Op Eerste Paasdag stierf Huub Oosterhuis, de predikant van de taal, de troost en de belofte. Collega-theoloog Joost Röselaers herdenkt hem in dit In Memoriam op EW Podium.
Ben jij de enige voor wiens ogen
Niets is verborgen van mijn naaktheid
Kan jij het hebben,
Als niemand anders,
Dat ik geen licht geef, niet warm ben,
Dat ik niet mooi ben, niet veel
Dat geen bron ontspringt
in mijn diepte
Dat ik alleen dit gezicht heb,
geen ander?
Een paar jaar geleden leidde ik de huwelijksdienst van een vrouw met een kerkelijke achtergrond en een overtuigd atheïstische man. Ik nodigde beiden uit om een tekst die hen inspireert te kiezen voor de viering. Zij koos een Bijbeltekst uit. Hij koos het gedicht ‘Ken je mij’ van Huub Oosterhuis. De zinnen hierboven zijn uit dat gedicht. Ik moest erom glimlachen. Deze tekst is immers een hertaling van Psalm 139. Oosterhuis schreef het bij de geboorte van zijn dochter Trijntje. Ik lees het als een liefdesverklaring van God aan de mens. De atheïstische man las het als een liefdesverklaring aan zijn vrouw. Beide zijn even waar.
De taal raakt: ook in antikerkelijke tijden
Dit voorbeeld kenmerkt voor mij de kracht van de taal van Oosterhuis. In geseculariseerde en antikerkelijke tijden wist hij de Bijbelse taal te hertalen voor een nieuwe generatie. De taal raakt. Het overstijgt alle verschillen. Het gaat voorbij aan de dikwijls kunstmatige scheidslijnen die we zelf aanbrengen tussen kerkelijk en niet-kerkelijk, gelovig of niet-gelovig. Zoals in de volgende tekst, die ik regelmatig laat zingen tijdens uitvaartdiensten. Het raakt aan een collectief verlangen om er niet alleen voor te staan:
Dat ik niet uitval, dat wij allen,
Zo zwaar en droevig als wij zijn,
Niet uit elkaars genade vallen,
En doelloos en onvindbaar zijn.
Het gevoel dat je er niet alleen voor staat
Tien jaar geleden heb ik Huub Oosterhuis geïnterviewd in het kader van een publicatie over theologen in de politiek. En daarna hebben we elkaar er nog meerdere keren over gesproken. Oosterhuis was lijstduwer voor de Socialistische Partij. Daar wist hij met enthousiasme en overtuiging over te spreken. Oosterhuis was een buitengewoon charismatisch mens. De Paus van Amsterdam, werd hij weleens genoemd. Hij had niet alleen de gave van de taal. Hij wist het ook als geen ander over te brengen. Dat gold zeker voor zijn maatschappelijke engagement.
Het gevoel dat je er niet alleen voor staat, is niet alleen een troostrijke gedachte. Het vraagt ook iets van ons. Het is als een appel om aan de ander te denken en ons in te zetten voor de ander. En met name aan de ander in nood. De vluchteling, de gemarginaliseerde, de verworpene.
De bevrijding uit al onze slavernijen
Het hele Bijbelse verhaal is een oproep om de mensheid te redden van de ondergang richting een land van vrijheid voor allen. Zoals het Joodse volk werd bevrijd uit de slavernij, zo moeten ook wij van de bevrijding een speerpunt maken. De bevrijding van eenieder uit de slavernijen die ons klein en gevangen houden. En kwam Jezus tijdens zijn leven niet op voor hen die niet in tel waren, die werden veroordeeld en aan de marge stonden? Dat maatschappelijke appel sprak uit vele teksten van Oosterhuis. Het werkt aanstekelijk. We mogen ons nooit neerleggen bij de status quo.
Pasen en de belofte van de opstanding
Oosterhuis overleed tijdens Pasen, het feest van de bevrijding uit de dood en uit de slavernij. In talloze kerken werd die zondag het ‘lied van de opstanding’ De steppe zal bloeien gezongen. Ook dit lied kun je op verschillende wijzen lezen en begrijpen. Het is een belofte dat de verworpenen, zij die aan het leven niet toekwamen, eens volwaardig mogen leven. Dat de verdrietigen en rouwenden ooit weer zullen lachen en juichen. Ik lees het zelf ook als een belofte, dat de God, wiens naam betekent ‘Ik zal er zijn voor jou’, die ons oproept om er voor de ander te zijn, dat die God er voor ons zal zijn in leven en in dood. De dode zal leven!
De dode zal leven.
De dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan en onder stenen bedolven:
Dode, dode, sta op,
Het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken,
Een stem zal ons roepen:
Ik open hemel en aarde en afgrond
En wij zullen horen.
En wij zullen opstaan
En lachen en juichen en leven.
In Memoriam Huub Oosterhuis (1933-2023)