Het liberalisme heeft de vrijheid van de ander als uitgangspunt. De liberaal moet daarom ook antiliberale extremisten hun vrije woord toestaan. Dat maakt de liberaal kwetsbaar. Maar zodra hij censureert, verraadt hij zijn kernprincipes en verliest zo voortijdig de wedstrijd, schrijft Daan H. Teer op EW Podium.
In Hitler’s Germany: Origins, Interpretations, Legacies analyseert de Duits-Amerikaanse historicus Roderick Stackelberg nazi-Duitsland. Zijn hoofdvraag is hoe een hoogontwikkelde beschaving zo’n barbaars regime kon voortbrengen. Hoe was het mogelijk dat de cultuur van Kant, Goethe en Beethoven in staat bleek tot de Holocaust? Hij beschrijft de politieke competitie die zich afspeelde in de republiek van Weimar: de fascisten op rechts, de communisten en sociaal-democraten op links. En ertussenin de liberalen.
De liberaal bevindt zich in het midden
Stackelberg schrijft: ‘Liberalen kunnen legitieme aanspraak maken op het midden van het ideologische spectrum, want hoewel toegewijd aan gelijkheid in kansen en gelijkheid voor de wet, die beide verwerpelijk zijn voor rechtse radicalen, verzetten [liberalen] zich tegen de inbreuk op persoonlijke vrijheid en keuzevrijheid die de linkse inspanning om volledige sociale en economische gelijkheid te verzekeren, noodzakelijkerwijs inhoudt.’
Liberalen, conservatief of progressief, bevinden zich meestal in of bij het politieke midden. Extreemrechts neigt ertoe bevolkingsgroepen die zij beschouwen als ‘sterk’, te idealiseren. Extreemlinks bekommert zich voornamelijk om bevolkingsgroepen die het als ‘zwak’ heeft bestempeld. Beide insteken zijn collectivistisch. De liberaal daarentegen beperkt zich – graag zonder discriminatie – tot de vrijheden van ieder individu.
De paradox van het liberalisme
Dat maakt hem kwetsbaar. Niet alleen moet hij aanvallen op twee fronten afwenden, hij moet zijn politieke tegenstanders ook hun argumenten gunnen, in de geest van de leus: ‘Ik verafschuw wat u zegt, maar zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen,’ die dikwijls wordt toegeschreven aan Voltaire, maar in werkelijkheid afkomstig is van een van zijn biografen.
Geen andere filosofie biedt, uit naam van de vrijheid, zoveel ruimte aan ideologieën die de vrijheid zelf bedreigen. Geen andere politieke stroming biedt – uit naam van heterodoxie, veelkleurige politiek – zoveel ruimte aan bewegingen die de politiek juist eenvormig willen maken. De liberaal is paradoxaal. In ideaal veroordeelt hij alles wat de vrijheid bedreigt. Maar in de praktijk beseft hij dat de vrijheid van anderen niet van tevoren mag worden ingeperkt om die bedreiging uit te schakelen.
De toewijding aan het weerwoord
Zolang de tiran het alleen bij spreken houdt, blijft hij buiten schot. Pas zodra hij de knuppel oppakt, mag de liberaal uit zelfverdediging ingrijpen. Censuur is dus een liberaal taboe. De vrijheid van de ander – in dit geval de vrijheid van meningsuiting – heeft de hoogste prioriteit. Een verwerpelijk argument dient niet te worden beantwoord met de liquidatie van de spreker, maar met een corrigerend argument.
Deze tegenstrijdig lijkende toewijding aan het weerwoord maakt de liberaal uitzonderlijk. De ideologieën die hem vanaf de flanken bedreigden in de republiek van Weimar bijvoorbeeld, waren beide fel gekant tegen het vrije woord. Zowel de fascisten als de communisten probeerden – in naam van hun utopische ambities – elke tegenspraak te smoren. Het naziregime en de Sovjet-Unie (waaraan de Kommunistische Partei Deutschlands was gelieerd) beheersten alles wat werd gezegd, geschreven en onderwezen.
Nog steeds ligt censuur op de loer
Aan de dreiging tot censuur, van links en rechts, is de moderne vrije wereld niet volledig ontsnapt. In de Verenigde Staten voerde Ron DeSantis, de conservatieve gouverneur van Florida, in 2022 een wet door die het doceren van de ‘kritische rassentheorie’ verbiedt. Hij legitimeerde dit vanuit antidiscriminatie: het lesmateriaal categoriseert rassengroepen in essentie als ofwel onderdrukt ofwel onderdrukkend. Of dat nu verwerpelijk is of niet, DeSantis bepaalt met zijn wet voor overheidsfunctionarissen hoe zij zich voor de klas (niet) mogen uiten.
Twitter stelde in 2018 dat censuur op basis van politieke voorkeuren niet voorkwam op het platform. In 2022 onthulden Elon Musks Twitter Files (verslagen van censuur op het Twitter van vóór Musks overname) dat dit niet klopte. Sommige critici van de coronamaatregelen waren in het geheim op een zwarte lijst gezet. Ook was de zichtbaarheid van bepaalde conservatieve commentatoren kunstmatig ingeperkt. Ongeacht of hun meningen gevaarlijk waren, bepaalde Twitter wie er werd gehoord of gesmoord.
Het liberalisme beschermt ook zijn opponenten
Het is aan de liberaal om de machtsverleiding van censuur – waar zowel DeSantis als Twitter voor viel – te weerstaan. Als hij oprecht is in zijn toewijding aan de vrijheid van ieder individu, dan moet hij zijn opponent het vrije woord toestaan, hoe antiliberaal die ook is. Zodra de liberaal censureert, verraadt hij namelijk zijn kernwaarden en verliest hij voortijdig de wedstrijd.
Extremisten zijn pas identificeerbaar als zij hun denkbeelden kunnen uiten. Wie hen muilkorft, kan ze niet herkennen, noch hun waanbeelden harpoeneren. Dat is een gemiste kans. Als deze ideologieën hun geloofwaardigheid verliezen, gaat dat verdere verspreiding ervan tegen. Daarnaast is niet iedere extremist onomkeerbaar vilein. Weerlegging van een gedachtegoed kan de aanhanger er wellicht nog van verlossen.
Tolereer de extremist, maar niet zijn argumenten
De liberaal volgt daarom het ideaal van tolerantie van de extremist, maar niet van zijn argumenten. Hij respecteert zijn podium, maar dient hem daarna van repliek. De persoonlijke gebreken van de tiran zijn een kwestie voor zijn familie, vrienden en therapeut. Niet voor zijn politieke tegenstanders. Voor het publieke debat doet het ertoe welke ideeën prevaleren, omdat die zich uiteindelijk vertalen in beleid. En dat bepaalt de koers van de samenleving.
De integriteit van de liberaal staat of valt dus bij zijn vermogen om de extremist – zolang die geweldloos blijft – te vergeven. Dat vergt discipline, omdat de tiran de vrijheid, en daarmee de liberaal, wil vernietigen. Het is een principiële last. Maar zodra de liberaal zijn tegenstander enkel uitscheldt, zwartmaakt of wegpest is hij geen liberaal meer, maar een volksmenner. Hij kan niet de één zijn rechten waarborgen door ze de ander te ontnemen. Dan wordt de liberaal de tiran en het liberalisme de tirannie.
Als hij niet het monster wil worden dat hij hoort te bestrijden, moet de liberaal het woord als zijn wapen kiezen. Het zwaard is pas geoorloofd als de ander het al heeft getrokken.