk. Hoe het basisinkomen Nederland een toekomst geeft.
Dit is een artikel van EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week meerdere artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.
We merken elke dag hoe op basis van alles wat meetbaar en zichtbaar is continu snelle beslissingen worden genomen. Snelle beslissingen, zonder reflectie. Zonder dieperliggende motivatie of ideologische gedrevenheid vanuit bestuurders en politici. Zonder vragen over het ‘waarom’ en de waarden achter de politiek. Enkel over het ‘wat’ – het spel, de peilingen, de zetelwinst – van de politiek.
Zonder ideeën is politiek niets anders dan marketing
De politiek lijkt haar kerntaak, namelijk de productie van ideeën, te hebben verstoten. Het draait niet meer om visie, maar om de cijfers. Om alles wat zichtbaar en meetbaar is en wat goed scoort, bijvoorbeeld in de media.
Het probleem zit ’m hierin: zonder ideeën rest alleen marketing. Het oppoetsen van de lege hulzen die overblijven. Zo schrijft Naomi Klein in haar boek No Logo over hoe bedrijven als Nike, gedreven door enkele percentages winst meer, hun productie naar verre oorden verplaatsten en uitbesteedden: wat overbleef waren enkel logo’s, zegt Klein. Ten gevolge daarvan strooiden bedrijven, op basis van ‘snel denken’ – vrij naar het onderscheid dat de Duitse psycholoog Daniel Kahneman heeft gemaakt tussen ‘snel’ en ‘langzaam’ denken – en hun obsessie met hun imago, met miljarden voor de marketingdepartementen: die moesten de ‘lelijke’ restanten van lage lonen en de in vele gemeenschappen verdwijnende banen van het logo namelijk oppoetsen.
Het merk Nike was: Just Do It. Nike was een mentaliteit. Niet dat zwaar onderbetaalde kind in een fabriek dat geen onderwijs kon krijgen. Haar maakte Nike niet zichtbaar. Zij bleef onzichtbaar.
Meer over dit onderwerp: Zo verloor Haagse politiek gezag
Datzelfde imago-denken domineert ook al jarenlang de Haagse politiek. Denk aan de VVD. Die partij draait niet om principes of ideale. Nee: de VVD is Mark Rutte. Een toffe peer. De premier van ‘een gaaf land’. De man met een appeltje op de fiets. De VVD is niet die mentaal en financieel vermorzelde toeslagenouder. Die blijft onzichtbaar.
Obsessie met beeldvorming heeft reële gevolgen
Niet alleen bij de VVD, maar over de hele linie reageren politici, bestuurders en ambtenaren vaak enkel nog op wat zichtbaar is. De productie van en aandacht voor ideeën (bijvoorbeeld in wetenschappelijke bureaus van politieke partijen) is geslonken. Ten gunste van marketing en beeldvorming, uitgedacht door legers aan woordvoerders en spindoctors. En dit heeft reële gevolgen.
Het ‘kind in de fabriek’ hier in Nederland zijn nu de 1.115 kinderen die onzichtbaar, buiten het oog van de politiek, media en samenleving, uit huis zijn geplaatst door van bovenaf opgelegde, door modellen en cijfers gestuurde beslissingen van een bureaucratie die het toeslagenschandaal heeft kunnen voortbrengen. Ons kind in de fabriek zijn de inwoners rondom Tata Steel die elke dag kankerverwekkende stoffen inademen en weinig gehoor vinden. Het zijn de Oost-Groningers van wie de mentale gezondheid en het vertrouwen in de politiek elke dag en met elke nieuwe aardbeving weer een nieuwe dreun krijgt. Punt is: we zagen hen allemaal niet, en soms nog steeds niet, omdat ze gemiddeld meer buiten het zicht werden gehouden.
Blindheid maakte langzaam denken onnodig
De comfortabele onzichtbaarheid van deze problemen dwong burgers ook niet tot reflectie. ‘Langzaam’ denken was niet nodig. We kregen enkel snelle politiek. Politiek als spel, waarin zichtbaar winnen een doel op zich wordt.
Lees ook dit commentaar van Gertjan van Schoonhoven: Zorgelijk dat Kamerlid als Bart Snels illusie armer de politiek verlaat
Politiek, enkel als een manier om macht te behouden. Niet als middel om Nederland, en alles wat haar op onzichtbare wijze weerbaar maakt, verder te brengen. Het is politiek als spel, met politieke tegenstanders steeds vaker als illegitieme en moreel verderfelijke vijanden. Niet als opponenten die respect voor elkaar hebben. Het is, zoals Bas Heijne zou stellen, de politiek van ‘een ander te grazen nemen’.
Politiek heeft invloed op mensen van vlees en bloed
Politiek is echter geen eindig spel met een winnaar en verliezer. Het is een oneindig spel van burgers en politici die normen en waarden delen, die over inhoudelijke verschillen heen op de langere termijn met elkaar samenwerken.
Politiek is niet enkel iets wat zichtbaar in Den Haag gebeurt, maar onzichtbaar door het hele land invloed heeft op mensen van vlees en bloed. Op hun longen. Op hun brein. Op hun kind zijn.
Politiek draait om ideeën, langzaam denken en reflectie. Niet enkel om marketing, snel denken en op basis van emotie allerlei dingen roepen. Het gaat om het zichtbaar maken van wat onzichtbaar is.
Kunnen ze het nog?
Bij de lopende formatie ligt dus niet enkel een nieuw te vormen kabinet op tafel, maar vooral het type politiek voor de komende vier jaar. Blijft dit er een van ‘snel denken’, zullen de politieke flanken over vier jaar weer groeien, zal de versplintering nog verder toenemen?
Lees ook deze column van Geerten Waling
Of wordt dit een periode van ‘langzaam denken’, wordt het er wellicht een van gestage heling: van het verminderen van de ongelijkheid, het oplossen van de wooncrisis tot het aanpakken van klimaatverandering? Van het echt mee laten beslissen van burgers, tot meer tijd en ruimte voor uitvoerders en professionals op de werkvloer tot het uitwerken van een nieuw stelsel voor de sociale zekerheid. Kunnen de politici het nog, zo rest ons nu de langzame vraag. En willen ze het nog…?