Het gesteggel over de maximumsnelheid uit 2019 lijkt ver weg, maar is nog altijd actueel. Tijd om die snelheid te verhogen, maar dan op het spoor. Ontsluit nou eindelijk eens de Europese spoorwegen voor Nederlandse reizigers, zo bepleit classicus en cultureel ondernemer Raphael Hunsucker in een artikel op EW Podium.
‘Plato is mijn vriend, maar de waarheid is nog meer mijn vriend’, zou de Griekse filosoof Aristoteles hebben gezegd. Oftewel: de inhoud is soms belangrijker dan de persoon – wát iemand zegt is belangrijker dan wíe het zegt. Ik moest aan deze wijze woorden denken toen, in november 2019, Nederland in de ban was van een overheidsbesluit dat inmiddels, na een pandemie en een grondoorlog in Oekraïne, illustratief lijkt voor de ‘eerste wereld’-problemen waarover we ons toen nog druk maakten: de verlaging van de maximumsnelheid van 130 naar 100 kilometer per uur overdag.
Raphael Hunsucker (1986) is classicus en cultureel ondernemer in Nederland en Italië, en reist regelmatig met de trein door Europa. Hij is betrokken bij de Italië Centrale en Choo-Choo, twee nieuwe initiatieven bedoeld om treinreizen door Europa makkelijker en aantrekkelijker te maken. De Italië Centrale richt zich specifiek op scholen, en heeft als doel om de traditionele gymnasiale Romereis een duurzame toekomst te geven.
EW Podium publiceert opinies van jonge schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.
Gevraagd om commentaar merkte FvD-leider Thierry Baudet toen op dat de hardwerkende Nederlanders buiten de Randstad weer eens werden gepakt. Die zouden immers langer bezig zijn om op hun werk te komen. Een prachtige retorische vondst: de snelheidsverlaging van kabinet-Rutte III presenteren als de zoveelste aanval van de Haagse elite op de gewone burgers in de provincie. Toch had Baudet ergens een punt: buiten de Randstad is het vaak dramatisch gesteld met de mobiliteit. Het echte probleem is evenwel dat die situatie vooral geldt voor wie juist géén auto heeft.
Terwijl Nederland vol ligt met snelwegen en het hele land destijds in rep en roer was over een snelheidsverlaging op de weg, speelt er zich op het spoor al jaren een echt snelheidsdrama af. Het binnenlandse treinverkeer wordt steeds beter, met om de tien minuten een trein tussen Arnhem en Rotterdam, maar het is nog steeds belachelijk ingewikkeld om snel met de trein over de grens te reizen.
Armoedige verbinding met grote buur Duitsland
Natuurlijk: vanuit Amsterdam en Rotterdam kun je in vliegende vaart met directe hogesnelheidstreinen naar Brussel, Parijs en Londen, en vanuit Utrecht of Arnhem ook naar Keulen en Frankfurt. Maar probeer eens van Roermond naar Keulen te reizen, een afstand van nog geen 100 kilometer: minimaal twee uur met de trein – een úúr langer dan met de auto. Of de ongeveer 100 kilometer van Maastricht naar Düsseldorf: zelfde verhaal.
Lees ook dit commentaar van Gertjan van Schoonhoven: Spoorwegen hebben de klant slechts beperkt op het netvlies
Duitsland is onze belangrijkste handelspartner en de grootste economie van Europa. Op dit moment gaan er welgeteld twee internationale langeafstandstreinen naartoe, beide vanuit Amsterdam. De ICE naar Keulen en Frankfurt levert een prima verbinding op, en rijdt zelfs één keer per dag door naar Mannheim en Bazel. Dat zou zeker vaker en meer mogen gebeuren, bijvoorbeeld door één zo’n trein te laten doorrijden naar München, een van de grootste nachttreinknooppunten van Europa.
Ook de frequentie doet ergens nog negentiende-eeuws aan. Waar je in Nederland elk kwartier van Zoetermeer naar Gouda kunt, moet je soms twee uur of langer wachten op de volgende internationale trein. Al jaren wordt erover gesteggeld om de reistijd van zes uur tussen Amsterdam en Berlijn omlaag te krijgen, zonder zicht op resultaat.
Maximumsnelheid op het spoor moet omhoog
Dat is dan, let wel, de situatie voor wie in de Randstad of Oost-Nederland woont. Wie in Friesland, Groningen of Limburg de auto wil laten staan, moet niet alleen meer tijd uittrekken, maar ook (meermaals) overstappen van stoptreintje op stoptreintje, met haltes in gehuchten als Kaldenkirchen en Herzogenrath. Dat is niet alleen een gotspe voor een krimpregio als Zuid-Limburg, maar voor iedereen tussen Hellevoetsluis en Vaals die duurzaam door Europa wil reizen. Van Middelburg naar Düsseldorf: nog geen drie uur met de auto, minimaal vijf uur met de trein – inclusief vier of vijf overstappen. Dat moet anders. De maximumsnelheid op het spoor moet omhoog.
Neem nou Limburg. Al jaren lopen delegaties in Den Haag de deur plat over de beloofde intercityverbinding Amsterdam-Aken via Heerlen, waarin de afgelopen jaren al 100 miljoen euro is geïnvesteerd. De provincie is voor, net als de burgemeesters van Amsterdam tot Heerlen.
Lees ook deze column van Zihni Özdil: Beloon Nederlanders om de auto te laten staan
De opvallende dwarsligger in dit verhaal? Niemand minder dan onze nationale spoorwegmaatschappij. Wat de NS betreft blijven we overstappen op regionale boemeltreintjes, in plaats van dat er één snelle en efficiënte internationale trein komt. Een regelrechte ramp voor zowel het klimaat als de kenniseconomie.
Snelle verbinding met Aken: noodzakelijke eerste stap
Het spoornetwerk verander je natuurlijk niet van vandaag op morgen, maar een snelle, directe trein naar Aken zou in elk geval één haalbare eerste stap zijn, ook al is die niet meteen rendabel. Als mensen zien dat reizen met de trein zo makkelijk is, wordt die verbinding vanzelf populairder. De oude Europese hoofdstad van Karel de Grote is bovendien ook dé plek om over te stappen op snelle internationale verbindingen. Vanuit Aken kun je comfortabel met één overstap naar Rome, Warschau, Boedapest en Venetië. Eindelijk een goed alternatief voor vliegen binnen Europa!
Vorig jaar maakte CDA-prominent en oud-Europarlementariër Wim van de Camp zich als ambassadeur van het Europees Jaar van het Spoor al hard voor de goede zaak. Nu gooit zijn partijgenoot Vivianne Heijnen als staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat hoge ogen met mooie plannen voor betere treinen naar het buitenland. Als voormalig wethouder in Maastricht voor de Euregio lijkt zij de ideale bewindspersoon om eindelijk vaart te maken op dit dossier, in het belang van Limburg en Nederland. De tijd is er rijp voor. Bijkomend voordeel voor alle geplaagde VVD’ers en FvD’ers: de maximumsnelheid gaat eindelijk weer omhoog. Op het spoor, wel te verstaan.