Soms zijn goede bedoelingen alleen niet genoeg voor een goede aanpak van een pandemie. Extreme ingrepen, zoals de huidige lockdown in Nederland, richten vooral schade aan, zo schrijft jurist Mike Soyer op EW Podium.
In Albert Camus’ De pest, het boek dat heel literatuurminnend Nederland las in de begindagen van de pandemie, wordt een crisisberaad beschreven van medisch experts en politici naar aanleiding van enkele verontrustende sterfgevallen in de Algerijnse stad waar het boek zich afspeelt. Men vermoedt dat de pest is uitgebroken en dat die de oorzaak is van de sterfgevallen, maar dat staat nog niet vast. Wat te doen, is de voorliggende vraag.
Mike Soyer (1989) is onderzoeker en docent rechtsfilosofie aan de Universiteit Leiden. Eerder was hij advocaat en gastcolumnist voor de Volkskrant. Hij studeerde rechtsgeleerdheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam en rechtsfilosofie aan de Universiteit Leiden.
Dit is een artikel voor EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week meerdere artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.
Het crisisteam is verdeeld in twee kampen. Het ene kamp wil afwachten tot er meer zekerheid is en niet onnodig drastische maatregelen treffen. Het andere kamp wil juist ondanks de onzekerheid direct tot strenge maatregelen overgaan. De hoofdpersoon, dokter Rieux, die behoort tot dat laatste kamp, trekt uiteindelijk aan het langste eind. ‘Als we wachten tot we absolute zekerheid hebben, dan is het te laat,’ is zijn doorslaggevende argument.
Niet wachten, maar nu maatregelen
Strenge maatregelen ‘uit voorzorg’ zou je dus kunnen zeggen en dat zal de in lockdown verkerende Nederlander anno 2022 bekend in de oren klinken. Het kabinet en OMT-leden zullen het voorzorgsargument van dokter Rieux met instemming bezien, want het is precies hetzelfde argument dat zij hebben aangevoerd voor onze lockdown: ‘Als we wachten tot we meer zekerheid hebben over omikron dan is het te laat, dus we moeten nu maatregelen treffen.’
Het grote verschil met Camus’ op waarheid gebaseerde werkelijkheid is natuurlijk de dodelijkheid van de potentiële epidemie waarmee dokter Rieux te maken krijgt. De pest was zo dodelijk, dat ‘afwachten’ moeilijk kon worden verdedigd. ‘We moeten ondanks de onzekerheid nú strenge maatregelen afkondigen,’ zegt Rieux, ‘omdat anders, als het de pest blijkt te zijn, de helft van de bevolking zal sterven.’ Daar is weinig tegenin te brengen.
Aan COVID gaan mensen niet in groten getale dood
Het contrast met COVID springt in het oog. En het is precies dit contrast waarop ook Diederik Gommers doelde toen hij onlangs bij De Balie zei dat COVID vergeleken met andere virussen (zoals ebola) relatief weinig voorstelt. Vergelijkenderwijs gaan mensen aan COVID inderdaad niet in groten getale dood. Zeker de sterftekans voor de jongere generaties is nihil. En in zulke omstandigheden zijn strenge maatregelen, en zeker strenge maatregelen ‘uit voorzorg’, natuurlijk een stuk moeilijker te rechtvaardigen dan in het voorbeeld van dokter Rieux in De pest.
Meer over dit onderwerp: Is de omikronvariant een zegen of een gevaar?
Natuurlijk is mortaliteit niet de enige relevante overweging bij het afkondigen van een lockdown. Het overstromen van de ziekenhuizen is ook een doemscenario. Maar inmiddels wijzen alle onderzoeken erop dat omikron niet alleen nauwelijks nog dodelijk is, maar ook veel minder ziekmakend. Als we de maatregelen zouden loslaten, zo stelt ook het RIVM inmiddels, dan zullen de ergste doemscenario’s op grond waarvan de lockdown is afgekondigd, niet uitkomen.
Goede bedoelingen richten soms evenveel schade aan als slechte
Maar waarom duren de maatregelen dan voort? Daarover doen inmiddels allerlei wilde speculaties de ronde. Laten we vooral niet aan kwestieuze motieven toeschrijven wat ook vanuit goede bedoelingen kan worden verklaard. Die goede bedoelingen zijn hier gebaseerd op het feit dat de zorg nog steeds overbelast zou kunnen raken als we de maatregelen opheffen. Dat is wat ook deze week werd aangevoerd door OMT-lid Marc Bonten en dat is wat het kabinet wil voorkomen.
Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.
Het ding met goede bedoelingen is echter, zo merkt Camus in De pest ook op, dat ze minstens zoveel schade kunnen aanrichten als hun kwade tegenhangers. Met het afkondigen van de goedbedoelde maatregelen richten we, dat staat wel vast, ook veel schade aan. De schade aan de jongere generaties en hun leerachterstanden, de schade aan onze mentale en fysieke gezondheid (ook dat kost vele levensjaren), maar ook de schade aan onze financiële overheidsreserves, aan ondernemingen en onze economie, aan de sociale cohesie, aan het vertrouwen in de overheid. Is het geen reële mogelijkheid dat deze vaak minder zichtbare schade bij elkaar opgeteld de schade die we met de huidige maatregelen voorkomen, ver overstijgt?
Kunnen we de druk op de zorg nu echt niet op minder ingrijpende manieren ondervangen dan met een lockdown? Door capaciteitsuitbreiding, COVID-ziekenhuizen, desnoods een maximumaantal IC-bedden voor COVID-patiënten om de reguliere zorg te ontzien? Dat is niet de taal van wappies, zoals soms haast wel lijkt te worden gedacht, dat is de taal van Armand Girbes, hoofd van de IC van het Amsterdamse UMC, en het is wat eigenlijk in het verleden altijd is gebeurd in de bestrijding van epidemieën en dus niet toevalligerwijs ook wat er in Camus’ De pest gebeurt: noodziekenhuizen inrichten en capaciteit uitbreiden.
Hoe kijken we later op deze tijd terug?
Wie nog niet is overtuigd, wil ik graag vragen wat verder in de toekomst te kijken. Hoe kijken we over vijf of tien jaar op deze periode terug? Het is helemaal niet ondenkbaar dat als we later wat onbevangener terugblikken, we zullen moeten concluderen dat we voor dit relatief milde virus veel te hard hebben ingegrepen. Meestal zet een zeker tijdsverloop de dingen pas weer in perspectief.
Maar dan kan het al te laat zijn. Al die hierboven opgesomde vormen van schade waar nu veel minder aandacht voor is, kunnen dan al op mogelijk catastrofale wijze hun uitwerking hebben gehad in onze maatschappij. Dat kan natuurlijk – net als in de OMT-modellen – meer of minder ernstig uitpakken. Maar in de ergste denkbare scenario’s leidt wat we nu vragen van onze sociale cohesie, onze ondernemers en economie, onze financiële reserves en onze lichamelijke en geestelijke gezondheid tot ellende waarbij de coronacrisis, ja, welhaast peanuts zal lijken.
Als goede bedoelingen nog meer schade aanrichten
Moeten we met deze niet ondenkbare toekomstscenario’s in gedachte juist niet ‘uit voorzorg’ de maatregelen opheffen en daarna ook niet nogmaals afkondigen? Zeker nu omikron aantoonbaar meevalt? Wat als we met onze huidige goede bedoelingen nóg veel meer schade aanrichten dan we nu kunnen overzien? Dat zouden overwegingen voor de lange termijn moeten zijn, waarmee het kabinet rekening dient te houden. Maar helaas lijkt het kabinet zich geheel te hebben overgeleverd aan de adviezen van de crisismanagers van het Outbreak Management Team, dat echter naar zijn aard alleen gericht is op de korte termijn en het bestrijden van een specifieke crisis. Maar we leveren onszelf aan hun adviezen over at our own risk.
Wat we moeten beseffen, is dat de voorzorgsafweging, die door dokter Rieux in De pest en door ons eigen kabinet en OMT in het kader van de omikron-lockdown is gemaakt, ook de andere kant op werkt. Laten we het zo formuleren: ‘Als we deze maatregelen maar blijven doorzetten, dan richten we mogelijk catastrofale schade aan de samenleving aan. We kunnen het ons niet veroorloven om af te wachten tot die mogelijk enorme schade duidelijk wordt. Dan is het namelijk te laat. We kunnen de maatregelen beter uit voorzorg opheffen.’
Deze omgekeerde toepassing van het voorzorgsprincipe lijkt mij inmiddels een stuk overtuigender. Hef dus zo snel mogelijk de voorzorgsmaatregelen op. Uit voorzorg.