Tussen conservatieve moslims en radicaal-rechts groeit een alliantie. Beide kampen hebben gemeenschappelijke vijanden, zoals de overheid en progressieve ideologieën, maar ook gedeelde waarden. Hun verbond schudt de verhoudingen flink op, schrijft historicus Gert Jan Geling op EW Podium.
‘Extreem-rechtse activist die protesteerde tegen de islam wordt moslim, omdat die anti-woke is en het Westen zichzelf verloren heeft in alcohol, drugs en porno.’ Zomaar een kop die recent voorbij kwam in de Daily Mail. Het stuk gaat over Shermon Burges, een Australische anti-islamactivist die nu plotseling moslim is geworden, omdat hij zich bij nader inzien toch erg in de islam kan vinden. Op het eerste gezicht lijkt dit een anomalie. Een verdwaald figuur. Want hoe kan iemand die iets ooit zo erg haatte zich er tot bekeren? Maar als we dieper op dit onderwerp inzoomen, dan zien we een veel bredere beweging die gaande is. Die van een groeiende alliantie in het Westen tussen conservatieve moslims en islamisten en conservatief en radicaal-rechts.
Radicaal-rechts zien in moslims potentiële kiezers
De laatste maanden regent het nieuwsitems waarin we zien hoe uiterst rechtse politici en andere figuren die zich ooit tegen de islam keerden plots in moslims een nieuwe bondgenoot zien. Of zich, net als Burges, zelfs tot de islam bekeren. In het verleden waren er bijvoorbeeld oud-PVV’ers als Arnoud van Doorn en Joram van Klaveren. Vandaag de dag zijn het radicaal-rechtse influencers als Andrew Tate die tot de islam toetreden.
Radicaal-rechtse politici zien in moslims een potentieel electoraat dat wel te paaien valt. De ooit tegen de islam en multiculturele samenleving zijnde Thierry Baudet gaat tegenwoordig in dialoog met conservatief-islamitische influencers zoals youtuber Salaheddine over wat ze gemeenschappelijk hebben, en treedt in verkiezingstijd op in programma’s van de Islamomroep. Deze trend zien we niet alleen terug in Nederland, maar ook in de Verenigde Staten en sommige andere Europese landen.
Andersom voelen conservatieve moslims zich thuis bij radicaal-rechts
Ook de omgekeerde ontwikkeling heeft plaats. Namelijk islamisten en conservatieve moslims die zich steeds meer aangetrokken voelen tot conservatief en radicaal-rechts. Uit onderzoek blijkt dat naar schatting één op de tien moslimjongeren in Nederland inmiddels op Baudets FVD stemt. Was radicaal-rechts voor moslims ooit de grootste vijand, vandaag de dag verwordt het steeds meer tot bondgenoot. En omgekeerd: de tijd dat radicaal-rechts de islam en moslims als grootste vijand had, is voorbij. D66 en de LHBTIQ+ vindt men tegenwoordig een stuk erger.
In zijn meesterlijke roman Soumission wist de Franse schrijver Michel Houellebecq deze ontwikkeling al te voorspellen. Hij beschreef hoe het uiteindelijk conservatief rechts is wat in Frankrijk en andere Europese landen de islam omhelst om zo een nieuwe electoraat aan te boren en daarmee bereid is om islamitische wetten en regels in te voeren die uiteindelijk het einde betekenen van de seculiere liberale democratie.
Gedeelde waarden zijn veel sterkere basis
Nu zal dat laatste niet zo’n vaart lopen, maar Houellebecq schreef dit al in de tijd dat vooral links het islamitische electoraat probeerde binnen te halen door op de gemeenschappelijke belangen van de linkse politiek en moslims te wijzen. Alleen daar waar links ooit een alliantie wilde aangaan met conservatieve moslims door te wijzen op gedeelde belangen, gaat rechts nu die alliantie aan door te wijzen op gedeelde waarden, een veel sterkere basis voor de toekomst. Iets wat Houellebecq al ooit voorspelde.
Grofweg kunnen we drie redenen onderscheiden waarom conservatief-rechts en conservatieve moslims elkaar vinden. Als eerste is er natuurlijk de openlijke vrijage van conservatieve en radicaal-rechtse politici en influencers met de islam. Hiermee hoopt men simpelweg een nieuwe potentiële achterban aan te boren. Terwijl het christendom zieltogend is in Europa, is de islam nog erg viriel in hun ogen. Onderzoek hiernaar laat zien dat bekering tot de islam populistische politici nieuwe mogelijkheden biedt. En het is zeker geen 180 graden draai ten opzichte van hun eerdere opvattingen. Ze beweging zich van antimulticulturalisme naar meer cultureel conservatisme. Voor moslims kan dit ook interessant zijn, omdat vooral islamitische politieke partijen in Europa nog niet echt voet aan de grond krijgen. Interessanter is het dan juist om invloed uit te gaan oefenen binnen de bestaande en conservatieve en radicaal-rechtse politiek, zoals dat vanuit islamitische hoek ook ooit met links gebeurde.
Gedeeld wantrouwen en gedeelde waarden
Een tweede vlak waar beide elkaar vinden, is het gezamenlijke wantrouwen jegens de overheid. Niet voor niets zien we dat de steun van sommige moslims voor radicaal-rechts vooral tijdens de coronapandemie begonnen is. Net als onder uiterst rechts lagen de vaccinatiecijfers onder moslims bijvoorbeeld erg laag. Beide groepen wantrouwen de overheid en haar intenties. Weliswaar om verschillende redenen, maar dit schept wel een basis waar beide elkaar in kunnen vinden. Daarnaast hangen beide ook sterk het geloof in complottheorieën aan. Onder moslims was dit – mede voortgekomen uit het diepgewortelde wantrouwen jegens de overheid – al veel langer het geval. En de laatste jaren zien we dat rechts zich ook steeds meer openlijk op het complotdenken stort, en dat het steeds meer voet aan de grond krijgt in een breder deel van de samenleving.
Als laatste zijn er natuurlijk de gedeelde waarden van conservatieve moslims en uiterst rechts. Beide keren zich tegen het secularisme, tegen progressieve uitgangspunten, tegen de LHBTIQ+, tegen veel hedendaagse ontwikkelingen op het gebied van gender en seksualiteit en tegen alles wat woke is. Beide staan voor traditie, voor familiewaarden, voor meer aandacht en ruimte voor religie, voor respect van wat heilig is en voor een wereldbeeld waarin een seculiere, liberale, overheid in de eerste plaats vooral een vijand is die het gezin en de traditie kapot wil maken. Hierin zijn conservatieve moslims en radicaal-rechts geen tegenstanders maar eerder soortgenoten. De tegenstanders zijn eerder partijen als D66 en de LHBTIQ+. De extremen ontmoeten hier elkaar. Ook hier laat onderzoek zien dat radicalen op rechts en de islamitische hoek een overeenkomstige mindset hebben.
Bestaande verhoudingen flink opgeschud
Het is nu vooral de vraag hoe verregaand en duurzaam dit verbond zal blijken te zijn. Zullen islamitische politici en kiezers in de toekomst massaal weg bewegen van links in de richting van (radicaal-)rechts? Zal het rechts zijn wat steeds openlijker de islam gaat omhelzen in plaats van uit te sluiten? Zullen beide gezamenlijk optrekken tegen alles wat seculier, links en progressief is?
Dit alles behoort zeker tot de mogelijkheden, maar zover is het nog lang niet. Het is nu vooral interessant om te zien hoe linkse politici en influencers op de groeiende toenadering van conservatieve moslims en radicaal-rechts zullen reageren. Gaat men op links als gevolg hiervan zich steeds kritischer opstellen tegenover de islam en moslims? Zal men op links eindelijk onderkennen hoe onmogelijk de spagaat is waar men is terechtgekomen in het zoeken van toenadering tot conservatieve moslims?
Om weer terug te keren naar Houellebecq: een toekomstig rechts-islamitisch front dat strijdt tegen seculier-links is in wezen het meest voor de hand liggend. En het zal de bestaande verhoudingen in zowel de politiek als de media en de samenleving flink opschudden.