Europese ‘interventiemacht’ is gewoon een Europees leger

Rutte bij Europese top over onder meer Oekraïne, dag 2. Foto: ANP SEM VAN DER WAL

Een Europese ‘interventiemacht’ van vijfduizend militairen mag volgens premier Rutte beslist geen ‘Europees leger’ heten. Toch ziet die macht eruit als een Europees leger, oefent als een leger en wordt aangevoerd als een leger. Laten we het dus ook een Europees leger noemen, schrijft historicus Maykel Darricarrere op EW Podium.

Maykel Darricarrere (1998) studeerde geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Tussen 2019 en 2021 was hij werkzaam in het Europees Parlement voor onder anderen Derk Jan Eppink en Rob Roos. Sinds 2021 werkt hij als beleidsmedewerker voor de Tweede Kamerfractie van JA21.

EW Podium publiceert opinies van jonge schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.

Vijfduizend Europese militairen zullen in 2025 in dienst treden van de ‘Rapid Deployment Capacity’. Dat klinkt als een verwaarloosbaar aantal. China heeft immers meer dan twee miljoen soldaten en Rusland paradeert met circa een miljoen, van wie ongeveer eenvijfde is ingezet in Oekraïne.

In Europees perspectief is vijfduizend echter al een reuzenstap. Duitsland en Frankrijk hebben elk rond de 200.000 troepen, Nederland telt ruwweg 41.000 militairen en Luxemburg heeft er slechts 1.100.

Vijfduizend Europese soldaten, dat is een leger

Met een relatief grote groep van vijfduizend soldaten zou men intussen wel kunnen spreken van een ‘leger’. De elfhonderd militairen van Luxemburg worden per slot van rekening óók een leger genoemd. Weliswaar het kleinste leger binnen de NAVO.

In de Van Dale wordt een leger getypeerd als ‘militairen die te land dienen’, op Wikipedia als ‘een militaire strijdkracht’, en op woorden.org als een ‘grote groep soldaten’. De algemene strekking is duidelijk: 5.000 Europese soldaten kunnen per definitie best doorgaan als een klein Europees leger.

Tweedehands-autoverkoper Rutte

Toch verkoopt het kabinet-Rutte IV de ‘interventiemacht’ of ‘flitsmacht’ als iets wezenlijk anders dan een leger. Dat ligt in de aard van deze snel inzetbare troepenmacht, meent premier Mark Rutte. Hij noemt in het Tweede Kamerdebat van 23 maart de interventiemacht anders dan een leger: ‘Dit is een groep mensen, militairen, die we bij elkaar brengen om ervoor te zorgen dat we als Europa niet met de handen in het haar zitten zoals we dat in augustus zagen in Kabul.’ Even later voegt hij daaraan toe dat de interventiemacht ‘niet is bedoeld om het Europese grondgebied te verdedigen’. Waarvoor zijn de soldaten dan bedoeld?

Borrell

Lees ook dit commentaar van René van Rijckevorsel

EU-interventieleger: een begrijpelijk maar slecht plan

De EU-militairen zullen ter land en zee oefenen alsmede inzetbaar zijn voor ‘verschillende soorten crisissen’. Dat lijkt verdacht veel op wat een normaal leger ook doet, maar Rutte kan en zal niet erkennen dat deze troepen eigenlijk gewoon een klein leger vormen. Een meerderheid van de Kamer – inclusief zijn eigen VVD – is namelijk tégen een Europees leger. Daarom goochelt hij met nieuwe termen als flitsmacht en interventiemacht. Op zulke gladde praatjes zou menig tweedehands-autoverkoper nog jaloers kunnen worden.

Spanningen in Rutte-IV

De kramp van onze premier om te erkennen dat het hier een Europese leger betreft, onthult grote spanningen binnen het Nederlandse kabinet ten aanzien van een gezamenlijk Europees defensiebeleid. D66 als meest eurofiele regeringspartij is natuurlijk een fervent voorstander van een Europees leger.

Tegelijk zit de partij wel samen met de eurokritischere VVD in de liberale eurofractie Renew Europe. Toch staan de Europa-standpunten van de VVD vaak haaks op D66. De VVD is namelijk ‘tégen een Europees leger’ en wil ‘zelf besluiten of en waarheen wij onze militairen uitzenden’. Waarom wil de VVD dan toch een Europese interventiemacht?

En-en-en

Gelukkig kan VVD-Kamerlid Roelien Kamminga daar meer over vertellen. Sinds 2021 is zij woordvoerster Europa. In de Tweede Kamer vertelde zij dat er met de interventiemacht geen sprake is van een Europees leger: ‘Dat zou gaan betekenen dat ieder lidstaat niet meer onafhankelijk alle krijgsmachtonderdelen bezit.’

Lees het opiniestuk van Bart Jansen en Lorenzo Nieuwenburg op EW PodiumNu een Europees leger is een heel dom idee

De VVD wil náást een volwaardige, Nederlandse krijgsmacht óók een Europees inzetbare macht. ‘Het moet en-en-en zijn,’ zei Rutte daar een paar uur later over. Een Europese interventiemacht ‘om als Europese Unie ook gewoon dingen kunt doen’. Zo zal de EU-flitsmacht land-, lucht-, en zee-onderdelen hebben. Net als een echt leger, maar zo mogen we het nog steeds niet noemen.

Verlies van soevereiniteit

Bovendien zei Kamminga dat bij een Europees leger ‘je niet meer het eindbesluit in het Nederlandse nationale parlement zou hebben’. Bij een interventiemacht wel. Dat is een naïef beeld voor iemand die in haar carrière vaak met Europese besluitvorming te maken heeft gehad.

Het commando van deze militaire macht komt namelijk op termijn te liggen bij de EU Military Planning and Conduct Capability (MPPC), een subonderdeel van de EU-defensie-dienst. De MPCC komt uiteindelijk onder Eurocommissaris Josep Borrell zijn bevel. Hij is overigens dezelfde Eurocommissaris die voorstelde de interventiemacht niet 5.000 maar 50.000 EU-militairen sterk te maken.

Lidstaten die niet met EU-missies willen meedoen, mogen zich conform de verdragen ‘constructief onthouden’ binnen de Raad, maar moeten wel meebetalen aan de gemeenschappelijke kosten van militaire operaties van de Europese Unie. Alleen Denemarken heeft een opt-out en hoeft niet mee te betalen. Dat kan Nederland ook bedingen, maar daarvoor is wel een verdragswijziging nodig.

Laat er dus geen misverstand over zijn: het Nederlandse nationale parlement heeft in de verste verte het eindbesluit niet over de Europese interventiemacht. We mogen ons hooguit onthouden van een EU-missie zolang we maar lappen voor de rest.

Semantische spelletjes

Omdat de gemiddelde VVD-kiezer van Europese militairen niets moet hebben, moet Rutte koste wat het kost semantische spelletjes spelen over het begrip ‘leger’. Het past naadloos binnen het slinkse Europa-standpunt van de kabinetten-Rutte: meer Europa via de achterdeur.

Dat zagen we eerder ook al bij de omstreden eurobonds. Dat zijn leningen waarvan de schulden door alle Europese lidstaten van de eurozone gedekt worden. In de praktijk echter betekent het dat Italianen en Fransen torenhoge leningen met lage rente mogen aangaan, omdat ook spaarzaam Nederland garant zal staan voor alle schuld. Een Europese staatsschuld dus.

Nederland heeft zich er altijd tegen verzet. Zo ook voormalig CDA-minister van Financiën Wopke Hoekstra toen het coronaherstelfonds om de hoek kwam kijken als verkapte eurobonds. Hoekstra zag terecht in dat het coronaherstelfonds van omgerekend 807 miljard euro een sigaar uit eigen doos was. Niet lang hield de CDA-voorman echter zijn poot in Europa stijf om hier als Nederland niet aan mee te doen. Zo draagt Nederland nu circa 46 miljard euro bij aan dit fonds. De helft als gift.

Als kers op de taart moet Nederland van de Europese Commissie de zelfstandigenaftrek en hypotheekrenteaftrek versneld afbouwen om aanspraak te kunnen maken op de schamele 6 miljard euro die Nederland terugkreeg uit het fonds. En zelfs die 6 miljard euro is twee maanden terug teruggeschroefd naar 4,7 miljard euro, omdat de Nederlandse economie na corona beter opleefde dan voorspeld. Onder elk Europees miljardenfonds schuilt een addertje onder het gras.

Defensie wordt Europees

Nu willen diverse Europese lidstaten als Frankrijk en Italië een hernieuwing van een Europees miljardenfonds, alleen ditmaal in de vorm van een ‘defensiefonds’. Daar moet Nederland niet aan meewerken. Het eerdere miljardenfonds zou tijdelijk én eenmalig zijn.

Nederland wordt voor een tweede maal de transferunie verder ingerommeld. Op dezelfde manier hoe eurobonds tóch tot stand kwamen, is er nu ook een Europees leger gekomen. Via de achterdeur komt verdere Europese integratie binnengeslopen, waarna politici rond de pot moeten draaien om hun kiezers toch het Europese verhaal te verkopen.

Van de Europese interventiemacht zullen we nog veel horen. Op termijn zullen deze 5.000 troepen vast de eerste stap vormen voor een grotere, Europese troepenmacht. Laten we het beestje dus nu al bij zijn correcte naam noemen: dit wordt een Europees leger.