Coronabeleid leidt tot ernstige verwaarlozing van jongeren

31 december 2021Leestijd: 5 minuten
Bijna een half jaar bleven de deuren van klaslokalen dicht, maar vandaag mogen middelbare scholen weer volledig openen. Goed voor het welzijn van de scholieren. Foto: ANP / Hollandse Hoogte / Arie Kievit

Uit onderzoek blijkt dat de coronamaatregelen extreem schadelijk zijn voor de psychische welstand van jongeren. Toch krijgt dit publieke gezondheidsprobleem schokkend weinig prioriteit. Tijd voor een verantwoorde balans tussen vrijheid en veiligheid, schrijft twintiger Daan H. Teer op EW Podium.

Daan H. Teer (1997) is liberaal humanist, schrijver en aspirant-horecamedewerker. Hij is alumnus in de geesteswetenschappen aan University College Utrecht, waar hij onder meer taalkunde, geschiedenis, recht en journalistiek studeerde.

 

Dit is een artikel voor EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week diverse artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.

Eenieder die de compulsieve drang naar veiligheid in onze samenleving wil nuanceren, riskeert karaktermoord. ‘Wappie’ is een leuk woord. Effectief, radioactief, maar soms misplaatst. Niet iedereen die individuele vrijheid waarborgt, is volslagen krankjorum. Sommigen zijn simpelweg behoedzaam voor de aantasting van mensenrechten.

Hierbij een disclaimer: ik heb weinig geduld voor de groteske samenzweringstheorieën op het internet. De wappies zelf zijn daders, maar ook slachtoffers: slachtoffers van de psychologische klappen van de coronacrisis. Wanhopig, verward en kwetsbaar voor onwaarheden (zoals menig complotdenker). Een wappie ontvangt vreemd genoeg weinig mededogen en vooral minachting. Hoewel deze stroming niet ongevaarlijk is, duidt haar publieke obsessie op een grote vraag naar zondebokken – en dat is een gevaarlijke maatschappelijke tendens.

Vrijheid en veiligheid

Als zowel vrijheid en veiligheid prioriteit behoeven, waar ligt dan de gulden middenweg? Deze vraag had direct het coronadebat moeten vormgeven. Dat gebeurde in gebreke. Er waren tegendraadse geluiden (en daaropvolgende rancune), maar de veiligheid domineerde. Op korte termijn was dat wijs: de gevaren waren onbekend, dus beter erop dan eronder. Nu zijn bijna twee jaar verstreken en het is discutabel of we in de publieke ruimte een kalme balans nastreven of nog steeds verkrampt vastklampen aan één van twee extremen: team ‘alle remmen los’ (of: wappie) versus team ‘plank-rem’ (of: ‘voorkom politiek gezichtsverlies als gevolg van dood door schuld’).

Jeugd

Jeugd is wél solidair, schreef Teun Toonen vorig jaar

In een crisis moeten de prioriteiten duidelijk zijn. Als deze niet vooraf zijn vastgesteld, weet niemand hoe te handelen. Dan volgt paniek. Toen COVID-19 voor het eerst aanklopte, was ons gezamenlijke antwoord: ‘Nou, we willen in elk geval niet dood.’ Dat was deels wijsheid, deels paniek. Maar het probleem is: we gaan allemaal dood, misschien niet nu, maar wel ooit. Als deze levenswaarheid onverteerbaar voelt, kun je je afvragen of je inderdaad beschikt over een sterkere mentale gezondheid dan de gemiddelde wappie.

Leven en dood 

Leven is levensgevaarlijk, een jammerlijk feit. De kernvraag is of het bestaan waardevol genoeg is om zijn einde te riskeren. Vanaf dit besluit kan men (individueel of democratisch) morele levenskeuzes uitdokteren. De inperking van gezondheidsrisico’s hoort daarbij. Maar het leven stopzetten totdat elke dreiging is geweken, betekent in feite: voor altijd stilzitten. Die keuze heeft als paradoxaal resultaat dat we, uit angst voor de dood, als samenleving collectief hebben besloten te stoppen met leven. Dat is de kar voor het paard.

Ik (een gevaccineerde jongeling) ben niet zo bang om corona te krijgen. Wel vrees ik wat het virus heeft blootgelegd: een existentieel verwarde samenleving zonder overeengestemde prioriteiten. En ik vrees vooral voor mijn generatie. Het is lelijk duidelijk geworden dat een aanzienlijk deel van de oudere generaties niet over de nodige wijsheid beschikt om als gids te fungeren. Dicteren en vingerwijzen lukt hen wel, maar lastiger blijkt het toegeven van gebreken of het aanmoedigen tot overleg. Het lijkt er steeds meer op dat de generaties voor de mijne zijn vergeten op te groeien, zodat de corona-aanpak vooral lijkt op een doorschuifproces van gebakken peren.

Jongeren tijdens corona

Voor jongeren is de afweging vrijheid-veiligheid simpel: het risico is klein. De drang tot ontdekken (speelse wildheid, nieuwe ervaringen en bijbehorende butsen) is niet te onderdrukken. Momenteel worden die neigingen – meestal onmisbaar voor een gezonde ontwikkeling – in sinistere stilte gesmoord door de restricties. Met als resultaat dat het aantal psychische klachten sinds de uitbraak van het coronavirus is geëxplodeerd. Bijna de helft van de leeftijdsgroep 16-24 jaar kampte in het voorjaar al met psychische problemen. Naar deskundige inschatting kwam dit meer door de vrijheidsbeperking dan door de angst voor het virus.

Generatieconflict

Lees ook deze column van Geerten Waling: Door corona dreigt generatieconflict en groeit wantrouwen

Inmiddels neemt de problematiek verder toe. Psychiaters en schoolleiders beschrijven een onomkeerbare schade. Apathie, depressiviteit en psychische stoornissen onder jongeren nemen hand over hand toe. Het is een understatement om de coronamaatregelen catastrofaal onpedagogisch te noemen. Ondanks dat ik zelf relatief gespaard ben gebleven, heb ik de effecten van langdurige isolatiedruk op mijn vrienden en vriendinnen ervaren. Zij voelen zich niet vrij, maar ook niet veilig.

Hoeveel jongeren moeten er nog geestelijk breken?

Inmiddels is er weer een lockdown. Hoeveel staatsburgers-in-wording moeten er nog geestelijk breken, onder het mom van veiligheid, voordat serieus wordt overwogen of dit psychische bloedbad op zichzelf wellicht een veiligheidsrisico is? Bijbehorende vraag: wanneer erkent onze maatschappij dat zonder vrijheid niemand veilig kan zijn, omdat al wat niet vrij beweegt altijd stolt, bederft en afsterft als een verstopte ader? Hoe houdbaar is ‘kramp’ als ‘strategie’?

Een voorstel en een noodkreet aan de politiek: handen af van mijn generatie, alsjeblieft. Haal deze verlammende wurggreep van onze nekken. Psychische ontwikkeling kan niet voor onbepaalde tijd worden stopgezet in tijden van langdurige crisis. Samenkomst en recreatie zijn cruciaal om de staat van de wereld te relativeren. Coronapatiënten en IC-medewerkers – hoe ernstig hun situatie ongetwijfeld is – zijn niet de enigen die lijden of gevaar lopen. De gevolgen van de coronacrisis zijn verstrekkend en hypercomplex: economisch, maatschappelijk én psychisch, niet alleen medisch.

Gezond opgroeien

De consequenties van een emotioneel, psychisch en spiritueel kreupele generatie op de lange termijn zijn niet te overzien. Zonder corona zijn er al genoeg uitdagingen voor de jonge generaties: klimaatverandering, polarisatie, woningnood… COVID-19 heeft wereldwijd miljoenen slachtoffers. Tegelijkertijd sterft van alle bevestigde gevallen slechts ruwweg 2 procent. Dit is geen wereldoorlog of Spaanse griep (een schadelijker pathogeen). Dit is een halfbakken crisis vergeleken met wat onze groot- en overgrootouders doorstonden – en wat de jongste generaties wellicht nog zullen meemaken. Hun onnodige, collectieve mentale instorting op zo jonge leeftijd is niet te veroorloven.

Lees ook deze column van Liesbeth Wytzes: Is feestvieren het recht van de jeugd?

Aan de bestuurders: prioriteer de mentale gezondheid van de jeugd en laat de restricties, op verantwoordelijke wijze, vieren. Logistiek moeten er betere oplossingen zijn dan ‘sluit die koters op met sap en wat te kanen’. Ga een gelijkwaardig gesprek aan. Laat risicogroepen de nodige voorzorgsmaatregelen treffen. Geef ook adolescenten de ruimte om gezond te leven en in vrijheid hun volwassenheid te bereiken. Enkel psychologische hulp is als zalf op een wond die alsmaar voort ettert. Als de overheid de persoonlijke ontwikkeling van zoveel burgers blijft belemmeren, is dat beleid de term ‘veilig’ ronduit onwaardig. ‘Verwaarlozend’ is treffender.