Ondanks reële problemen, hebben Nederlanders veel om dankbaar voor te zijn. Zeker gezien de extreme armoede die lang de norm was en in sommige landen nog steeds is. Het koesteren van onze bezittingen en elkaar werkt verrijkend, zelfs onder armoede, betoogt filosoof Daan H. Teer op EW Podium.
De Boeddha noemde dankbaarheid een voorwaarde voor integriteit. Hij ging zelfs zo ver om te stellen dat dankbaarheid het onderscheid kenmerkt tussen goed- en kwaadwillende mensen. Wie dankbaar in het leven staat, erkent waarde om zich heen. Wie weigert zijn zegeningen te tellen, koestert meestal een stille wrok jegens het universum.
De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900) zag wrok als springstof, een soort sociale tijdbom. In Genealogie van de moraal schreef hij: ‘Iedere lijdende zoekt […] instinctief naar een oorzaak van zijn leed […] een voor leed ontvankelijke, schuldige dader of verbeelding daarvan – kortom iets levends, waarop hij onder het een of andere voorwendsel zijn affecten daadwerkelijk kan ontladen.’ Wrok en wraak hebben dezelfde etymologische wortel. Wie wrok draagt, zint op wraak. Op grote schaal, destabiliseert dat de samenleving.
Wrok drijft politiek extremisme, ook in Nederland. Extremisten op links en rechts hebben gemeen dat zij wijzen naar de wereld, in plaats van naar zichzelf. Hun verongelijktheid uit zich in ongenoegen met de samenleving en in een verlangen haar radicaal te transformeren. Wie wrok in zich heeft, legt de oorzaak van leed bij externe factoren. Het ligt aan de wereld! Niet aan mij. Wie dankbaar is, koestert de wereld en kan deze onmogelijk verachten.
Dankbaarheid geeft zin aan het bestaan
Dankbaarheid is de antithese van wrok. Vandaar dat boeddhisten dankbaarheid meditatief beoefenen, als een spier die kan worden getraind. De overvloed of armoede die we om ons heen zien is van secundair belang, en afhankelijk van de intentie om onze omgeving te waarderen. Bewoners van ontwikkelingslanden worden niet zelden gekarakteriseerd door een verrassend optimisme: een houding die getuigt van humor, veerkracht en, bovenal, dankbaarheid.
Dankbaarheid houdt mensen op de been in tijden van tegenspoed. Wie veel mist en niet wil verbitteren, is gedwongen te koesteren wat er wél is. Enkel door dankbaarheid voor elkaar kan een gemeenschap ontstaan. En een gemeenschap dient weer als sociaal overlevingsmechanisme in roerige tijden. Het is fijner samen dankbaar te zijn dan eenzaam en verbolgen. Dankbaarheid leidt zo niet alleen tot overleving, het geeft er reden toe.
Ja, er is armoede in Nederland
Extreme armoede – zoals gedefinieerd door de Wereldbank – doet zich in Nederland niet voor. Dat komt door de historisch unieke welvaart en een breed sociaal vangnet. Maar armoede bestaat er nog wel. Voor de berekening daarvan gebruikt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) het ‘niet-veel-maar-toereikend-budget’ . Dit omvat minimale levensvoorzieningen plus verplichte en zeer wenselijke voorzieningen zoals verzekeringen, sportlidmaatschappen en korte vakanties.
In 2022 waren er volgens het SCP 1,1 miljoen arme mensen: 6,7 procent van de bevolking. Dit percentage daalde in 2023 naar 4,8, maar dreigt in 2024 weer toe te nemen. Het ‘niet-veel-maar-toereikend-budget’ verbleekt bij de extreme armoede die in sommige ontwikkelingslanden (en historisch gezien overal) de norm is. Toch is er armoede in Nederland. Een significant bevolkingsaandeel wordt economisch belemmerd om optimaal aan de samenleving deel te nemen.
Rijkdom is iets anders dan materieel bezit
Onderzoek door de Rabobank in maart wees uit dat 86 procent van de Nederlanders negatief is over de richting die het land opgaat. Mensen met een lage ervaren brede welvaart (tevredenheid op diverse aspecten zoals gezondheid, huisvesting en sociale contacten) zijn doorgaans negatiever. Er bestaat dus een correlatie tussen ontevredenheid en een negatieve kijk op de koers van het land.
Tevredenheid komt voort uit wat men bezit, maar ook uit wat men koestert. Het eerste is niet geheel aan onszelf, het tweede wel. Materieel bezit en rijkdom zijn niet hetzelfde. Menige magnaat is financieel vrij, maar doodongelukkig. En sommige sloebers komen tekort, maar zijn zeer voldaan. Zoals de term ‘ervaren brede welvaart’ doet vermoeden, is rijkdom deels subjectief. Dankbaarheid doet de glans om ons heen feller glimmen. Wie dankbaarheid beoefent, wordt direct rijker. Dat geldt voor de waardering van goederen, maar ook van personen.
Elkaar waarderen werkt wederkerig. Wie een oprecht compliment ontvangt, waardeert degene die het gaf. Waardering van de een leidt zo tot waardering van de ander, wat waardering doet verspreiden als een lopend vuurtje. Dit verrijkt persoonlijke banden en vormt gemeenschappen. En sinds de coronacrisis ligt Nederlands ergste armoede wellicht in zijn gemeenschapszin. Die desintegreerde door polarisatie tussen overheid en burger, progressief en conservatief, stedeling en provinciaal. Wie weinig gemeen heeft, kan geen gemeenschap vormen. Het resultaat: stille anarchie, waarin geatomiseerde individuen, vriendenkringen en gezinnen hun eigen boontjes doppen. Misschien is die zelfstandigheid terecht. Maar dat neemt niet weg dat de mens van nature snakt naar de ander.
Rijke Nederlanders klagen over krassen op de muntjes
Op eigen benen staan is dan wel een deugd, maar het voorziet niemand van een bestaansreden. Wie één blik werpt op de extreme armoede waaronder velen zich handhaven, aanschouwt met treurnis de discrepantie tussen wat de Nederlander heeft en wat hij koestert. Hoe buitenlanders zonder ontbijt joviaal ouwehoeren, terwijl wij weldoorvoed oogcontact schuwen in de tram. Wij zitten op een sociaal-historische goudberg, maar beklagen ons rancuneus over de krassen op de muntjes.
De remedie is dankbaarheid: het loslaten van de illusie recht te hebben op zegeningen, en ze in plaats daarvan te tellen – zelfs als ze schaars zijn. De boeddhisten, taoïsten en christenen weten dat allang: wie leeft, die lijdt – wat verleidt tot wrok. Zij praktiseerden hun geloof veelal in tijden van voedselschaarste, kindersterfte en ziekteplagen. Vergeleken daarmee is iedere Nederlander welvarend.
Dankbaarheid verrijkt
Of de Nederlander materieel rijk of arm is, is deels irrelevant. Van belang is dat wij de dankbaarheid kunnen hervinden voor wat wij erven, bezitten en creëren. Dat wij ons realiseren dat overvloed geen gegeven is en armoede geen unicum.
Mochten wij dat inzien, dan kunnen wij wellicht weer vreedzaam aan de weg timmeren. Dat begint met het individu, vloeit voort in de gemeenschap en stuwt zo een echo door het land: dankbaarheid verrijkt.