Mensen hebben ongelijke startposities in het leven. Wat is het passende liberale antwoord daarop? De overheid heeft een plicht om kansengelijkheid te creëren. Niet alleen door burgerlijke rechten te respecteren, maar ook door deze actief te vervullen, schrijft progressief liberaal Daan H. Teer op EW Podium.
Daan H. Teer (1997) is liberaal humanist en schrijver. Hij is alumnus in de geesteswetenschappen aan University College Utrecht, waar hij onder meer taalkunde, geschiedenis, recht en journalistiek studeerde.
EW Podium publiceert opinies van (vooral jonge) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. Plaatsing hoeft geen redactionele instemming te betekenen.
Stel: u bent nog niet geboren. U mag bepalen hoe de samenleving die u straks betreedt in elkaar steekt, wie maatschappelijk bevoordeeld is en wie niet. Adder onder het gras: u mag niet kiezen als wie u op aarde komt. Bij een ongelijke wereld kunt u aan het kortste eind trekken. Zou u een gelijke wereld scheppen?
De Amerikaanse filosoof John Rawls wel. Volgens hem verkiest niemand vanuit deze neutrale positie – die hij ‘sluier van onwetendheid’ noemt – een wereld waarin men willekeurig is bevoordeeld of benadeeld. Dat zou onrechtvaardig zijn.
Kansengelijkheid en gelijkheid van uitkomst
Dit sluit aan op het liberale principe van kansengelijkheid: een gelijk speelveld waarop iedereen vanuit dezelfde startpositie geluk nastreeft. Voor- en nadelen zijn geen kwestie van willekeur, maar van verdienste. Wie hard werkt, kan status vergaren. Dat heet meritocratie en leidt tot productiviteit.
Haaks hierop staat het marxistische principe van gelijkheid van uitkomst: het afkappen van alle voor- en nadelen die mensen behalen, ook die vanuit verdienste. Dat klinkt op het eerste gezicht misschien eerlijk, maar het smoort de winbaarheid van sociale status en dus ook de drijfveer tot arbeid. Dit vernietigt de productiviteit en ruïneert economieën. Er blijft niets over om eerlijk te verdelen.
Hoe meer rechten, hoe meer plichten
Belangrijk voor kansengelijkheid: gelijke vrijheden voor iedereen. Om die gelijke vrijheden te bereiken, moet iedereen dezelfde rechten genieten. Artikel 1 van onze Grondwet vloeit daaruit voort. Juridisch onderscheid tussen burgers op basis van onder meer ras, geslacht en religie is verboden. Wij zijn voor de wet gelijk.
Lees ook dit commentaar van Carla Joosten
Aanpassing artikel 1 is onzinnig: houd discriminatieverbod liever kort maar krachtig
Blijft de vraag welke rechten de mens toekomen. Voor Thomas Hobbes en John Locke, twee grondleggers van de liberale filosofie, waren dit in de eerste plaats het recht op leven, vrijheid en eigendom. De rechten van de mens zijn later uitgebreid, onder meer door de Verenigde Naties.
Deze uitbreiding van burgerlijke rechten brengt wel een gevaar met zich. De rechten van de een zijn de plichten van de ander. Grenzeloze rechten leiden tot grenzeloze plichten. Gelijke maar oneindige rechten voor iedereen? Dan heeft iedereen evenveel recht op alles. Het gevolg: marxistische gelijkheid van uitkomst. Oneindige plichten wurgen de vrijheid.
Iedereen recht op een gratis Tesla?
Zo beschrijft IVESCR, een belangrijk VN-verdrag, ieders recht op ‘de voordelen van wetenschappelijke vooruitgang en haar toepassingen’. Een aantrekkelijke, maar vage zin. Hebben mensen het recht om een Tesla te kopen of gratis te ontvangen? Zo ja, wie heeft dan de plicht om deze te voorzien? Hoe vager een recht, des te moeilijker te garanderen. Lui idealisme gaat ten koste van concrete vooruitgang.
Liberalen kunnen dit vermijden door grondrechten af te leiden uit de fundamentele drie rechten die zijn geformuleerd door de eerste liberale filosofen: het recht op leven, vrijheid en eigendom. Het recht op gezondheid valt af te leiden uit het recht op leven, godsdienstige rechten komen voort uit het recht op vrijheid en privacyrechten uit het eigendomsrecht.
De rol van de overheid
Blijft de vraag welke rol de overheid speelt in het respecteren, beschermen en vervullen van die rechten. Dit zijn drie belangrijke categorieën. Wie een moord probeert te plegen, respecteert iemands recht op leven niet. Als een agent die moord voorkomt, wordt iemands recht op leven beschermd. Wanneer het slachtoffer levensreddende medische hulp ontvangt, wordt diens recht op leven vervuld. Het respecteren van rechten vergt passiviteit, maar het beschermen en vervullen van rechten vergt activiteit.
Er bestaat spanning tussen het respecteren en het vervullen van rechten. Het een kan ten koste gaan van het ander. Neem herverdeling. Een overheid vult het ene inkomen aan (tot een leefbare standaard) door een ander inkomen in te perken. Het leven van de een wordt gewaarborgd via het eigendom van iemand anders. Of dat vrijwillig is, is maar de vraag.
Vrijwaring van gebrek biedt liberalen kans
Liberalen willen niemands rechten schenden. Daarom ontlopen zij deze schijnbare tegenstrijdigheid door het actief vervullen van rechten te vermijden. Daarmee schieten zij zichzelf in de voet. De natuur knaagt aan ieder mens, ook aan de meest welvarende. Niemand is immuun voor ziekten, ondervoeding en natuurrampen. Hoewel liberale nadruk op persoonlijke autonomie terecht is, zijn wij allemaal tot op zekere hoogte speelbal van het lot. Wie kansengelijkheid nastreeft, moet dat in acht nemen.
Marxisten exploiteren deze liberale tekortkoming door liberalen te karakteriseren als verwaarlozend – en dus harteloos. Zij bewapenen zich, populistisch, met de misère van het volk. Maar zij specificeren nooit de rechten die dienen te worden vervuld. Daardoor nemen plichten onbeperkt toe en wordt de vrijheid verdelgd. Stel nu eens dat de liberaal zich meer zou ontfermen over de vrijwaring van gebrek. Dan ontneemt hij de marxist diens politieke voedingsbron: armoede.
De legitimiteit van de overheid
Locke schreef dat een overheid alleen legitiem is als een volk ermee instemt. De Amerikaanse leus ‘van het volk, door het volk, voor het volk’ vat dit samen. Van nature mag de mens zelf zijn of haar rechten beschermen. Maar via wat Locke een ‘sociaal contract’ noemt, leggen zij in collectieve overeenstemming het beschermen van hun rechten neer bij de overheid.
Van oudsher is een sociaal contract bedoeld als bescherming tegen tirannie. Maar de willekeurige toorn van Moeder Natuur onderdrukt ons ook. Zij bedreigt de mens continu. Onze gezondheid kan aftakelen, voedingsbronnen kunnen vergaan en huizen kunnen instorten. We zijn allemaal kwetsbaar. De menselijke natuurstaat is een oorlog van allen tegen allen, schreef Hobbes, maar allen voeren van nature ook oorlog tegen de natuur.
Bescherming tegen de natuur
Het is denkbaar dat burgerlijke rechten ook daartegen moeten worden beschermd. Pandemieën, hongersnoden en overstromingen overtreden ons recht op leven, vrijheid en eigendom evengoed. Als de overheid de plicht heeft onze rechten te beschermen, moet zij wellicht ook de zieke genezen, de verhongerende voeden en de onteigende compenseren. Vrijwaring van gebrek komt voort uit bescherming van burgerlijke rechten.
Lees dit omslagverhaal terug: Hoe dictators zich verkijken op de kracht van democratieën
Zelfs Locke beschreef in zijn Two Treatises of Government het recht van het kind om ‘gevoed en onderhouden te worden’ door diens ouders. Hij realiseerde zich dat de bescherming van het ene recht de vervulling van het andere recht vergt. Al was dat in dit geval niet door een overheid, maar door ouders. Het gaat hier trouwens ook om de bescherming van het kind tegen de natuur.
Vrijwaring van gebrek in Nederland
In Nederland vervult de overheid al burgerlijke rechten, bijvoorbeeld het recht op leven via financiering van de zorg. Door financiering van defensie beschermt zij onze vrijheid. En door financiering van de brandweer beschermt zij ons eigendom. Weinig liberalen die daartegen protesteren. Ook het prijsplafond voor energie is een recent – hoewel halfbakken – voorbeeld van vrijwaring van gebrek.
Nederlandse liberalen zijn dus deels al overstag. Maar zij moeten zich realiseren dat de vervulling van rechten maatwerk is. Rechten brengen plichten met zich en plichten perken burgerlijke vrijheden in. Als liberalen de gulden middenweg bewandelen, kunnen zij ware kansengelijkheid realiseren. Niet volgens de marxistische leus ‘Van ieder naar diens vermogen, naar ieder naar diens behoefte’, maar volgens dit idee: ‘Ieder naar diens vermogen en dus ieder naar diens behoefte – maar geen rooie cent méér, rooie!’