Amerikaanse lessen ter behoud van de vrijheid van meningsuiting

01 juni 2022Leestijd: 5 minuten
Het Vrijheidsbeeld in New York. Foto: Sunplash, Tony Wiek

In Amerika staat de vrijheid van meningsuiting onder druk van zowel conservatieve als progressieve (‘woke’) zijde. Een nieuwe coalitie van klassiek-liberalen gaat nu de strijd aan met de ‘censuurcultuur’. Daar kan Nederland iets van leren, schrijft de in Amerika werkzame historicus Matthijs Tieleman op EW Podium.

Matthijs Tieleman (1990) is historicus en amerikanist. Onlangs promoveerde hij aan de University of California, Los Angeles (UCLA) en momenteel is hij postdoctoraal onderzoeker aan de Arizona State University.

 

EW Podium publiceert opinies van jonge schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.

Met de recente overname van Twitter door miljardair Elon Musk is het debat over de vrijheid van meningsuiting in Amerika opnieuw aangezwengeld. Musk heeft namelijk plannen om op het sociale-mediaplatform minder te censureren. Dat roept de vraag op of het al zo gepolariseerde Amerika meer of minder censuur nodig heeft.

Een nieuwe coalitie voor de vrijheid

Dat debat over de vrijheid van meningsuiting legt zorgwekkende sentimenten bloot. Linkse en rechtse Amerikanen claimen principieel vóór de vrijheid van meningsuiting te zijn. Maar tegelijkertijd juichen zowel progressieven als conservatieven steeds vaker het censureren van politieke tegenstanders toe.

Het groeiende Amerikaans illiberalisme heeft inmiddels een formidabele tegenstander. Een klassiek liberale coalitie is in de bres gesprongen voor ieders vrijheid van meningsuiting. Nederland, waar die vrijheid al beperkter was en censuur ook steeds acceptabeler wordt, kan veel leren van deze strijd. En, net als in Amerika, inspiratie vinden in het klassiek liberalisme.

Vrijheid van meningsuiting juridisch verankerd in de VS

De afgelopen honderd jaar is de vrijheid van meningsuiting in de Verenigde Staten sterk verankerd in de wet, vooral na de Tweede Wereldoorlog. In verschillende belangrijke rechtszaken, zoals National Socialist Party of America vs. Village of Skokie (1977) en Texas vs. Johnson (1989), interpreteerde het Hooggerechtshof de vrijheid van meningsuiting zo breed mogelijk.

In beide rechtszaken oordeelden de hoge rechters in het voordeel van de vrijheid van meningsuiting, hoe extreem de mening ook was. In Skokie oordeelden de rechters dat neonazi’s, verdedigd door advocaten van de linkse American Civil Liberties Union (ACLU), een demonstratie mochten houden in Skokie, een buitenwijk van Chicago met veel Joodse inwoners. In Johnson werd Gregory Lee Johnson, lid van een communistische jeugdgroep, vrijgesproken nadat hij was opgepakt voor het verbranden van de Amerikaanse vlag bij de Republikeinse partijconventie van 1984.

Juridisch zijn de Verenigde Staten daarom nu een paradijs voor de vrijheid van meningsuiting. Belediging van een groep mensen, een oneindig rekbaar begrip, is strafbaar in landen als Nederland, maar allang niet meer in Amerika.

En toch: censuurcultuur

Toch is in de Verenigde Staten de afgelopen twintig jaar zowel bij links als rechts een censuurcultuur (cancel culture) ontstaan. Conservatieven en progressieven misbruiken institutionele macht om tegenstanders te straffen en angst te zaaien onder mensen met afwijkende meningen.

Voor de Amerikaanse linkerflank is dit probleem het zichtbaarst op de universiteiten, waar onder groepsdruk conformiteit wordt geëist over een reeks culturele, economische en politieke standpunten – ook wel: ‘woke’. Veel Amerikaanse bedrijven, steeds vaker gerund door linkse bestuurders opgeleid aan die universiteiten, nemen de censuurcultuur van de universiteit over.

Rechts Amerika staat tegenwoordig pal voor de vrijheid van meningsuiting, maar conservatieven hebben ook grote problemen met de tolerantie voor afwijkende meningen. In verschillende staten hebben Republikeinen wetten ingevoerd die bepaalde boeken en discussies over ras en seksualiteit in het klaslokaal verbieden. Als straf voor het publieke verzet van The Walt Disney Company tegen een conservatieve onderwijswet in Florida, trokken Republikeinse wetgevers in die staat onlangs de speciale status van Disney World in. Deze conservatieve strafexpeditie tegen een afwijkende mening gaat het bedrijf per jaar tientallen miljoenen dollars extra kosten, als zij niet ongrondwettelijk wordt verklaard.

De nieuwe klassiek-liberale vrijheidscoalitie

Een mondige coalitie van klassiek liberalen verzet zich tegen het groeiende illiberalisme van progressieven en conservatieven in de Verenigde Staten. Zij zien terecht de dominante censuurcultuur als een obstakel voor een oprecht debat en een verloochening van democratische waarden.

Op links bestaat inmiddels een diverse en serieuze club mensen – van de komiek Bill Maher tot de journalist Bari Weiss en hoogleraar linguïstiek John McWhorter – die groeiende bijval krijgen in hun kritiek op linkse en rechtse vijandelijkheid tegenover afwijkende meningen. The New York Times, lange tijd een bastion van links conformisme, neemt het probleem van de censuurcultuur ook steeds serieuzer op de opiniepagina.

Ook op rechts zijn er strijders voor de vrijheid van meningsuiting. Organisaties zoals FIRE (Foundation for Individual Rights in Education) strijden bijvoorbeeld al jaren voor vrijheid van meningsuiting op de universiteit voor iedereen, met veelbelovende resultaten. The Dispatch, waarvoor conservatieven zoals David French en Jonah Goldberg schrijven, is een vruchtbare plek voor conservatieve kritiek op Amerikaanse censuurcultuur van links én rechts.

Lessen voor rechts én links Nederland

Nederlanders, en dan met name de politici, kunnen wel wat leren van deze klassiek liberale Amerikanen die pal staan voor de vrijheid van meningsuiting. Rechtse bestuurderspartijen zoals de nominaal liberale VVD en het CDA staan al jaren te trappelen om afwijkende opvattingen, zoals die van radicale imams, met overheidsmacht de kop in te drukken. Om over de PVV en de SGP nog maar te zwijgen.

Links Nederland houdt helaas ook van de censuurcultuur. In 2020 stelden de zogenaamde liberalen van D66 een ‘aanvalsplan’ op tegen ‘desinformatie’. Dat klinkt constructief, totdat je leest dat volgens D66 verschaffers van desinformatie vooral politieke groeperingen zijn waarvan D66’ers de kriebels krijgen. D66-staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering Alexandra van Huffelen, mompelde wel wat over democratische normen, maar stemde onlangs gewoon in met het verbieden van Russische propagandakanalen ‘omdat het oorlog is’. Alsof Russische troepen op het punt staan Den Haag te bezetten – Charkov lukt ze niet eens.

Liberaal-democratische normen en waarden

Zenders

Lees ook het commentaar van Arendo Joustra: Onverstandig dat Europese Unie Russische tv-zenders blokkeert

Het verschil tussen een autocratie zoals die van Vladimir Poetin en een democratie zoals de onze is niet alleen het houden van (eerlijke) verkiezingen. Het zijn liberaal-democratische normen en waarden die in de wet verankerd zijn, maar vooral ook die moeten worden gekoesterd in de cultuur. Eén van die fundamentele normen is de vrijheid van meningsuiting – zo breed mogelijk geïnterpreteerd – die het publieke debat faciliteert. En dat debat is onmogelijk als je je politieke tegenstanders de mond snoert.

Dit artikel is het vierde in een serie verdiepende stukken over diverse aspecten van ‘woke’, die EW Podium elke woensdag in mei en juni publiceert, in samenwerking met VrijLinks en de Spinozagroep.

Matthijs Tieleman