De veroordeelde IS-vrouwen komen op een terroristenafdeling die veel minder sober is dan de mannenafdeling. Dat is niet logisch en moet anders, schrijft Bart Collard op EW Podium.
NRC schreef over het ‘uitzichtloze leven’ van achttien IS-vrouwen in de Nederlandse gevangenis. Zij verblijven op de terroristenafdeling (TA) van de penitentiaire inrichting (PI) in Zwolle. Zijn terroristen niet zelf ook slachtoffers? Zijn al die harde maatregelen wel nodig? Mogen zij hun fouten nooit meer goedmaken? Op de TA dienen de verblijfsomstandigheden sober te zijn.
De vrouwenafdeling van terroristenafdeling is minder sober
De laatste keer dat ik de vrouwenafdeling van de TA bezocht, bevond die zich nog in Vught, in 2019 of begin 2020, maar het hedendaagse beeld komt overeen. De mannenafdeling was kaal (hoewel er wel bordspelletjes, een console met een televisie en een dartbord met plastic pijlen waren in de gemeenschappelijke ruimte), maar de vrouwenafdeling had een gemeenschappelijke ruimte van een zorginstelling kunnen zijn. Er stonden planten en een schaal met fruit op tafel. ‘Waarom ziet de vrouwenafdeling er zo uit?’ vroeg ik de cipiers destijds. Er werd gemompeld dat die vraag op de werkvloer ook werd gesteld, maar dat dit van hogerhand besloten was.
Waarom is er een verschil tussen mannen en vrouwen? zo vroeg ik me af. Als de delicten soortgelijk zijn, waarom dan een verschil in de ernst van de uitgevoerde straf? Heeft dat te maken met een oude manier van denken waarin vrouwen als zielig, minder gevaarlijk of als minder crimineel worden gezien?
De situatie van de IS-vrouwen
In NRC werd uitgelegd dat de gevangenissituatie van de IS-vrouwen toch niet zo rooskleurig was. De vrouwen mogen hun kinderen eens in de zes weken zien. Daarnaast zou de kans reëel zijn dat zij hun Nederlanderschap verliezen indien zij ook een andere nationaliteit hebben. Zij hebben geen toegang tot internet of kranten. Ze zouden slechts 40 minuten per week mogen bellen, volledig gemonitord door de PI. Diezelfde monitoring heeft overigens plaats bij briefverkeer dat de vrouwen hebben. De vrouwen mogen 1 uur per dag buiten op de luchtplaats doorbrengen. Daarnaast mogen ze geen Arabisch praten met elkaar.
Maar deze vrouwen zitten niet zonder reden op de terroristenafdeling. Ze maakten deel uit van de vrouwenbrigade van de shariapolitie, pleegden internationale misdrijven, plunderden of hielden zelfs een Jezidi-vrouw als slaaf. Pas nadat ze werden gearresteerd, veranderden hun levens.
Meestal zijn terroristen daders in plaats van slachtoffers
CDA’er Ad Corten maakt zich, volgens het artikel, zorgen om de IS-vrouwen: ‘De wijze waarop de vrouwen nu worden behandeld [BC: op de TA] levert risico’s voor de maatschappij op.’ Het zou ze verder doen radicaliseren. In de woorden van de veroordeelde terroriste Nawal: ‘Je hebt een fout gemaakt en je mag het niet meer goedmaken.’ Er wordt gesteld dat de IS-vrouwen zich eerder slachtoffer dan dader lijken te voelen.
Zijn terroristen zelf ook slachtoffers? Wellicht soms wel, maar vaak ook niet. Net zoals criminelen hebben terroristen soms zeer trieste achtergrondverhalen, maar niet altijd. Maar het is lastig om iemand die is opgegroeid in Nederland en een Jezidi-vrouw als slaaf heeft gehouden als slachtoffer te zien.
Planten en een fruitschaal op de terroristenafdeling
Bij terrorisme gaat het om het actief ondermijnen of ontwrichten van de liberale, open samenleving, in principe door gebruik te maken van geweld of door het faciliteren van bewegingen of daden die daarmee gepaard gaan. Het is daarom niet vreemd dat de overheid een terrorist het Nederlanderschap wil ontnemen. Wie zich keert tegen de liberale rechtsstaat zoals we die kennen in Nederland plaatst zich daar zelf al buiten.
Verdient iemand die binnen IS actief was bij de shariapolitie, die internationale misdrijven pleegde of een slaaf hield het om tijdens detentie langer dan 40 minuten per week te bellen, om de kinderen eens in de zes weken te zien (het recht van die kinderen is overigens een ander vraagstuk), om brieven te mogen schrijven en ontvangen, en om gezamenlijk in een huiskamersetting met planten en een fruitschaal te verblijven buiten de cel?
Of – en dat is een ander standpunt dat in te nemen is – is dat veel te coulant naar mensen die zich actief als vijanden van de vrijheid hebben gepositioneerd? Terroristen hebben immers als doel om de gehele samenleving te ontwrichten of om de samenlevingsvorm te vernietigen. De vraag of een bepaald gevangenisregime radicalisering in de hand werkt, is een belangrijke pragmatische vraag, maar staat los van de normatieve vragen rondom het straffen.
Omstandigheden die passen bij het begane delict
Een gepaste straf bepalen, is complex. Wie terrorisme minimaal heeft gefaciliteerd, verdient wellicht geen levenslange gevangenisstraf, maar wel een sober gevangenisregime. In sommige gevallen lijkt prima te verantwoorden dat een veroordeelde terrorist het Nederlanderschap wordt ontnomen. Diegene ondergaat dan een gevangenisstraf waarna een nieuw bestaan kan worden opgebouwd in het land van de tweede nationaliteit.
Voor hen wiens nationaliteit niet wordt ontnomen, geldt dat zij een tweede kans krijgen in Nederland. Deze mensen krijgen dus een kans om hun fouten goed te maken. Maar tot die tijd mogen zij, op een humane manier, verblijven in omstandigheden die passen bij het delict dat ze hebben begaan.