Net als een eeuw geleden heeft het Westen sinds 1991 een vreedzame periode gekend, een belle époque. De oorlog in Oekraïne dwingt ons om serieus te investeren in defensie, als we dat tijdperk van vrede willen behouden, schrijft JOVD-bestuurslid en geschiedenisstudent Pepijn Kruiswijk op EW Podium.
Pepijn Kruiswijk (2001) volgt een bachelor geschiedenis aan de Universiteit Leiden en is Algemeen Bestuurslid Voorlichting bij de JOVD. In het verleden was hij vicevoorzitter van de UNESCO Jongerencommissie.
EW Podium publiceert opinies van jonge schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. Plaatsing hoeft geen redactionele instemming te betekenen.
Zowel links als rechts realiseert zich door de oorlog in Oekraïne dat Nederland jarenlang onvoorbereid is geweest op een conflict. Een lange periode van vrede en welvaart wordt van alle kanten bedreigd nu dictaturen als Rusland en China steeds onverschrokkener uitbreiden. De vraag is nu wat het Westen kan doen om de vrijheid in de wereld te waarborgen. Het antwoord: structurele investeringen in defensie en een volk met een ruggengraat.
1914: het abrupte einde
van de belle époque
In de warme zomer van 1914 waren er weinigen in Europa die de tragedie zagen aankomen die zich in de vier jaar erna zou voltrekken. De voorafgaande decennia die La belle époque (het mooie tijdperk) werden genoemd, waren een periode van vrede, groei en ontwikkeling in Europa. Op de achtergrond stond het Europese kruitvat echter op exploderen en die zomer liepen miljoenen Europeanen als slaapwandelaars een wereldoorlog in.
Iets meer dan honderd jaar later moet het Westen zich realiseren dat onze belle époque ook tot een einde kan komen, nu Vladimir Poetin met de invasie van Oekraïne het fenomeen oorlog herintroduceert in Europa.
1991-2022: een ongekende periode van vrede
Sinds de val van de Sovjet-Unie in 1991 leek het alsof de liberale democratie voor eens en altijd had gezegevierd. Francis Fukuyama schreef over de liberale democratie als eindstation van de mensheid in zijn essay ‘The End of History and the Last Man’, een titel waarop hij inmiddels is teruggekomen. In Oost-Europa ontstonden en moderniseerden nieuwe landen, de Europese Unie poogde zich te ontwikkelen tot een machtsblok en aan de andere kant van de Atlantische Oceaan kon de iconische Amerikaanse zeearend eindelijk vredig slapen. Sindsdien volgde er voor de westerse wereld een ongekende periode van welvaart, ontwikkeling en globalisering, maar bovenal van vrede.
Lees ook dit verhaal van Eric Vrijsen over defensie: Vijf speerpunten voor de versterkte krijgsmacht
Het Westen werd, na de Golfoorlog en de oorlog in voormalig-Joegoslavië in de jaren negentig, voor het eerst echt wakker geschud na de verschrikkelijke aanslagen van 11 september 2001. Hierna volgde een vergeefse reeks langdurige conflicten in het Midden-Oosten, terwijl elders Rusland en China langzamerhand steeds machtiger werden.
Niet strategisch nagedacht
De realiteit is dat het Westen militair geheel in slaap was gesust toen Rusland vorige maand Oekraïne binnenviel. Jarenlang achterstallig defensiebeleid en een verwend joie de vivre deden ons machteloos staren naar de eerste grote landoorlog in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog.
Na de annexatie van de Krim in 2014 heeft Europa op het gebied van veiligheid niet strategisch nagedacht. Veel mensen krijgen nu door dat Europa nog steeds kwetsbaar is op het gebied van veiligheid en inflatie, terwijl er in Oekraïne wordt gesproken van een mogelijk Stalingrad-scenario rond de hoofdstad Kiev.
Hoever willen wij gaan voor de vrijheid?
Het is belangrijk dat we ons nu niet meer bezighouden met vragen over hoe het zover heeft kunnen komen. Het is een nieuwe realiteit dat het Westen niet meer alles voor het zeggen heeft. Waar we ons mee moeten bezighouden, is de vraag hoever wij willen gaan en hoeveel wij willen verdragen om de vrijheid in de wereld te beschermen. Juist nu klinken de woorden van president John F. Kennedy tijdloos toen hij op het hoogtepunt van de Koude Oorlog bij zijn inhuldiging het volgende zei:
‘Let every nation know, whether it wishes us well or ill, that we shall pay any price, bear any burden, meet any hardship, support any friend, oppose any foe to assure the survival and the success of liberty.’
Nederlanders moeten de rug recht houden tegenover Poetin
Kranten koppen paniekerig over de eerste uitdagingen waarvoor Nederlanders nu staan. De prijzen van gas en olie zijn snel aan het stijgen, omdat wij ons in de afgelopen jaren steeds afhankelijker hebben gemaakt van Rusland als energieleverancier. Journalist en econoom Mathijs Bouman schreef in het FD eerder over het ‘Kwartje van Kiev’, dat wordt mogelijk een euro. Desalniettemin is het ook aan ons Nederlanders om onze rug recht te houden tegenover Poetins dictatuur.
Lees ook dit commentaar van Robbert de Witt: Westen moet klaar zijn voor lang conflict met Poetins Rusland
Dat wij in Nederland nog steeds in vrede onze gang kunnen gaan, neemt niet weg dat dit drie landen verderop niet kan. Vergeleken met eerdere generaties hebben wij het nog gemakkelijk. We leven in een tijd van ongekende luxe en comfort waarin de gemiddelde Nederlander zelfs beter leeft dan Lodewijk XIV, de zonnekoning.
We zullen uiteindelijk moeten accepteren dat we wat meer moeten fietsen in plaats van autorijden, en dat maaltijdbezorgers, die al fietsen, er vijf minuten later zijn. We zullen met iets minder comfort moeten leren leven. Zolang wij Nederlanders een sterke ruggengraat hebben, zullen we met de nuchterheid die ons eigen is de veranderingen in de ogen durven zien en wennen aan iets minder luxe.
Houd het gevoel van urgentie vast
Gelukkig voelen Nederlanders zich sterk betrokken bij Oekraïne en heerst er een gevoel van urgentie, iets wat blijkt uit de massale inzamelingen van Giro 555. Het is belangrijk dat de oorlog in het oosten de komende weken niet vervaagt tot een ‘ver van ons bed’-show en dat ook de media het conflict nauwgezet blijven verslaan, zodat we betrokken blijven.
Het is intussen een gegeven dat onder anderen de liberalen, zoals ook de JOVD waarvan ik bestuurslid ben, in Nederland de laatste jaren tevergeefs zijn blijven hameren op het halen van de NAVO-norm van 2 procent van het bruto binnenlands product. Stukje bij beetje komt er geld bij. De Russische agressie dient nu als wake-up call.
Na nieuwe eensgezindheid nu doorpakken
Door de invasie in Oekraïne zijn de lidstaten van de EU en de NAVO dichter bij elkaar gekomen. Van alle landen durft nota bene Duitsland weer fors te investeren in het leger, haast ondenkbaar onder uitgerekend een sociaal-democratische bondskanselier als Olaf Scholz. Maar ook een GroenLinks-politicus als Europees Parlementslid Bas Eickhout erkent nu dat hij naïef is geweest wat betreft defensie.
Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.
Bekijk de mogelijkheden voor een (digitaal) abonnement hier
Met deze eenheid moeten we niet met de vinger gaan wijzen, ook rechts heeft immers flink op defensie bezuinigd. Het is nu tijd om door te pakken vanuit de eenheid die is ontstaan en eindelijk die 2 procent-norm te waarborgen. Nu is het moment daar om in te zetten op structurele investeringen in onze defensie en te bepalen welke kant Nederland op wil met de strijdmacht.
Onze belle époque is nog niet verloren, maar uiteindelijk ligt het in de handen van de nieuwe Vrije Wereld om het doorzettingsvermogen te tonen om dit vreedzame tijdperk te behouden.