Andrew Tate is een internet-persoonlijkheid die de afgelopen maanden prominent aanwezig is op sociale media. De plotselinge opkomst van deze misogyne en fascistoïde figuur geeft blijk van een zorgelijke armoede aan mannelijke rolmodellen in de samenleving, schrijft Daan H. Teer op EW Podium.
Daan H. Teer (1997) is liberaal humanist en schrijver. Hij is alumnus in de geesteswetenschappen aan University College Utrecht, waar hij onder meer taalkunde, geschiedenis, recht en journalistiek studeerde.
EW Podium publiceert opinies van (vooral jonge) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. Plaatsing hoeft geen redactionele instemming te betekenen.
We leven in een tijdperk van valse profeten. God is, als we de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche mogen geloven, al anderhalve eeuw dood. De menselijke impuls tot verafgoding daarentegen, blijkt springlevend. Dit bewijst mediafenomeen Andrew Emory Tate III. Wellicht is de naam u nog onbekend, maar de afgelopen maand streefde de zelfhulpgoeroe zelfs Joe Biden, Kim Kardashian en Donald Trump voorbij als vaakst ingevulde zoekterm op Google.
Wie is Andrew Tate?
Tate profileert zichzelf publiekelijk als ‘wereldkampioen kickboksen en multi-miljonair’. Beide titels zijn moeilijk betwistbaar. Zijn carrière in de ring kwalificeert hem niet tot allergrootste, maar hij won meerdere kampioenschappen. Ook zijn digitale ondernemingen zijn succesvol genoeg om te veronderstellen dat hij meerdere miljoenen aan winst heeft geboekt.
Dit zijn niet zijn enige titels. Tate omschrijft zichzelf (zonder duidelijke ironie) als pooier en als messias. Zijn beroep betrof lange tijd het bewind over een groep ‘camgirls’: vrouwen die digitale seks bieden voor geld. De eerste term is dus treffend. Voor de tweede is er wellicht wat werk aan de winkel.
Trumpiaanse mediastrategie
Tate heeft zijn prominentie verworven via een Trumpiaanse mediastrategie. Hij ratelt alle onderwerpen af waarop maatschappelijke taboes rusten – bijvoorbeeld moderne armoede, coronamaatregelen of geslachtsrollen – en geeft daarover een ondoordachte, reactionaire mening. Dit brengt vervolgens óf moralistische verontwaardiging óf opgekropte eensgezindheid teweeg bij zijn publiek.
Lees ook deze column van Liesbeth Wytzes: Ook vrouwen kunnen toxisch zijn!
In beide gevallen wint Tate. Hij drukt bewust op gevoelige plekken die tot emotionele reacties leiden. Dat bezorgt hem aandacht. ‘De economie waar we nu in leven is gebaseerd op aandacht. Als je aandacht in je richting kunt verwerven, slecht of goed, zul je succes hebben,’ sprak hij tijdens een podcastinterview. ‘Het slimste wat mijn haters zouden kunnen doen, is mijn naam nooit meer noemen,’ sprak hij in zijn eigen video.
Zijn ‘haters’ lijken dit advies niet op te volgen. De ophef over Tate is enorm. Menig influencer wijdt video’s aan de ontsteltenis over hem. Grote publicaties – zoals The Guardian, The New York Post en GQ, maar ook RTL Nieuws, de Volkskrant en Linda – behandelden zijn verwerpelijkheid tot in het detail. Recent werd hij van Facebook, Instagram, TikTok en YouTube afgegooid. Dit weerhoudt zijn fans er niet van om daar alsnog zijn video’s te verspreiden.
Misogyn en fascistoïde
De kritieken zijn terecht. Tate is een misogyne en fascistoïde denker. Hij gelooft dat de vrouw de man toebehoort, verheerlijkt geweld en beweert dat de minder bedeelden hun armoede verdienen. Maar zijn critici maken een strategische fout. Hun bevragingen, bespottingen en kleineringen schrikken Tate’s sympathisanten niet af. Ze spelen hem enkel in de kaart door nog meer aandacht voor hem te genereren.
Tate is een meestermanipulator. Zijn hoofdzwendel is de Hustler’s University. Deze praatgroep, die zich voordoet als universiteit, telt 160.000 ‘studenten’. Zij betalen ieder 50 dollar per maand voor onderwijs over financieel succes. Ingewijden konden tot voor kort Tate tegen vergoeding op sociale media promoten. Dit systeem wordt door critici omschreven als regelrechte ponzifraude.
De hamvraag is waarom zijn slangenolie zo goed in de markt valt. Een blik op YouTube en andere platforms verraadt dat zijn publiek bijna uitsluitend uit jonge mannen bestaat. Het feit dat hij niet gelooft in de capaciteit van vrouwen tot zakendoen, verklaart deels de afwezigheid van een vrouwelijk publiek. Maar het verklaart niet waarom mannelijke adolescenten bij bosjes voor zijn levensbeschouwing vallen.
Parasiet op mannelijk wrok
Een verklaring is wel dat Tate een bekwame oplichter is die alle niches exploiteert die hem worden aangereikt. En klaarblijkelijk heeft de westerse wereld een ruime voorraad aan doelloze en wanhopige mannen. Hun financiële moeilijkheden, frustraties over overheidsrestricties en romantische faalangst voeden de diepe wrok waarop Tate parasiteert. Hij is zowel de tolk als de teek van hun collectieve onderbuik.
Hij verdedigt zonder pardon zijn achterban en dus ‘de man’. Het probleem is dat hij geen benul heeft van wat dat betekent. Zijn kernwaarden zijn fysiek geweld, seksuele promiscuïteit en snelle auto’s. Hij heeft de gemiddelde levensdoelen van een onderontwikkelde pestpuber. Toch dient hij als de spreekwoordelijke pleegvader van legio stuurloze kinderen over de hele wereld. Dat is gevaarlijk, zowel voor hun eigen psychische welzijn als voor de gemeenschappen waarin zij opgroeien.
De moderne man is bankroet
De astronomische opkomst van Andrew Tate legt iets bloot dat veel significanter is dan hijzelf. Namelijk dat de moderne man moreel, filosofisch en spiritueel bankroet is. Als jongemannen in dit tempo charlatans als idolen adopteren, betekent dat dat zij geen gangbare alternatieven vinden. Dat is niets om de spot mee te drijven. Het is een existentieel risico. De vele artikelen over Tate beschrijven terecht de gevaren van zijn ideologie voor jonge meisjes. Maar ze verwaarlozen de gevaren voor de jongens die hij verstrikt heeft in zijn web.
Niemand heeft er baat bij als er stelselmatig seksuele psychopathie in de jeugd wordt gecultiveerd. Tate heeft daar zijn beroep van gemaakt. Ondanks dat hij nu de vermoorde onschuld speelt over zijn eerdere uitspraken, heeft hij zijn haatdragendheid meermalen evident gemaakt. Aanvankelijk buitte hij jongemannen uit als pooier. Nu doet hij het als messias. Intussen komt een generatie aan jongens en meisjes lijnrecht tegenover elkaar te staan. Zij worden aangeleerd dat hun basisverhouding wederkerige machtsuitoefening is. Dat stabiele relaties niet voortkomen uit vertrouwen, maar uit controle.
Maar de strijd der seksen wordt verloren door iedere deelnemer. Mannenhaat en vrouwenhaat zijn twee kanten van dezelfde verroeste medaille. Daders creëren trauma’s. Trauma’s creëren daders. Die cirkel wordt pas doorbroken wanneer het individu de verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar eigen bestaan. Geen ideologie verandert dat. Elkaar grieven is makkelijk, elkaar liefhebben vraagt moed. Dat gegeven vormt een levenslast voor ieder mens. En chauvinistische huichelaars als Tate hebben die plicht allang verzaakt.