Er is een nieuwe #MeToo-golf losgebarsten in Nederland. Ongepaste en intimiderende berichtjes, dickpics en andere vormen van grensoverschrijdend gedrag wijzen op een breed maatschappelijk probleem. De oplossing ligt bij de sociale veiligheid, schrijft historicus Gert Jan Geling op EW Podium.
Gert Jan Geling (1987) studeerde geschiedenis, theologie, Arabische taal en cultuur, internationale betrekkingen, American Studies en Midden-Oosten studies. Op dit moment doceert hij Integrale Veiligheidskunde aan de Haagse Hogeschool, promoveert hij in politieke filosofie en schrijft hij boeken over uiteenlopende onderwerpen.
Sinds de misstanden bij The voice of Holland naar buiten zijn gekomen, staat seksueel wangedrag weer in de schijnwerpers. Nederland is een tweede #MeToo-fase ingegaan. Gezien de vele getuigenissen van vrouwen die het slachtoffer zijn geworden van seksueel wangedrag en geweld is dit ook hard nodig. Van The voice tot Ajax, van de VPRO tot De Telegraaf, bij elke zaak die naar buiten komt blijkt dat we hier kampen met een maatschappelijk probleem.
Aandacht voor veiligheid
Dit probleem wordt op verschillende manieren geduid. Sommigen stellen dat dit een typisch probleem is van mannen en mannelijkheid, waarbij velen niet doorhebben waar de grens ligt. Volgens anderen gaat het meer om machtsstructuren en machtige mannen die ofwel misbruik maken van vrouwen, ofwel geen gehoor geven aan hun klachten. Deze analyses snijden zeker hout, maar er is ook nog een aspect in de discussie over dit onderwerp dat veelal niet wordt benoemd, maar wel degelijk onze aandacht verdient.
Wat vaak wordt vergeten, is dat het hier primair om een veiligheidsprobleem gaat. Veel vrouwen, en soms ook mannen, worden aangetast in hun veiligheid en veiligheidsgevoel door leidinggevenden, collega’s, personen in een machtspositie of soms zelfs door wildvreemden. Als samenleving staan we daarom voor een uitdaging op veiligheidsgebied, die dan ook een benadering vanuit dat werkveld vraagt.
Als wangedrag zonder gevolgen blijft
Want de kern van het vraagstuk waar we nu voor staan, zit hem niet zozeer in het wangedrag dat veel mannen vertonen, maar vooral in het feit dat men zich überhaupt zo durft te gedragen. Gedragingen die kunnen plaatsvinden omdat dit soort mannen ervan uitgaat dat ze er wel mee zullen wegkomen – en er ook gewoon mee wegkwamen, totdat uiteindelijk de bom barstte.
Lees de blog van Hugo Camps: Marc Overmars is van zijn troon gevallen
Als een Marc Overmars jaren dickpics stuurt naar medewerkers, of als een Jeroen Rietbergen deelnemers aanrandt en hiermee gewoon blijft doorgaan, dan is duidelijk dat zij dit doen omdat het voor hen geen gevolgen heeft. In een veilige werkomgeving zou hiervoor geen plaats zijn. Seksueel wangedrag op de werkvloer is daarom vooral ook een veiligheidsprobleem – en een kenmerk van een ongezonde veiligheidscultuur binnen veel instellingen, organisaties en bedrijven.
Misstanden werden genegeerd
Een belangrijke voorwaarde voor een gezonde veiligheidscultuur op de werkvloer is sociale veiligheid. Bij een gebrek aan sociale veiligheid voelen medewerkers zich niet vrij genoeg om zich uit te spreken over misstanden. Ze durven fouten, afwijkingen en verbeterideeën niet te melden of durven niet door te pakken na een melding. Achter de schermen van The voice werden misstanden van Jeroen Rietbergen bijvoorbeeld al jaren gemeld en ze waren zelfs bekend bij John de Mol. Toch werd er niet ingegrepen. Hetzelfde geldt voor het wangedrag van Marc Overmars bij Ajax. Het werd gemeld, was breed bekend, toch bleef ingrijpen uit.
Uit de theorie over veiligheidscultuur weten we dat dit soort organisaties te maken heeft met een pathologische of reactieve veiligheidscultuur. Misstanden worden genegeerd totdat er problemen ontstaan, en pas dan – bijvoorbeeld als de media erover berichten – gaan leidinggevenden er pas aandacht aan besteden.
In veel bedrijven en organisaties is er volop aandacht voor veiligheid, maar de aandacht voor seksuele veiligheid blijft beperkt tot formele procedures, zoals vertrouwenspersonen en meldpunten. Over omgangsvormen, en waar grenzen liggen, gaat het niet. Veiligheid wordt op veel werkvloeren alleen in klassieke termen opgevat.
Veiligheid moet ook gaan over de cultuur
Maar veiligheid op de werkvloer gaat niet alleen over of er wel brandblussers hangen, of er geen usb-sticks met gevoelige informatie rondslingeren en of we wel voldoende afstand houden en mondkapjes dragen. Veiligheid op de werkvloer gaat óók over een veilige cultuur waarin mensen kunnen werken en onveilige situaties of omgangsvormen kunnen melden zonder dat deze meldingen worden genegeerd of negatieve consequenties hebben voor de melder. Hierbij wil je dus toe naar een proactieve of vooruitstrevende veiligheidscultuur waarin veiligheid van werknemers in brede zin centraal staat bij alles wat er gebeurt binnen de organisatie.
Lees ook dit opiniestuk van Carla Joosten: #MeToo: beschavingsoffensief is prima, afrekencultuur niet
Technische oplossingen, zoals meldpunten en vertrouwenspersonen, helpen amper zolang de cultuur op de werkvloer niet verandert. Het gaat hier om een zogeheten ‘adaptieve uitdaging’, die vraagt om een diepgaande verandering van de cultuur van bedrijven en organisaties. En het vraagt ook om een bredere benadering van het begrip veiligheid in de samenleving en van wat een veilige werkomgeving allemaal omhelst.
Een maatschappelijk probleem
Want deze problematiek speelt niet alleen in de media- en voetbalindustrie, maar op heel veel plekken in Nederland. Willen we daadwerkelijk een samenleving creëren waarin niet alleen proactief wordt gereageerd op misstanden rondom seksueel wangedrag, maar waarin vooral wordt ingezet op het voorkomen ervan, dan is meer aandacht nodig voor, en een brede benadering van, sociale veiligheid en een veilige werkomgeving, waar voor seksueel wangedrag geen plaats is.
Hierover moeten Nederlanders met elkaar praten en hiermee zou de nieuwe ‘regeringscommissaris seksueel overschrijdend gedrag’ Mariëtte Hamer ook aan de slag moeten. Want protocollen, meldpunten en vertrouwenspersonen alleen lossen de problematiek van grensoverschrijdend gedrag niet op.