Het voorstel van Barbara Baarsma om verhandelbare CO2-budgetten te creëren gaat in tegen de gelijkwaardigheid van alle Nederlanders. Bovendien leggen zulke plannen een gevaarlijke tendens bloot om tegen democratische meerderheden in verregaande maatregelen door te voeren, schrijven Tweede Kamerleden Lilian Marijnissen en Mahir Alkaya (SP) op EW Podium.
Lilian Marijnissen (1985) is sinds 2017 politiek leider van de SP en fractievoorzitter in de Tweede Kamer. Mahir Alkaya (1988) zit sinds 2018 in de Tweede Kamer voor de SP en is rapporteur digitale euro namens de Kamercommissie financiën. Eerder dit jaar bracht hij zijn boek Van wie wordt ons geld? uit, waarin hij schrijft over digitale geldvormen en de concurrentiestrijd om het geld van de toekomst.
EW Podium publiceert opinies van (vooral jonge) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.
Terwijl het oorverdovend stil is in het gebouw van de Tweede Kamer en de meerderheid – ondanks aandringen van veel oppositiepartijen – besloot om niet terug te keren van reces voor een debat over stikstof, groeit de onvrede in het land. Door de snel stijgende kosten van boodschappen, tanken en energie kan een steeds grotere groep mensen de rekeningen niet meer betalen. Desondanks heeft het kabinet-Rutte IV aangegeven dit jaar niets meer voor de koopkracht van deze mensen te gaan doen.
CO2-budget: wereldvreemdheid
in onzekere tijden
Terwijl de berichten over recordwinsten van bedrijven je om de oren vliegen, kunnen steeds meer mensen dus niet meer rondkomen. Het is daarom begrijpelijk dat ideeën van welgestelde economen zoals Sandra Phlippen van ABN AMRO – om elke vijf jaar een halfjaar vrij te nemen – en Barbara Baarsma van Rabobank, die in een radio-uitzending pleit voor verhandelbare CO2-budgetten, bij veel mensen niet goed vallen. Deze ideeën ademen een complete wereldvreemdheid uit in een tijd vol inflatie en grote onzekerheid voor mensen.
Lees verder onder de video
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Volgens Baarsma van Rabobank zou iedereen in Nederland een maximumhoeveelheid uitstootrechten moeten krijgen, zodat we bij elkaar opgeteld niet meer broeikasgassen uitstoten dan ‘onze grens’ toelaat. Zulke ideeën om klimaatopwarming tegen te gaan zijn natuurlijk niet nieuw. Uit de Europese Unie komen regelmatig dit soort ideeën. Baarsma: ‘Vervolgens, als ik wil vliegen, koop ik dan van iemand die niet gaat vliegen, omdat-ie daar bijvoorbeeld geen geld voor heeft, die verkoopt aan mij zijn carbon-uitstoot-rechten en krijgt daardoor een beetje meer geld.’ Ze hield kortweg een pleidooi voor een vrijmarkt van uitstootrechten. Als dit idee ooit werkelijkheid wordt, zou het heel onrechtvaardig uitpakken.
Een beter milieu is een collectieve, geen individuele opgave
De rechtvaardigheid van een CO2-budget voor huishoudens is al twijfelachtig, zolang de industrie de grootste uitstoter in ons land is. We zijn opgegroeid met ‘een beter milieu begint bij jezelf’, maar dat is lastig vol te houden als een enkel bedrijf als Tata Steel jaarlijks net zoveel uitstoot als 1,4 miljoen Nederlanders bij elkaar. Een beter milieu begint dus daar. Daarnaast is dit een collectieve opgave, geen individuele.
Lees ook dit omslagverhaal terug: Hoe de plannen van grote uitstoters voor de reductie van CO2 worden belemmerd
Een individueel verhandelbaar CO2-budget suggereert onterecht dat het klimaatprobleem voor een belangrijk deel kan worden opgelost door huishoudens en keuzes van consumenten. Het op deze manier verder individualiseren van het klimaatprobleem is ineffectief en zal juist mensen met lage inkomens het hardst raken in hun dagelijks leven. Terwijl, als het aan economen als Baarsma ligt, wij straks met elkaar discussiëren over individuele CO2-budgetten, knijpen de grote bedrijven in hun handjes. Laten we beginnen met de grote vervuilers echt te belasten en eisen dat winsten worden gebruikt om schoner te produceren.
Respecteer de gelijkwaardigheid van alle Nederlanders
Een individueel CO2-budget lijkt ons dus geen goed idee, maar als je dan toch de uitstoot van huishoudens dwingend zou willen maximeren, dan zou je daarbij op z’n minst de solidariteit tussen en gelijkwaardigheid van alle Nederlanders moeten respecteren. Het verhandelbaar willen maken van uitstootrechten gaat regelrecht tegen deze gedachte in. Het zorgt er namelijk voor dat de ‘happy few’, die dus met dit soort ideeën komt, zelf niets hoeft te veranderen aan hun levensstijl. Zij kunnen onbeperkt blijven vliegen, terwijl ze hun verantwoordelijkheid ‘afkopen’. En aangezien mobiliteit voor een belangrijk deel gelijkstaat aan vrijheid, en duurzame mobiliteit ondanks alle subsidies nog steeds veel te duur is voor de meeste mensen, zouden individuele CO2-budgetten de vrijheid van velen ernstig beperken. De tweedeling is al te groot in ons land.
Een individueel CO2-budget is vooralsnog ook praktisch onuitvoerbaar, doordat niet van alle transacties de CO2-uitstoot wordt gemonitord. De vraag is echter hoelang dit nog zo blijft. Sinds kort kunnen klanten van Rabobank digitaal bijhouden wat de impact van hun uitgaven is op het klimaat. Met zogeheten ‘Carbon Insights’ kunnen klanten zien hoeveel CO2-uitstoot elke uitgegeven euro aan boodschappen, verwarming, autorijden, kleding of vliegen veroorzaakt.
Banken zetten digitaal geld in om consumptie te monitoren
Ook andere banken zijn bezig met soortgelijke monitoringsystemen van digitale betalingen, die natuurlijk niet werken wanneer er met contant geld wordt betaald. Een randvoorwaarde om CO2-budgetten effectief door te voeren lijkt dus dat wij alles digitaal afrekenen. Dat doen we ook steeds meer. In 2021 was nog maar één op de vijf betalingen aan de kassa met contant geld, terwijl dat in 2015 nog de helft was. Grotere bedragen betaalden de meeste mensen al langer met de pinpas, maar ook voor kleine bedragen wordt tegenwoordig de bankpas of telefoon gebruikt. Tel daarbij op dat steeds meer betalingen niet meer aan de kassa gebeuren maar in webshops, en de conclusie is helder: steeds meer van onze aankopen zijn te monitoren op CO2-uitstoot en dat gebeurt dan ook.
Lees meer over dit onderwerp: Uitstoot reizende werknemer binnenkort vastgelegd door werkgever
Er wordt daarom door velen met argusogen gekeken naar de Europese Centrale Bank, die de commerciële banken achterna gaat in het ontwikkelen van digitaal geld. In de Tweede Kamer is er een brede wens om deze digitale euro’s van de toekomst zó te ontwerpen dat het monitoren van vrijwel alle transacties onmogelijk wordt. Moties om anoniem betalen mogelijk te maken en geen politieke voorkeuren in het geld te programmeren, werden met grote meerderheid aangenomen. Op deze manier moet een CO2-budget voor huishoudens, zoals Baarsma voorstelt, bij voorbaat uitgesloten zijn.
Democratische meerderheid geen garantie tegen EU-plannen
Dit zijn harde randvoorwaarden om over zo’n digitale euro na te denken, maar helaas weten we uit ervaring dat een democratische meerderheid in ons land toch geen garanties geeft. Zeker als het gaat om EU-processen. Zo stemden Nederlanders tegen een Europese Grondwet, maar kregen ze die toch via de achterdeur. Ook het Associatieverdrag met Oekraïne werd door de bevolking weggestemd, maar ook dat kwam er met slechts een inlegvelletje.
Het is dus aan het kabinet om de rug recht te houden in Brussel en op te komen voor de meerderheid in ons land die niets ziet in CO2-budgetten of massasurveillance van transacties. Als de regering – om wat voor reden dan ook – hierin faalt, en de digitale euro binnenkort samen met een CO2-budget aan ons wordt opgedrongen, moet men ook niet verbaasd zijn als steeds meer mensen het vertrouwen in democratische processen verliezen en overal complotten beginnen te zien.